De Nederlandse producent van circulaire zonnepanelen Solarge heeft de start-up fase achter zich gelaten. De schaalvoordelen die nu ontstaan brengen een herziening van de toeleveringsketen met zich mee.

Na jaren van voorbereiding introduceerde Solarge in 2021 ’s werelds eerste volledig circulaire en lichtgewicht zonnepaneel: in Nederland bedacht, ontwikkeld én inmiddels geproduceerd. De aanleiding voor de totstandkoming van dit innovatieve product is tweeledig.

Nauwelijks benut

Het potentieel van zonnestroom is nog nauwelijks benut in Nederland, wat we terugzien in het lage aandeel van solar in de energieopwekking in Nederland. Dat heeft alles te maken met het soort zonnepanelen dat alle tientallen jaren op de markt is. Ze zijn door de constructie met glas en aluminium zwaar en lenen zich daardoor niet voor installatie op een groot deel van de platte daken, die kunnen het gewicht gewoonweg niet aan. Alleen al in Nederland gaat het om zo’n 250 vierkante kilometer dak dat daardoor niet voor plaatsing van zonnepanelen kan worden gebruikt. De panelen van Solarge zijn zo’n 50 procent lichter, waardoor ze wel op grote platte daken kunnen worden geplaatst.

Allesbehalve duurzaam

Een tweede aanleiding is de noodzaak van verduurzaming, dat door de voortgaande opwarming van de aarde alleen maar relevanter is geworden. De fabricage van zonnepanelen is allesbehalve duurzaam. De productie van aluminium, glas en pure  silicium voor de zonnecellen is zeer energie-intensief en gaat daardoor met veel CO2-uitstoot gepaard. Pas drie jaar na plaatsing van het paneel is dat negatieve milieueffect teniet gedaan. De zonnepanelen van Solarge zijn geheel van kunststof met een aanzienlijk lagere CO2-footprint: al na drie maanden is de CO2-uitstoot van de productie gecompenseerd.

Circular by design

Daar komt bij dat de panelen circular by design zijn: ze zijn aan het einde van de levensduur geheel te recyclen omdat alle componenten en materialen door verhitting losmaakbaar zijn en daarna weer kunnen worden gebruikt. De zonnepanelen die sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn geplaatst laten zich niet alleen lastig recyclen, maar het terugwinnen van de basismaterialen kost ook weer veel energie en levert daardoor een hoge CO2-uitstoot op. Daarbij komt dat er nauwelijks een infrastructuur voor recycling is. Sterker nog: er zijn recent kunststof-recyclers failliet gegaan.

Prijs geeft de doorslag

Eind 2023 is de productie van start gegaan en komen er circulaire zonnepanelen ‘Made in Holland’ uit de fabriek in Weert. Een mooi moment om terug te blikken en de stand van zaken op te maken met Huib van den Heuvel, chief strategic projects en één van de oprichters van Solarge. “De markt reageert positief op onze propositie, maar onze panelen wordt toch in hoofdzaak toegepast bij kleinere dan wel middelgrote projecten. Bij de heel grote projecten bestaat wel belangstelling, maar als het puntje bij het paaltje komt geeft de prijs de doorslag. Qua prijs kunnen we nog niet concurreren met Chinese partijen”, aldus Van den Heuvel. Dat komt niet alleen omdat de Chinese producenten profiteren van economies of scale, maar ook omdat ze hun producten zelfs onder de kostprijs aanbieden.

Schaduwkosten

Gerard de Leede, fysicus en hoogleraar aan de TU Eindhoven, is ook één van de oprichters van Solarge. Hij wijst op de ‘schaduwkosten’ van de Chinese producenten. De Leede: “De Chinese zonnepanelen zijn allerminst circulair. Er zit onder meer pfas en antimoon in die niet alleen giftig zijn, maar ook niet uit de afvalstroom kunnen worden gehaald. Voorts is de CO2-uitstoot die gepaard met de productie hoog door het gebruik van energie die is opgewekt door kolencentrales. Het zijn alle zaken die worden afgewenteld op volgende generaties.”

Level playing field

Vanaf 1 januari 2026 geldt de Carbon Border Tax. Aan de buitengrenzen van de EU wordt dan een belasting geheven op geïmporteerde producten met een grote CO2-footprint (de verwachting is dat dit pas vanaf 2028 voor zonnepanelen gaat gelden). Zo zal er een level playing field ontstaan, zo is althans de verwachting, tussen onder meer in de EU en in China geproduceerde zonnepanelen en -cellen. Toch is dat maar de vraag. De Chinezen hebben recent laten zien dat ze zich door de EU en de VS ingestelde importheffingen niet van de wijs laten brengen: ze houden de prijzen gelijk.

Solar Rooftop Initiative

Wat mogelijk meer perspectief biedt is dat de EU inzet op zonne-energie, blijkens de EU Solar Strategy om de opgestelde capaciteit aan zonnepanelen tussen 2025 en 2030 te verdubbelen. Onderdeel van die strategie is ook het Solar Rooftop Initiative, waarbij het gefaseerd verplicht wordt op nieuwe huizen en overheids- en bedrijfsgebouwen zonnepanelen te installeren. Ook bij vergunningsaanvragen voor renovaties wordt dat verplicht. Die markt is bij Solarge dan ook expliciet in beeld.

Schaalvoordelen

De fabriek van Solarge draait inmiddels als een zonnetje. Van den Heuvel: “Het product voldoet aan de klantverwachtingen. De  kwaliteit is goed en de prijs zal omlaag gaan.”
Solarge is duidelijk uit de start-up fase, en gaat nu de scale-up fase in. Wordt nu nog in één ploeg geproduceerd, binnenkort in twee. Als de productieaantallen toenemen, kan de kostprijs omlaag omdat de vaste kosten worden uitgesmeerd over meer producten. De opschaling heeft ook gevolgen voor de inkoopkosten en supply base. Grotere inkoopvolumes van materialen en componenten leiden tot lagere inkoopprijzen.

Single sourcing

Solarge wil ook groeien door het geven van licenties aan bedrijven die de Solarge-panelen gaan maken en gebruik maken van de supply chain en inkoopvolumes van het Nederlandse bedrijf. Uitgangspunt daarbij is local for local productie. Vooralsnog wordt gedacht aan de Amerikaanse, Braziliaanse, Nigeriaanse en Turkse markt.

In de start up fase moest uit het niets een toeleveringsketen worden ontwikkeld. In die fase werd op basis van single sourcing nauw samengewerkt met een beperkt aantal ontwikkelpartners. Waaronder kunststoffabrikant SABIC, dat een kunststofgranulaat ontwikkelde dat vrij is van toxische stoffen, waaronder pfas en antimoon.

Concurrentiestelling

Qua inkoop gaat Solarge nu een nieuwe fase in. Een aantal onderdelen en componenten, denk aan de cellen en de bekabeling, valt onder de noemer ‘commodity’ (vele leveranciers, niet strategisch) en gaat via multi sourcing worden ingekocht. Voor andere producten waarvoor Solarge in de start up fase één leverancier had, wordt dat nu dual sourcing. Concurrentiestelling met als resultaat een lagere inkoopprijs ligt daaraan ten grondslag. Solarge heeft nu een inkoopquote van zo’n 80 procent. Dat is hoog voor een industrieel bedrijf. Mede daarom is de make or buy afweging actueel. Neem de achterkant van het zonnepaneel, een kunststofcomponent. Die wordt nu buiten Europa ingekocht. Omdat Solarge inmiddels ervaring heeft met het verwerken van kunststof is de vraag of het kostentechnisch voordeliger is deze component in huis te gaan maken.

Ondermaats

Wat Gerard de Leede betreft ligt bij inkoop een van de lessen die geleerd is van het van nul af starten met een circulair product: “We hadden eerder onze blik moeten verruimen in de supply chain, kostentechnisch was dat beter geweest.”

Ook zijn collega Huib van den Heuvel heeft veel geleerd van de starfase van dit 100 procent circulaire initiatief. In de eerste plaats dat de energietransitie in feite een materialentransitie is. Ook noemt hij de rol van de overheid. “De rol van diverse Nederlandse overheden bij innovatie is goed. Bij het vervolgens opschalen naar een produceerbaar product is dat ondermaats. Verder moet je opboksen tegen de gevestigde orde, die een sterke lobby heeft. Je hebt zeker in de scale up fase bescherming nodig. De overheid geeft dan echter niet thuis. Gelukkig zijn er signalen dat dit wordt aangepakt door aanpalend beleid. We zijn zeer verwachtingsvol: the proof of the pudding is in the eating”, aldus Van den Heuvel.

Auteur:  Freek Andriesse, Versnellingsnetwerk Circulair Inkopen en Nevi