Bedrijven hebben via de ondertekening van de Global Compact-verklaring beloofd hun beleid en gedrag op het gebied van mensenrechten, sociaal beleid en milieu te verbeteren. Zich sterk maken voor de afschaffing van kinderarbeid en het recht op vakvereniging, garanties afgeven dat collectieve arbeidsovereenkomsten kunnen worden afgesloten, het tegengaan van discriminatie op de werkvloer en het bevorderen van het gebruik van milieuvriendelijke technologie; het zijn een paar voorbeelden uit de lijst van negen. Annan kondigde gisteren aan dat een tiende principe wordt toegevoegd: de strijd tegen corruptie.

Het internationaal vermaarde consultancybureau McKinsey concludeerde eerder deze maand dat mede dankzij Global Compact sommige bedrijven hervormingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben doorgevoerd. Global Compact versnelde en faciliteerde het veranderingsproces maar was niet de dominante kracht erachter, aldus McKinsey. De consultant citeert een manager van een groot bedrijf die zegt: ‘Ook zonder Global Compact worden veel projecten uitgevoerd, maar dan vooral op regionale of plaatselijke basis. Global Compact heeft de kwesties wereldwijd gemaakt.’ Het onderzoeksbureau stelt ook dat Global Compact regeringen in staat heeft gesteld de nieuwe maatschappelijke rol van bedrijven te promoten.

In New York kwamen gisteren circa vierhonderd vertegenwoordiger van grote bedrijven, vakbonden, ngo’s en regeringsfunctionarissen bijeen om over vijf jaar Global Compact van gedachten te wisselen en nieuwe routes voor de toekomst uit te zetten. Tot de belangrijkste sprekers behoorden naast Annan en de Braziliaanse president Lula diverse ceo’s van gerenommeerde ondernemingen.

Woordvoerster Mirahv Joseph van het Britse Institute of Social and Ethical Accountability volgt de berichtgeving over het congres met grote interesse. Haar instituut publiceerde eerder deze week een uitgebreid onderzoek over hoe ’s werelds grootste honderd bedrijven scoren op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen . De uitkomsten waren zeer ’teleurstellend’.

Volgens de zogeheten Accountability Rating van het Britse instituut behaalden de honderd grootste bedrijven van de 100 te vergaren punten een gemiddelde score van slechts 24. Slechts vijf grote bedrijven, waaronder BP en Shell, behaalden meer dan 50 punten. Opvallend was ook dat Europese ondernemingen veel hoger scoorden dan Amerikaanse bedrijven. Mirahv Joseph gisteren: ‘Veel van de ceo’s van deze honderd bedrijven zijn vandaag in New York. Tegenover Annan hebben ze beloofd de negen principes na te leven. Maar uit ons rapport blijkt dat de meesten van hen niet doen wat ze beloofd hebben te doen.’