De CO2-uitstoot in Nederland was in het vierde kwartaal 1,8 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2018. Volgens de tweede berekening groeide het bruto binnenlands product (bbp) in dezelfde periode met 1,6 procent. De toename van de CO2-uitstoot komt vooral doordat de energiebedrijven en de aardolie-industrie meer produceerden. Daarentegen was de CO2-uitstoot van de transportsector lager. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwe kwartaalcijfers over de CO2-uitstoot. Het vierde kwartaal van 2019 was iets kouder dan dat van 2018. Gecorrigeerd voor dit weereffect was de CO2-uitstoot in het vierde kwartaal 1,2 procent hoger dan een jaar eerder.

Hogere CO2 -uitstoot energiebedrijven

In het vierde kwartaal van 2019 was de CO2-uitstoot door energiebedrijven, waterbedrijven en afvalbeheer 3,2 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De uitstoot van deze bedrijfstakken lag in de eerste drie kwartalen van 2019 steeds lager dan een jaar eerder. Deze bedrijven waren in het vierde kwartaal goed voor bijna 28 procent van de totale uitstoot. De elektriciteitsbedrijven hebben bij hun productie minder steenkool en meer aardgas ingezet. Bij het verbranden van aardgas wordt minder COuitgestoten dan bij steenkool. Maar door de hogere productie van elektriciteit was de CO2-uitstoot in het vierde kwartaal toch hoger dan een jaar eerder.

Landbouw en industrie stoten meer COuit

In het vierde kwartaal was de CO2-uitstoot door het cluster landbouw, delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid 2,6 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit cluster was in het vierde kwartaal van 2019 goed voor ruim 26 procent van de totale uitstoot. Vooral de aardolie-industrie en de landbouwsector hebben meer COuitgestoten, terwijl de emissies in de basismetaalindustrie lager waren.

CO2-uitstoot huishoudens en dienstverlening hoger

De CO2-uitstoot van huishoudens was 1 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Huishoudens verstookten iets meer aardgas voor verwarming van woningen. De emissies door autogebruik bleven gelijk. In het vierde kwartaal bedroeg de CO2-uitstoot van huishoudens ruim 21 procent van het totaal. Verder was de CO2-uitstoot van de overige dienstverlening, die goed is voor ruim 12 procent van de CO2-uitstoot, eveneens 1 procent hoger dan in het vierde kwartaal 2018.

Lagere CO2-uitstoot transportsector

De CO2-uitstoot van de transportsector lag in het vierde kwartaal 0,9 procent lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Ook de toegevoegde waarde (productie – intermediair verbruik) was lager in deze periode. Het aandeel van de transportsector in de totale uitstoot was ruim 12 procent. De uitstoot van de zeevaart en wegvervoer was lager, terwijl de uitstoot van de luchtvaart en binnenvaart hoger lag.

In de cijfers van het vierde kwartaal van 2019 spelen de gebeurtenissen rondom het coronavirus geen rol.

De CO2-emissies zijn berekend volgens de definities van de Milieurekeningen. Het betreft hier een eerste berekening op basis van de dan beschikbare informatie. De cijfers kunnen wijzigen op grond van nieuwe statistische broninformatie die nadien beschikbaar komt.