Polestar creëert exclusieve elektrische performance modellen die een minimalistisch design en innovatieve technologie combineren met duurzame oplossingen. Door continue te innoveren op het gebied van duurzaamheid is de totale ecologische voetafdruk van de eerste elektrische performance SUV van Polestar, de Polestar 3, lager dan die van de kleinere Polestar 2 toen deze in 2020 werd gelanceerd: 24,7 tCO2e versus 26,1 tCO2e. Het merk toont hiermee aan dat ook met grote SUV’s de impact op het klimaat kan worden verminderd.

Het merendeel van de uitstoot van broeikasgassen (BKG) is afkomstig van de winning en verwerking van verschillende materialen, zoals aluminium en staal, en de productie van batterijen. Uit de Lifecycle Assessment (LCA) voor de Polestar 3 blijkt dat de productie en raffinage van materialen 68% bijdraagt aan zijn cradle-to-gate voetafdruk. 24% van deze afdruk wordt veroorzaakt door de toepassing van aluminium, 17% voor ijzer en staal en 24% voor de productie van batterijmodules.

Polestar richt zich niet alleen op de implementatie van bestaande oplossingen, maar kijkt vooral ook naar nieuwe manieren om de uitstoot te verlagen die nu nog niet als haalbaar worden gezien. Een bestaande oplossing is bijvoorbeeld de toepassing van aluminium dat is geproduceerd met behulp van hernieuwbare elektriciteit. In de toekomst kan ook staal worden gemaakt met hernieuwbare energie. Het merk kijkt ook naar geheel nieuwe oplossingen die betrekking hebben op elektronica, banden en thermoplastische materialen.

Bij de uitrol van de ambitieuze cradle-to-gate-doelstelling voor de Polestar 3, is lering getrokken uit de vermindering van de CO2-voetafdruk van de Polestar 2. Als gevolg hiervan wordt 81% van de totale aluminiummassaproductie van de Polestar 3, de productie van Li-ion-batterijcelmodules en de productie van anode- en kathodemateriaal uitgevoerd met 100% hernieuwbare elektriciteit. Met deze aanpak kan 8,5 tCO2e worden bespaard.

De Polestar 3 wordt in eerste instantie alleen gebouwd in de fabriek van Volvo Cars in Chengdu, China, en de aanvullende productie start naar verwachting medio 2024 in South Carolina, VS. Beide fabrieken draaien op 100% hernieuwbare elektriciteit. Er wordt een separate LCA opgesteld voor de exemplaren die in de fabriek in de VS geproduceerd gaan worden.

Fredrika Klarén, Head of Sustainability bij Polestar: “Het merendeel van de broeikasgasemissies van een auto komt voort uit de winning en verwerking van materialen. Nu we de adoptie van elektrische auto’s versnellen, kunnen we ook veel doen om de productiegerelateerde uitstoot te verminderen en daarmee de rol van elektrische auto’s als klimaatoplossing verder versterken. De Polestar 3 is daar een bewijs van.”

Het LCA-rapport is verregaand transparant over de milieu-impact van de auto. De LCA is berekend op basis van drie verschillende elektriciteitsmixen en een gereden afstand van 200.000 km. De methodologie om de gebruiksfase van elektriciteit te beoordelen is bijgewerkt en omvat nu realistischere scenario’s van het IEA (International Energy Agency) die rekening houden met het grotere aandeel hernieuwbare energiebronnen, wat hun potentieel voor het verminderen van de uitstoot van de auto tijdens de gebruiksfase onderstreept. Polestar houdt voor het eerst in een LCA nu ook rekening met het onderhoud aan auto’s. De cradle-to-grave CO2-voetafdruk van de Polestar 3 varieert van 28,5 tot 44,5 tCO2e, afhankelijk van de elektriciteit die wordt gebruikt om de SUV tijdens zijn levensduur op te laden.

Het LCA-rapport is uitgevoerd in overeenstemming met ISO 14067:2018 en is het eerste LCA-rapport van Polestar dat is beoordeeld door een derde partij, het wereldwijde strategische, milieu- en ingenieursbureau Ricardo plc.