Maar twee weken geleden tuimelde oliegigant Shell uit deze prestigieuze index. Al snel rezen er vragen of bij nader inzien deze koppeling tussen indexopname en bonussen wel zo gelukkig was. Is de index te subjectief en ondoorzichtig? Zeker niet.
Medio september maakte Sustainability Asset Management (SAM) zijn beoordeling bekend van de duizenden bedrijven die het jaarlijks in opdracht van Dow Jones doorlicht. Naast oude bekenden als AkzoNobel, TNT en Unilever, werden opnieuw twee Nederlandse debutanten in de DJSI verwelkomd. KPN en Corio traden toe tot het duurzame eliteklasje. Shell echter moest het veld ruimen.

De perikelen in Nigeria rondom – vermeende – sabotages en olielekkages deden het bedrijf de das om. Nota bene een bedrijf dat zijn beloningsbeleid op de notering in de index baseert.
Onder duurzaamheidcritici klonken al snel twijfels over de geschiktheid van de index als graadmeter voor beloningsbeleid. Immers, golden de Nigeria-argumenten vorig jaar dan niet? Bovendien geeft SAM maar beperkt inzicht in zijn methodologie en we wilden toch een transparanter beloningsbeleid?

Wat hierbij over het hoofd wordt gezien, is dat de DJSI een ‘best in class rating’ is. Iets wat vorig jaar nog tot de hoofdprijs leidde, kan dit jaar kelderen in waardering, omdat een ander het nu beter doet. Dat is juist de sterkte van de index; deze zet aan tot onderlinge competitie.

Bovendien hanteert SAM naast een uitgebreid schriftelijk duurzaamheidassessment een eigen arbitraire beoordeling voor onderwerpen die niet in een vragenlijst te vangen zijn, zoals hoe met publieke duurzaamheidaffaires is omgegaan. Beloningsexperts kijken daar niet vreemd van op, want ook de raad van commissarissen heeft zo’n non-discretionaire bevoegdheid. In het geval van Shell is SAM klaarblijkelijk tot het oordeel gekomen dat het in Nigeria adequater had kunnen optreden
SAM zal aan Shell uitleggen waarom het dat vindt, hetgeen ook transparant tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders toegelicht kan worden. Dat SAM niet tot in detail zijn kwantitatief afwegingskader openbaart is begrijpelijk. Het zou het ongewenste box-ticking in de hand werken. Ervaringen als die van Shell scherpen SAM op zijn beurt om te beoordelen of meer transparantie geboden is.

De DJSI is daarmee een uitstekende parameter om duurzaamheidprestaties in het beloningsbeleid mee te wegen. Het is een van de weinige integrale, accountantsgecontroleerde best in class ratings die stimuleren om sociale en milieuprestaties serieus te nemen. Deze prestaties zeggen minstens zo veel over de waarde en toekomstbestendigheid als veel minder beïnvloedbare parameters als total shareholder return.

Een prima mogelijkheid om de huidige kloof tussen beloning en maatschappelijke waardering te dichten. Bedrijven die deze stap durven zetten verdienen respect en aanmoediging.

Rob van Tilburg is werkzaam bij DHV en medeauteur van de ‘Handreiking sustainable remuneration’.