Vanaf 2026 dreigt overbelasting van het elektriciteitsnet in elke regio in Nederland. Dat blijkt uit het rapport ‘Voor wat, hoort wat. Oorzaken en oplossingen voor de toenemende druk op het elektriciteitsnet’ van ABN AMRO. Dit probleem heeft grote gevolgen voor onze economie. Een doorberekening van Ecorys laat namelijk zien dat de gemiddelde jaarlijkse maatschappelijke kosten van dit probleem in het meest optimistische scenario 14 miljard euro zullen bedragen. Jan Lenstra, CEO van Veolia Nederland, ziet vooral uitdagingen in inzicht, samenwerking en innovatie. Hij legt uit hoe we met slimme oplossingen en een langetermijnvisie het energienet toekomstbestendig kunnen maken.

Gebrek aan inzicht, niet aan geld

Volgens Lenstra is het grootste probleem een gebrek aan inzicht. “Wat ontbreekt, is een helder overzicht van waar de grootste pijnpunten zitten en wat de daadwerkelijke impact van maatregelen is.” Dat gebrek aan inzicht leidt tot concrete uitdagingen in de praktijk. Bedrijven lopen vast omdat ze geen extra energiecapaciteit kunnen verkrijgen, zelfs als ze bereid zijn te investeren in duurzame oplossingen zoals batterijen of zonnepanelen. Door trage vergunningsprocedures en een verzadigd net lopen dergelijke projecten jaren vertraging op. Waardoor we de congestieproblemen nog niet oplossen. Geld daarentegen is niet het probleem. “De overheid en netbeheerders investeren volop in het elektriciteitsnet, maar zonder transparantie over waar de knelpunten precies zitten, blijft gerichte actie lastig,” stelt Lenstra.

Oude denkwijzen belemmeren innovatie

Veel huidige oplossingen schieten tekort omdat ze blijven hangen in een kortetermijnaanpak. De focus ligt op het zo snel mogelijk uitbreiden van het net, terwijl structurele veranderingen uitblijven. “We denken nog te veel in oude kaders,” zegt Lenstra. “De Elektriciteitswet dateert uit een tijd waarin het energiesysteem er heel anders uitzag dan vandaag. De huidige energiemarkt vraagt om flexibiliteit en innovatie, maar de wetgeving en infrastructuur zijn daar simpelweg niet op ingericht.”

Bovendien doen veel bedrijven nog te weinig om hun eigen energieverbruik slimmer te organiseren. Ze blijven afhankelijk van het net, terwijl ze met slimme technologieën veel efficiënter kunnen opereren. Maar door complexe regels en lange vergunningsprocedures loopt innovatie vast. “Zolang we vastzitten in ouderwets denken en versnipperde maatregelen, lopen we achter de feiten aan,” waarschuwt Lenstra. “We moeten nu handelen, met een langetermijnvisie die samenwerking en slimme technologie centraal stelt.”

Slimme keuzes maken

De oplossing ligt in technologie, samenwerking en een langetermijnvisie. Slimme energieoplossingen, zoals lokale energiehubs, opslag in batterijen en vraagsturing, kunnen helpen om piekbelastingen op het net te verminderen. Door bedrijven, netbeheerders en overheden beter te laten samenwerken, kunnen vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd. “We moeten af van het idee dat iedereen altijd direct toegang moet hebben tot het volledige net,” stelt Lenstra. “Door energiegebruiksdata te volgen, bewaken en analyseren – zoals Veolia bijvoorbeeld doet via Hubgrade en Flexcity – kan energie efficiënter verdeeld worden en verspilling worden tegengegaan. De techniek is er, de investeringsbereidheid is er, maar nu is het tijd om de juiste keuzes te maken.”

De druk op het energienet blijft groeien, en zonder structurele veranderingen lopen we vast. Oplossingen zijn binnen handbereik, maar ze vragen om inzicht, samenwerking, innovatie en een langetermijnvisie. “We kunnen niet wachten tot 2026,” benadrukt Lenstra. “Het is nu tijd om in actie te komen en de energietransitie écht mogelijk te maken.”