De extreme weersomstandigheden wijzen ons op de risico’s van klimaatverandering. Het nieuwe IPCC-rapport en de VN-conferentie over klimaatverandering (COP26) benadrukken daarom de noodzaak om actie te ondernemen. Internationale bierbrouwers werden, na een sterk tweede kwartaal dit jaar, in het tweede deel van 2021 geconfronteerd met deze ontwikkelingen. Net als bij de rest van de voedings- en drankindustrie werden hun duurzaamheidsprestaties onder de loep genomen volgens analisten van de Rabobank. De zorg over duurzaamheid neemt toe bij alle belangrijke stakeholders. Hoewel veel bedrijven intern al afspraken hadden over duurzaamheid, is de externe druk van consumenten, regelgevende instanties en investeerders op brouwerijen en andere drankenproducenten toegenomen. Beleidsmakers en multilaterale organisaties zijn hun aandacht aan het verleggen van richtlijnen naar vastgelegde doelstellingen. Dit betekent dat brouwers een keuze moeten maken: actie uitstellen en inboeten aan geloofwaardigheid, óf de verandering omarmen en gebruiken om strategisch bedrijfsvoordeel te creëren.

Verschuivingen door de consument

Naast verschuivingen in de regelgeving is er ook door de veranderende consumentendemografie meer belangstelling voor het duurzaamheidsthema. Twee belangrijke verschuivingen op het gebied van marketing en branding die door de consument worden aangedreven zijn aan de ene kant de verwachting dat merken duurzaam ondernemen. Er is echter geen beloning als ze dat ook doen. Maar voldoet een merk niet aan de verwachtingen van de consument over ethisch en bewust ondernemen, dan krijgt het wel een negatief imago en wordt misschien zelfs links gelaten. Aan de andere kant rekken consumenten het begrip duurzaamheid uit tot meer dan milieu. Duurzaamheid kent ook een sociale en ethische kant.

Duurzaamheid als strategie

Door veranderend consumentengedrag zijn nu ook koolstofvoetafdruk en duurzame bevoorrading belangrijker geworden. Duurzaamheid is geen eenmalige oefening, maar moet de mentaliteit worden. Bij duurzaamheid ligt de focus nu op directe en indirecte broeikasgasemissies (scope 1- en scope 2-emissies). Deze zijn makkelijker te beheersen, maar maken over het algemeen slechts een klein deel uit van de totale koolstofvoetafdruk van een brouwerij. Scope 3-emissies vormen vaak het grootste deel van de koolstofvoetafdruk en worden gemaakt uit bronnen die brouwers meestal niet zelf in bezit hebben of niet beheren. Denk aan grondstoffen, mout, logistiek en verpakking. De Rabobank is van mening dat brouwers scope 3 activiteiten moeten zien als een mogelijk voordeel op concurrenten. Door zich te richten op het verbeteren van de concurrentiemogelijkheden op de inkoop en bevoorradingsketen, kunnen zij hun koolstofvoetafdruk verkleinen en een strategisch bedrijfsvoordeel op te bouwen.

Twee bedrijfsmodellen voor buitenlands bier

Buitenlandse merken zijn in waarde goed voor meer dan een kwart van de wereldmarkt. Er zijn twee bedrijfsmodellen die voor buitenlands bier kunnen worden gebruikt, centrale (import) en lokale productie. Deze hebben elk hun eigen voordelen. Authenticiteit is een belangrijke reden voor centrale productie. Echter, in de afgelopen twee jaar zijn drie van de top 12 buitenlandse biermerken overgegaan naar lokale productie om zo het traject van brouwer naar consument te versnellen. We zien drie belangrijke veranderingen die van invloed zijn op de keuze van het bedrijfsmodel: toegenomen aandacht voor duurzaamheid en versheid, toegenomen volatiliteit (beweeglijkheid) in de internationale handel en hogere kosten van logistiek en verpakkingsmateriaal.

Duurzaamheid en versheid

Productie dicht bij de consument hoeft niet duurzamer te zijn dan centrale productie. Dit kan namelijk leiden tot inefficiënties die grotere gevolgen kunnen hebben dan transport. Maar als duurzaamheidsoverwegingen een hogere prioriteit krijgen en er meer rekening wordt gehouden met scope 3-emissies, wordt het aantrekkelijker om dichter bij de consument te produceren. Door de productie uit te besteden aan lokale brouwers kan inefficiëntie worden verminderd.

Volatiliteit van de voorwaarden van de internationale handel

Onlangs zijn de stabiliteit van de handelsbetrekkingen en de aanname van gemakkelijke toegang ter discussie gesteld. De recente tarieven van de VS op EU-wijn, de vergeldingsheffingen van de EU op Amerikaanse whisky en de verhoging van de Chinese tarieven op Australische wijn zijn allemaal voorbeelden van de toenemende volatiliteit van de markt.

Hogere logistieke kosten

Ook de internationale vrachtkosten tussen de markten zijn minder zeker en stegen dit jaar fors, wat grotendeels de oorzaak is van de inflatie. Wij gaan er vanuit dat er ook onderliggende structurele veranderingen in de wereldwijde vrachtmarkt hebben plaatsgevonden en dat de vrachtkosten niet teruggaan naar eerdere dieptepunten. Dit zet brouwers opnieuw onder druk om op zoek te gaan naar lokale oplossingen.

Besparingen zijn mogelijk maar niet gegarandeerd

Naast een kleinere koolstofvoetafdruk maakt de kostenbesparing de overgang naar lokaal brouwen ook interessant. Het weghalen van zeevrachtkosten kan op korte termijn een grote invloed hebben op de winstgevendheid. Maar misschien net zo belangrijk is dat de kans op mogelijke blootstelling aan de toenemende handelsoorlogen vermindert. Zo zal het brouwen op de lokale markt de ecologische voetafdruk van de brouwer verkleinen en tegelijkertijd ook risico’s verminderen en operationele marges verbeteren. Concurrerende merken die afhankelijk blijven van import zullen een blijvend nadeel ondervinden en hun route naar de markt wellicht moeten heroverwegen.

Lees het volledige rapport (Engels)