Verklaring Internationaal MVO

Dat zei Heemskerk op 2 november 2009 tijdens een symposium over duurzame handel in Haarlem. In november 2008 ondertekenden de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties in de SER de Verklaring Internationaal MVO (IMVO). De SER-commissie Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bracht in september 2009 haar eerste voortgangsrapportage uit. Volgens Heemskerk is daarin te weinig ambitie en vooruitgang te ontdekken. ‘Een plan van aanpak en concrete doelen ontbreken. Dat betekent dat deze voortgangsrapportage me teleurstelt. Jammer genoeg blijft daardoor de toegevoegde waarde onduidelijk.’

Toeleveranciers

Met de Verklaring IMVO verbond het georganiseerde bedrijfsleven zich in 2008 aan internationaal MVO. Daarbij ging het vooral om verantwoord ketenbeheer. Ketenverantwoordelijkheid betekent dat bedrijven zich ook bezighouden met wat er bij hun toeleveranciers gebeurt. Volgens de Verklaring van de SER moeten bedrijven zich veel bewuster zijn van de sociale en ecologische productieomstandigheden bij hun toeleveranciers in risicovolle landen. De verklaring IMVO geeft aan wat van bedrijven kan en mag worden verwacht bijvoorbeeld op het gebied van betere arbeidsomstandigheden bij toeleveranciers.

Tegengas

Ketenverantwoordelijkheid is de laatste tijd als MVO-thema steeds belangrijker geworden. Met de verklaring onderstreepten de partijen in de SER dat de verantwoordelijkheid van bedrijven ook in de keten en daarmee verder dan de eigen onderneming reikt. Ook wilden ze hiermee tegengas geven aan de roep om een wettelijke regeling hiervoor. ‘Dat de werkgevers en de werknemersorganisaties de handschoen hebben opgepakt, was en is hard nodig,’ aldus Heemskerk. ‘Want ondanks goede resultaten op het gebied van MVO, scoren Nederlandse bedrijven gemiddeld slechts 1,7 op een schaal van 10 voor het leveren van informatie over hun toeleveringsketen. Dat betekent dat nog relatief veel bedrijven ofwel onvoldoende kennis hebben over hun keten, ofwel de maatschappij niet informeren over wat er gebeurt in hun keten. Dat kan en moet echt beter.’

Goede voorbeeld

Op dit moment onderzoekt Heemskerk of Nederlandse moederbedrijven in Nederland aansprakelijk kunnen worden gesteld voor schendingen van internationaal erkende mensenrechten, arbeids- en milieunormen door hun buitenlandse dochters. Daarnaast benadrukte de staatssecretaris dat er op dit moment internationaal erkende normen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn. ‘Dat zijn de OESO-richtlijnen voor multinationale bedrijven. Nederland wil die richtlijnen herzien met meer ambitie en meer concrete handvatten voor bedrijven.’

De Nederlandse overheid wil zelf het goede voorbeeld geven door internationaal voorop te lopen en te eisen dat de overheid vanaf 2010 honderd procent duurzaam inkoopt. ‘Ook eisen we dat bedrijven die gebruik maken van bijvoorbeeld exportgaranties, zich houden aan de OESO-richtlijnen. Bedrijven kunnen alleen met mij meegaan op economische missies als ze aanspreekbaar zijn op verantwoord ondernemen en verantwoord ketenbeheer.’ Onlangs heeft Heemskerk ook aangegeven hij laat uitzoeken hoe Nederland een Amerikaanse lijst met producten waarbij de kans groot is dat ze, afhankelijk van het land van oorsprong, met kinder- of dwangarbeid zijn gemaakt, kan toepassen in de Nederlandse situatie. Heemskerk hoop hiermee bedrijven meer inzicht te geven in waar de risico’s liggen. Daarnaast helpt de Nederlandse overheid bedrijven via MVO Nederland en het Initiatief Duurzame Handel.

Activiteitenkalender

Heemskerk wil echter ondanks deze kaders van de overheid dat werkgevers en werknemers het initiatief houden om van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen een succes maken. In Haarlem gaf Heemskerk aan dat hij hoopt dat de partijen in de SER op zeer korte termijn met een plan van aanpak komen. ‘Concrete doelen voor de aankomende jaren en een activiteitenkalender waarop staat wat de leden van de SER zelf gaan doen, zouden daar onderdeel van kunnen zijn.’ Ook sprak de staatssecretaris de wens uit dat maatschappelijke organisaties zoals Amnesty International en Milieudefensie actiever worden betrokken bij inhoud van het initiatief. Heemskerk zou ook graag zien dat de ‘open agenda’ van de SER voor klachten ook zou kunnen betekenen dat consumenten of maatschappelijke organisaties eventuele problemen met de naleving van de SER-verklaring op die agenda kunnen krijgen.