Vandaag hebben het voorzitterschap van de Raad en de onderhandelaars van het Europees Parlement een voorlopig akkoord bereikt om de eisen inzake duurzaamheidsverslaggeving en due diligence te vereenvoudigen en zo het concurrentievermogen van de EU te versterken. Het akkoord vereenvoudigt de richtlijnen inzake corporate sustainability reporting (CSRD) en corporate sustainability due diligence (CSDDD) door de rapportagelast te verminderen en het doorsijpeleffect van verplichtingen op kleinere bedrijven te beperken.

Marie Bjerre, Minister van Europese Zaken van Denemarken: “Vandaag hebben we onze belofte nagekomen om lasten en regels te verminderen en het concurrentievermogen van de EU te versterken. Dit is een belangrijke stap in de richting van ons gemeenschappelijke doel om een ​​gunstiger ondernemingsklimaat te creëren dat onze bedrijven helpt groeien en innoveren.”

Morten Bødskov, Minister van Industrie, Handel en Financiën van Denemarken: “Europese bedrijven worden al jaren geconfronteerd met golf na golf van bureaucratie. Dit heeft groene investeringen vertraagd en ons concurrentievermogen verzwakt. Nu zetten we een grote en belangrijke stap in de goede richting. Met duidelijke en eenvoudige regels kunnen bedrijven zich concentreren op hun kernactiviteiten, zodat we een betere prijs-kwaliteitverhouding bereiken in de groene transitie, Europese banen creëren en het groei- en investeringsvermogen van bedrijven versterken. Het Deense voorzitterschap heeft hierop aangedrongen en we zetten het tempo voort.”

Richtlijn Duurzaamheidsverslaggeving (CSRD)

Wat betreft de CSRD heeft de Commissie voorgesteld om de werknemersdrempel te verhogen naar 1.000 werknemers en beursgenoteerde mkb-bedrijven uit de werkingssfeer van de richtlijn te halen. In het voorlopige akkoord hebben de medewetgevers een netto-omzetdrempel van meer dan € 450 miljoen toegevoegd om de rapportagelast voor ondernemingen verder te verlichten.

De medewetgevers kwamen ook overeen om financiële holdings vrij te stellen van de reikwijdte van de CSRD en kwamen een overgangsvrijstelling overeen voor bedrijven die vanaf boekjaar 2024 moesten beginnen met rapporteren (de zogenaamde “golf één”-bedrijven), die buiten de reikwijdte vallen voor 2025 en 2026.

Ten slotte introduceert de voorlopige overeenkomst een herzieningsclausule met betrekking tot een mogelijke uitbreiding van de reikwijdte voor zowel de CSRD als de CSDDD.

Richtlijn inzake due diligence maatschappelijk verantwoord ondernemen (CSDDD)

Hoewel de reikwijdte van de CSDDD niet onder het voorstel van de Commissie viel, verhoogt de voorlopige overeenkomst de drempels naar 5.000 werknemers en een netto-omzet van € 1,5 miljard. De medewetgevers waren van mening dat dergelijke grote bedrijven de grootste invloed hebben op hun waardeketen en het best toegerust zijn om een ​​positieve impact te creëren en de kosten en lasten van due diligence-processen te absorberen.

Identificatie en beoordeling van negatieve effecten

Het voorstel van de Commissie beperkt de verdere beoordeling van de identificatiefase tot de eigen activiteiten van de onderneming, die van haar dochterondernemingen en die van haar directe zakenpartners. De voorlopige overeenkomst heft deze beperking op. In plaats daarvan kunnen bedrijven zich richten op de gebieden in hun activiteitenketen waar de daadwerkelijke en potentiële negatieve effecten het meest waarschijnlijk zijn. Om bedrijven flexibiliteit te bieden, krijgen ze, wanneer ze negatieve effecten hebben geïdentificeerd die even waarschijnlijk of even ernstig zijn op verschillende gebieden, de mogelijkheid om prioriteit te geven aan de beoordeling van negatieve effecten die directe zakenpartners betreffen. Bovendien zouden bedrijven niet langer verplicht moeten zijn om een ​​uitgebreide inventarisatie uit te voeren, maar in plaats daarvan een meer algemene scoping. Bedrijven dienen hun inspanningen te baseren op redelijkerwijs beschikbare informatie, waardoor het doorsijpeleffect van informatieverzoeken op kleinere zakenpartners wordt verminderd.

Klimaattransitieplannen

Om de lasten aanzienlijk te verlichten, is de verplichting voor bedrijven om een ​​transitieplan voor klimaatverandering op te stellen, geschrapt.

Burgerlijke aansprakelijkheid, sancties en omzetting

De voorlopige overeenkomst schrapt de geharmoniseerde aansprakelijkheidsregeling van de EU en de verplichting voor lidstaten om ervoor te zorgen dat de aansprakelijkheidsregels van doorslaggevende betekenis zijn in gevallen waarin het toepasselijke recht niet het nationale recht van de lidstaat is. Er is een herzieningsclausule opgenomen over de noodzaak van een geharmoniseerde aansprakelijkheidsregeling van de EU.

Wat sancties betreft, zijn de medewetgevers overeengekomen om maximaal 3% van de netto wereldwijde omzet van het bedrijf te behalen, waarbij de Commissie de nodige richtsnoeren hiervoor zal uitvaardigen.

Ten slotte stelt de voorlopige overeenkomst de omzettingstermijn van de CS3D met een jaar uit, tot 26 juli 2028. Bedrijven moeten uiterlijk in juli 2029 aan de nieuwe maatregelen voldoen.

Volgende stappen

De voorlopige overeenkomst moet nu worden goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement voordat deze formeel door beide instellingen wordt aangenomen: 10 december (stemming in Coreper II, Council); 11 december (stemming in JURI, Parliament), 16 december (stemming in plenary, Parliament).

 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief Verslaggeving & Transparantie om op de hoogte te blijven!