In de voedingsmiddelensector laten 105 bedrijven hun vorderingen zien op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit is meer dan een verdubbeling ten opzichte van de vorige periode, blijkt uit de jaarrapportage 2019 – 2020 van het Convenant Voedingsmiddelen. Ondanks de coronacrisis hebben meer bedrijven er werk van gemaakt om risico’s in hun ketens te identificeren en aan te pakken. Het Convenant vertegenwoordigt ruim 80 procent van de levensmiddelenindustrie en ruim 95 procent van alle supermarkten.

Het Convenant Voedingsmiddelen rapporteert over zijn tweede verslagjaar. Het monitoringsinstrument voor bedrijven is hierin uitgebreid met een eenvoudiger variant voor MKB-bedrijven. In het eerste jaar deelden 48 bedrijven hun vorderingen. Het tweede jaar is dit gegroeid naar 105 (van de circa 600) bedrijven. “We zien heel duidelijk dat internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen in toenemende mate leeft, ondanks de impact die corona op het convenant heeft gehad en nog steeds heeft. Zowel binnen grote als in kleinere bedrijven staat het op de agenda,” zegt Ewald Wermuth, onafhankelijk voorzitter van het Convenant. “De activiteiten binnen het convenant stimuleren discussies en acties. Dat zie ik ook bij bedrijven die de monitoring nog niet hebben ingevuld. Uiteindelijk gaat het erom dat we stappen zetten om de keten duurzamer te maken. De resultaten van het tweede convenantsjaar geven aan dat we op de goede weg zijn en dit gezamenlijk moeten doorzetten.”

De jaarlijkse monitoring laat zien dat met name MKB-bedrijven in de levensmiddelenindustrie het afgelopen jaar meer aandacht aan IMVO schonken. Het aandeel MKB-bedrijven aangesloten bij de FNLI dat het monitoringsinstrument heeft ingevuld is gegroeid van 15 naar 53. Ook heeft de FNLI een kwalitatieve sectoranalyse uitgevoerd (voor cacao, palmolie, soja en koffie), om te kunnen beoordelen welke stappen er gezet kunnen worden om gezamenlijk tot meer verbeteringen te komen. Dit rapport is onlangs aangeboden aan de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer.

De supermarkten hebben op elk monitoringsthema vooruitgang geboekt: opstellen beleid, toegang tot herstel, prioriteren risico’s, plannen van aanpak, evaluatie en communicatie. In de specerijensector zijn kennis en betrokkenheid in het verslagjaar flink toegenomen. Er is veel welwillendheid om met MVO-risicomanagement aan de slag te gaan.

Samenwerkingen

In het convenant zijn diverse werkgroepen actief om gezamenlijk activiteiten op te pakken. Zo is er het afgelopen jaar begonnen met een toolkit om MKB-bedrijven te helpen hun processen op internationaal MVO-risicomanagement te analyseren en in te richten volgens de OESO-richtlijnen. Ook is het ‘Banana Retail Commitment on Living Wage’-project het afgelopen verslagjaar tot uitvoering gekomen. Leefbaar loon (living wage) is het loon dat minimaal nodig is om in basisbehoeften te voorzien. In het verslagjaar is eraan gewerkt het verschil tussen het leefbaar en huidige loon binnen de bananenketen in kaart te brengen. Doelstelling is dat vanaf 2021 jaarlijks minimaal 10 procent van het verschil wordt overbrugd. De supermarkten streven ernaar om in 2025 het verschil tussen het huidige loon en het leefbaar loon voor hun totale bananenassortiment te hebben overbrugd met ten minste 75 procent. De convenantspartijen streven ernaar om de komende periode het aantal gezamenlijke projecten uit te breiden.