De omvang van de bio-economie wordt geschat op 350 tot 450 miljard Euro(1) in Europa. Ter vergelijking: dit is even groot als de huidige voedingsmiddelensector in Europa. De bio-economie geeft kansen voor Nederland en zeker voor Noord-Brabant als belangrijkste agro-food regio van Nederland.
De kansen van de bio-economie zijn voor veel tuinders, akkerbouwers en veehouders onbekend. Agro & Co ziet een aantal paden waarlangs de bio-economie zich kan ontwikkelen. Concrete kansen voor de agrosector zijn: verwaarding van nevenstromen en productie van nieuwe non-food gewassen zoals algen.

Op het moment dat de agrarische sector ook een deel van de verwerking naar zich toe trekt, de zogeheten bio-raffinage, kan zij haar positie in de bio-economie versterken. Coöperaties produceren dan niet alleen voedsel, maar bijvoorbeeld ook grondstoffen voor verpakkingen, lijmen en andere materialen. Overigens zijn er al succesvolle voorbeelden van non-food producten gerealiseerd door bijvoorbeeld COSUN en AVEBE.
Als de agrosector nu instapt, kan zij als toeleverancier van hoogwaardige agrogrondstoffen niet alleen omzet, maar ook toegevoegde waarde realiseren. Echter, daarvoor is wel nauwe samenwerking nodig tussen de agrosector, de procesindustrie, de logistieke en chemische sector.

Aanzienlijke investeringen in kennis, ketenvorming en infrastructuur zijn noodzakelijk om de kansen in de bio-economie te pakken. Dit kan een agrarisch ondernemer niet alleen. Samenwerking tussen agrarisch ondernemers onderling en met andere partijen is cruciaal voor succes in de bio-economie. Het traditionele samenwerkingsmodel van de agrosector, de coöperatie, is wellicht juist nu een model om deze kansen te benutten en groene groei te realiseren. Als de agrosector haar krachten niet bundelt, rest haar de ondergeschikte rol van leverancier van laagwaardige grondstoffen.