De Europese Raad heeft zijn onderhandelingsstandpunt (“algemene oriëntatie”) over de richtlijn betreffende de zorgvuldigheidseisen voor ondernemingen aangenomen. Deze richtlijn zal het milieu en de mensenrechten in de EU en daarbuiten beter beschermen.

Jozef Síkela, Tsjechisch minister van Industrie en Handel: “We hebben de afgelopen maanden hard gewerkt om vandaag tot dit standpunt van de Raad te komen. Wil de EU haar klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen halen en de bescherming van de mensenrechten waarborgen, dan is het belangrijk dat bedrijven de gevolgen van hun activiteiten voor de mensenrechten en het milieu in kaart brengen en voorkomen, beëindigen of beperken. Verantwoordelijk gedrag voor bedrijven die kleding, mobiele telefoons en andere voorwerpen voor dagelijks gebruik produceren, is ook iets waar Europese klanten zich steeds meer zorgen over maken.”

De zorgvuldigheidsrichtlijn bevat regels inzake verplichtingen voor grote ondernemingen met betrekking tot werkelijke en potentiële negatieve gevolgen voor de mensenrechten en het milieu, met betrekking tot hun eigen activiteiten, die van hun dochterondernemingen en die van hun zakenpartners. De richtlijn bevat ook regels inzake sancties en burgerlijke aansprakelijkheid voor inbreuken op deze verplichtingen. Ten slotte worden ondernemingen verplicht een plan aan te nemen dat ervoor zorgt dat hun bedrijfsmodel en -strategie verenigbaar zijn met het Akkoord van Parijs.

De richtlijn zal de EU helpen bij de overgang naar een meer klimaatneutrale en groene economie, zoals beschreven in de Europese Green Deal en de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.

Betrokken ondernemingen

De regels van de zorgvuldigheidsrichtlijn gelden voor grote EU-ondernemingen en voor niet-EU-ondernemingen die in de EU actief zijn.

Voor EU-ondernemingen zijn de criteria die bepalen of een onderneming onder het toepassingsgebied van de richtlijn valt, gebaseerd op het aantal werknemers en de wereldwijde netto-omzet van de onderneming, terwijl voor niet-EU-ondernemingen het criterium betrekking heeft op de netto-omzet die in de EU wordt behaald.

Indien een niet-EU-onderneming voldoet aan het criterium betreffende de in de EU behaalde netto-omzet, valt zij onder het toepassingsgebied van de zorgvuldigheidsrichtlijn, ongeacht of zij een bijkantoor of een dochteronderneming in de EU heeft.

De tekst van de Raad voorziet in een gefaseerde toepassing van de regels van de richtlijn. De regels zouden voor het eerst van toepassing zijn op zeer grote ondernemingen met meer dan 1000 werknemers en een wereldwijde netto-omzet van 300 miljoen euro of, voor niet-EU-ondernemingen, een netto-omzet van 300 miljoen euro die in de EU wordt behaald, drie jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn.

Definities

Volgens de tekst van de Raad zullen de voorschriften van de richtlijn van toepassing zijn op de “keten van activiteiten” van een onderneming, die de upstream- en in beperkte mate ook de downstream-zakenpartners van een onderneming omvat, aangezien de fase van het gebruik van de producten van de onderneming of de verrichting van diensten buiten beschouwing wordt gelaten.

De tekst van de Raad versterkt ook de risicogebaseerde aanpak en de regels inzake de prioritering van de schadelijke effecten om ervoor te zorgen dat het uitvoeren van de zorgvuldigheidseisen voor ondernemingen haalbaar is.

Wettelijke aansprakelijkheid

De tekst van de Raad verschaft meer duidelijkheid over de voorwaarden van wettelijke aansprakelijkheid, een bepaling die volledige vergoeding waarborgt van schade die voortvloeit uit het niet naleven van de zorgvuldigheidseisen door een onderneming.

Volgende stappen

De algemene oriëntatie van vandaag vervolledigt het door de Raad overeengekomen onderhandelingsstandpunt. Zij verleent het voorzitterschap van de Raad een mandaat om de onderhandelingen met het Europees Parlement aan te vatten.