De Tilburgse hoogleraar bedrijfsethiek Wim Dubbink vindt dat overheid drie fundamentele denkfouten maakt in haar beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). In het kort: de overheid laat het aan bedrijven zelf over om al dan niet maatschappelijk verantwoord te gaan ondernemen, ze weigert onderscheid te maken tussen ‘moreel correct handelen en moreel lovenswaardig handelen’ en blijft ‘insisteren dat mvo loont’.

Over die laatste ‘denkfout’ van de overheid wil ik het hier hebben. Oftewel, in  hoeverre verhoudt maatschappelijk verantwoord ondernemen zich tot winst maken? Levert het een bedrijf überhaupt iets op om in zijn bedrijfsvoering rekening te houden met andere belangen dan die van de onderneming zelf?

Winst is meer dan geld alleen

Interessant in dit verband is een onderzoek van de Amerikaanse econoom Caroline Flammer naar het effect van verhoogde concurrentie op de bereidheid van bedrijven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Flammer deed een experiment met importtarieven. Een interventiegroep (van bedrijven) kreeg te maken met een verlaging van de importtarieven, een controlegroep niet.

Uit Flammers onderzoek blijkt dat bedrijven meer investeren in maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering als de importtarieven dalen. Door de lagere tarieven neemt de internationale concurrentie toe en zijn bedrijven om hun winstgevendheid op peil te houden, gedwongen zich op andere wijze dan met prijzen alleen van hun concurrenten te onderscheiden. Bijvoorbeeld door ‘groen’ en ‘fair’ te gaan ondernemen.

Positieve relatie

Ook ons onderzoek naar de relatie tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en winstgevendheid duidt op een positieve en statistisch significante relatie tussen de twee. Uit onze meta-analyse van 344 bestaande studies blijkt dat de winst echter niet alleen bestaat uit geld, maar ook uit betere reputatie, meer innovatief vermogen, verminderd risico en grotere steun van alle belanghebbenden.

Reputatieverbetering

Een bedrijf dat maatschappelijke verantwoord onderneemt, geeft een signaal af dat het geld wil verdienen, maar wel binnen bepaalde morele randvoorwaarden. Daarmee versterkt het bedrijf zijn maatschappelijke imago en wordt het aantrekkelijker voor financiers, aandeelhouders, werknemers en afnemers.

Het komt de reputatie van een bedrijf dus ten goede als het mensen met wie het een economische band heeft netjes behandelt. Denk daarbij aan klanten die een goed of dienst afnemen en werknemers die die hun arbeidskracht aanbieden in ruil voor een salaris, leveranciers die grondstoffen leveren in ruil voor een vergoeding, en aandeelhouders die financiële middelen verstrekken in ruil voor een aandeel.

Bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen krijgen steun van deze primaire belanghebbenden, omdat de laatsten erop vertrouwen dat hun belangen goed worden behartigd. Werknemers zijn vaak gemotiveerder en productiever, klanten loyaler en zelfs bereid om iets extra’s te betalen en investeerders eerder bereid om geld in het bedrijf te steken

De reputatie van een bedrijf is er nog meer bij gebaat als het in zijn bedrijfsvoering tevens rekening houdt met de belangen van secundaire belanghebbenden: milieu, dieren, natuur, en samenleving. Zij hebben weliswaar geen directe economische relatie met het bedrijf, maar worden wel geconfronteerd met de gevolgen van de bedrijfsvoering. Als een bedrijf verspilling en vervuiling weet terug te dringen, dan is dat goed voor zijn reputatie onder deze groep belanghebbenden.

Innovatie

Een bedrijf dat rekening houdt met zowel primaire als secundaire belanghebbenden, ontwikkelt een antenne voor de wensen en behoeften van de samenleving. Iets wat een bedrijf van pas komt als het zijn product of dienst bijtijds aan de dynamische markt wil kunnen aanpassen.

Wat geldt voor reputatie gaat ook op voor vernieuwing. Een bedrijf dat maatschappelijk verantwoord onderneemt en rekening houdt met alle belanghebbenden is in staat op tijd succesvolle, winstgevende innovaties te ontwikkelen en implementeren.

Risicovermindering

Onze analyse laat zien dat bedrijven met een sterk mvo-profiel minder gevoelig zijn voor externe gebeurtenissen die het bedrijfsresultaat negatief kan beïnvloeden. Milieuschandalen bijvoorbeeld treffen vooral de ‘viespeuken’ en hebben minder dramatische gevolgen voor bedrijven die de reputatie hebben dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen en het milieu en de volksgezondheid proberen te ontzien.

Goed in de praktische moraliteit

Ook blijkt dat maatschappelijk verantwoorde ondernemingen niet alleen economische winst boeken, maar ook worden beloond met een goede reputatie, een sterker innovatief vermogen, en vermindering van de risico’s. Dubbink ontkent overigens niet dat maatschappelijk verantwoord ondernemen kán lonen, de overheid maakt volgens hem echter een fundamentele denkfout als ze benadrukt dat het loont, hoe dan ook.

Onze bevindingen duiden erop dat maatschappelijk verantwoord ondernemen inderdaad loont, zoals de overheid veronderstelt. Maar Dubbink heeft zeker een punt als hij waarschuwt voor cynisme, als maatschappelijk verantwoord ondernemen niet meer blijkt te zijn dan een dekmantel voor onverantwoordelijk winstbejag.

Pushpika Vishwanathan is universitair docent aan de Amsterdam Business School van de Universiteit van Amsterdam. Ze maakt deel uit van de International Strategy & Marketing Group. Dit artikel is met haar toestemming overgenomen van https://www.socialevraagstukken.nl/