Houtbouw is bezig met een opmars, vooral vanwege de toenemende roep om duurzame en circulaire bouw en het gebruik van materialen die gemaakt zijn van hernieuwbare en biologische grondstoffen. In Nederland wordt het gebruik van hout tot op heden voornamelijk bij laagbouw toegepast. Maar ook hoogbouw in gedeeltelijke of volledige houtbouw is in opkomst. Met die groei komt ook een ongemakkelijke realiteit: houtbouw is op dit moment een containerbegrip zonder gemeenschappelijke definitie. Daarnaast ontbreken langetermijndata over houtbouwgerelateerde schades. Aon, risicoadviseur en verzekeringsmakelaar, constateert dat de bestaande regelgeving en verzekeringsmarkt slechts in beperkte mate aansluiten op de specifieke risico’s van houtconstructies. In het Whitepaper ‘Houtbouw verzekerbaar houden’ doet Aon een oproep tot samenwerking voor een duurzame toekomst.
Blijft houtbouw verzekerbaar?
Opdrachtgevers, ontwerpers en bouwers worden zodoende geconfronteerd met onzekerheid over aansprakelijkheid en verzekerbaarheid tijdens de bouwfase, gebruiks- en garantietermijn. Bekende risico’s van houtbouw zijn brand, water- en vochtschade, biologische (bijvoorbeeld houtrot en schimmelgroei) en klimaatgerelateerde schades. Naarmate het aantal bouwlagen toeneemt, stijgt het risico en daalt in de regel de verzekerbaarheid. Waar die grens ligt, hangt af van het verzekeringsproduct (ofwel het risico dat je wilt verzekeren), de verzekeraar en de getroffen maatregelen.
Definitie houtbouw
Er bestaat nog geen uniforme, vastgestelde definitie van houtbouw bij verzekeraars. Sommige verzekeraars spreken over houtbouw wanneer dragende delen van hout zijn. Andere hanteren een percentage houtgebruik als criterium. In een poging tot een gemeenschappelijke definitie te komen, stelt Aon voor de volgende omschrijving te gebruiken:
- Houtbouw is een bouwvorm waarbij minimaal 50% van het volume van de hoofddraagconstructie bestaat uit hout of houtproducten, zoals kruislaaghout (CLT) of gelamineerd hout (GLT/ LVL).
De uitdaging ligt voornamelijk bij gestapelde houtbouw. Hiervoor hanteert Aon de volgende definitie:
- Gestapelde houtbouw is houtbouw conform bovenstaande definitie met meerdere bouwlagen, met uitzondering van grondgebonden woningen.
Toetsingskader en richtlijnen
“Het gebruiken van bestaande toetsingskaders, zoals die van SWK, en het anticiperen op nieuwe richtlijnen als NTA 6125 helpen bij het leggen van een solide basis voor een veilige, verzekerbare en toekomstbestendige toepassing van hout in de Nederlandse bouw”, aldus Alex in ’t Veen, Industry Director Construction bij Aon. Het SWK-toetsingskader bevat gebundelde kennis van grote bouwbedrijven, aangevuld met de ervaring van specialisten uit de verzekeringsbranche en ondervangt het gebrek aan normering tijdens de bouwfase. De NTA 6125 is een initiatief van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), in samenwerking met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en de markt. Het voorziet in een methode voor het uitvoeren van brandrisicoanalyses, specifiek toegespitst op massief houten bouwconstructies. “Evalueer en actualiseer maatregelen en richtlijnen op basis van praktijkervaring en nieuwe inzichten, zodat het risicomanagement aansluit bij de actuele stand van techniek en regelgeving”, is het advies van In ’t Veen.
Integrale en proactieve benadering
Aon roept ook op om verzekeringsadviseurs in een vroeg stadium te betrekken bij houtbouwprojecten. “Zo identificeer je tijdig risico’s en beheersmaatregelen en vergroot je de verzekerbaarheid. Uiteindelijk draait het ook gewoon om samenwerking en kennisdeling met alle betrokken partijen. Alleen dan kunnen we komen tot een gezamenlijke standaard voor veilig en verzekerbaar bouwen met hout”, besluit de Industry Director Construction bij Aon.
Bron: AON

