Wereldwijd zijn topbestuurders het erover eens dat het meten van invloed die bedrijven hebben op de omgeving waarin ze opereren nodig is om risico’s beter te beheersen. Maar liefst 93 procent gelooft dat het tonen van impact van de bedrijfsvoering op werkgelegenheid, milieu en belastingen leidt tot betere beslissingen en een sterkere reputatie. Nu meten en tonen veel ondernemingen voornamelijk enkel hun financiële resultaten.

De conclusies zijn gepubliceerd in ‘Measuring and managing total impact: a new language for business decisions’. Na een lange periode van economische bloei, gevolgd door een plots verval, zoeken veel organisaties naar een minder enge definitie van de begrippen winst en verlies. Het rapport spreekt over de term ‘duurzaam gezonde groei’ (good growth) – een meer inclusieve en verantwoorde opvatting over economische groei.

“Het tijdperk van groei tegen elke prijs is voorbij”, zegt Robert van der Laan, partner bij PwC en verantwoordelijk voor sustainability en integrated reporting. “Financiële verantwoording volstaat niet langer. De eenzijdige focus op winst maakt plaats voor een benadering waarbij de economische en sociale impact en de invloed op milieu en tax een rol spelen.”

Het rapport is het resultaat van drie jaar samenwerking tussen ondernemingen en milieuspecialisten en sociaal- en macro-economen van PwC. Het rapport brengt niet alleen in kaart hoe organisaties hun totale impact zo objectief mogelijk kunnen meten, maar ook hoe ze meetresultaten kunnen gebruiken in hun besluitvormingsproces. Voor het onderzoek zijn 187 CEO’s geïnterviewd, werkzaam bij bedrijven met een omzet tussen 100 miljoen en 10 miljard dollar.

Minder dan een kwart van de 187 ondervraagde topbestuurders gebruikt informatie over de totale impact van hun bedrijfsvoering op de omgeving bij het nemen van besluiten. En minder dan 15 procent rapporteert over de totale impact op de omgeving. Desondanks gelooft vier op de vijf ondervraagden dat een brede impactverantwoording waardevoller is dan de huidige conventionele wijze van verslaglegging. Zo helpt het hen naar eigen zeggen bij het identificeren van marktkansen.

Het rapport illustreert de werking van total impact measurement aan de hand van een case over een drankenfabrikant. De beslissing van de fabrikant om gerst te importeren in Afrika in plaats van lokaal te verbouwen maakt de negatieve impact van het gebruik van water en land in Afrika kleiner, maar heeft een positieve impact op investeringen, levensonderhoud en de gemeenschap. “Als een onderneming bij elke beslissing zich afvraagt wat de impact en de neveneffecten zijn, komt dit de besluitvorming ten goede”, aldus Robert van der Laan.

De fundamentele stap die bedrijven nog lastig vinden, is het echt meten van impact in plaats van verhalen erover vertellen. “Daarvoor is een gemeenschappelijke taal, uitgedrukt in geld, nodig waarmee bijvoorbeeld beleggers verschillende ondernemingen kunnen vergelijken”, zegt Robert van der Laan. Het rapport geeft hiertoe een aanzet. Naar aanleiding van de Natuurtop van staatsecretaris Sharon Dijksma afgelopen juni hebben grote Nederlandse ondernemingen een verklaring ondertekend om hiervoor methodieken uit te werken.