Verschillende B Corps hebben zich recent kritisch uitgelaten over de toelating van grote bedrijven tot het keurmerk en plaatsen vraagtekens bij de sociaal-maatschappelijke impact van haar mede B Corpers Nespresso, ‘The B Corp Standard is at Risk’, en Evian en Spadel, ‘To B or not to B?’. Is het B Corp keurmerk inderdaad te soft?

Samenvattend

  • B Corp krijgt kritiek omdat het keuringssysteem niet dwingt tot de meest vergaande duurzaamheid en daarmee potentieel ruimte laat voor green en social washing. Zie ook het FD-bericht ‘Zweem van ‘greenwashing’ overschaduwt gewild ecocertificaat’ van 12 augustus jl.
  • De positie die het keurmerk kiest, faciliteert de noodzakelijke economische transitie door ook grote bedrijven aan te sluiten en in beweging te zetten. Deze functionele positie is nu nodig.
  • Daarnaast moeten de meest duurzame sociale ondernemingen wel degelijk ook herkenbaar zijn, dat doet de Code Sociale Ondernemingen.

Urgentie van de noodzakelijke transitie

De kritiek onderstreept de urgentie van de noodzakelijke transitie van een oude economie die ten koste gaat van milieu en mens naar een nieuwe economie die de grenzen van de aarde respecteert en sociale inclusie realiseert. Voor deze noodzakelijke transitie worden regels gegeven en kaders geschapen, zoals de EU-taxonomie voor groene investeringen, met tal van keurmerken, waarover ook een kritische FD-column afgelopen 14 augustus. Deze kaders pogen duidelijkheid te bieden over wat er minimaal verwacht wordt om de schadelijke effecten van ondernemingen, ook binnen hun waardeketen, te beëindigen: ‘do no harm’, en kunnen – in de woorden van Paul Polman – bijdragen aan ‘net positive’: ondernemingen die de sociaal-maatschappelijke missie en impact integreren in de doelstellingen. Deze kaders dragen ook bij aan herkenbaarheid voor investeerders, beleidsmakers en niet in de laatste plaats de klanten van deze ondernemingen.

Aanjagende instrumenten

Een van de instrumenten die in deze functies wil voorzien is dus het wereldwijde B Corp keurmerk dat bedrijven kunnen voeren nadat zij door een grondige toetsing zijn gegaan. Een bedrijf moet met een vragenlijst minimaal 80 van de 200 punten behalen. Minder goed scorende gebieden kunnen dan evenwel worden gecompenseerd zodat een B Corp niet op alle gebieden de meest duurzame hoeft te zijn. Dit heeft een functie – doordat het inclusie van meer en veelal grotere bedrijven mogelijk maakt – maar het laat ook de behoefte aan herkenbaarheid van de meest duurzame sociale ondernemingen onbeantwoord. Een ander, Nederlands, instrument dat zich volledig richt op die herkenbaarheid is de Code Sociale Ondernemingen, dat op basis van vijf principes toetst of een bedrijf een sociale onderneming (ook wel maatschappelijke of impact onderneming genoemd) is en een plaats verdient in het bijbehorende register.

Het transitie krachtenveld: het x-curve framework

Transities worden gedreven door disruptieve ontwikkelingen die drastisch breken met bestaande structuren én door aanpassingen vanuit de bestaande structuren door first movers. Het x-curve framework van DRIFT brengt dit perspectief duidelijk in beeld. Het framework visualiseert de opbouwende en afbrekende krachten binnen de samenleving die leiden tot een kantelpunt waarna een nieuwe maatschappelijke dynamiek ontstaat. In deze x-curve is B Corp echt een first mover vanuit de bestaande ontwikkelingen. B Corp is een drijvende kracht om met voldoende massa het kantelpunt te bereiken. Voor die massa zijn ook grote bedrijven nodig. Als je de ruimte die het B Corp keurmerk biedt nu weghaalt, dan doet dat af aan de transitie omdat het B Corp keurmerk dan minder haalbaar en aantrekkelijk wordt voor grotere bedrijven. Wij denken dat B Corp op dit moment een belangrijke rol heeft als beweging naar verduurzaming (en voor hopelijk veel bedrijven naar sociaal ondernemerschap).

Daarnaast bieden disruptieve ontwikkelingen de benodigde krachten die de curve omhoogtrekken naar het kantelpunt. Disruptieve, innovatieve ondernemingen kijken iedere keer hoe ver je kunt gaan. Bijvoorbeeld het alternatief dat Dopper biedt voor water in plastic flesjes. Bij reizen naar verre landen is er nog geen goed alternatief voor de lange afstandsvlucht, terwijl de behoefte aan vakantie blijft, zodat compensatie van de vlucht gecombineerd met duurzame, eerlijke toerisme dan het meest vergaand is. Dit zijn de ondernemingen die in aanmerking komen voor registratie bij de Code Sociale Ondernemingen. Dat het overigens geen gescheiden werelden zijn blijkt wel uit de gedeelde toepassers zoals Moyee (zie Certified B Corporation en registratie bij de Code Sociale Ondernemingen).

En wie zorgt voor de herkenbaarheid?

Dit alles zegt iets over de rol van B Corp en de Code Sociale Ondernemingen, maar wat zegt dit nu over de deelnemers in deze instrumenten? B Corp heeft een belangrijke functie met positief ontwikkelende bedrijven tot stevige sociale ondernemingen. Sociale ondernemingen die op de meest duurzame wijze opereren en die behoefte hebben aan een sterkere (h)erkenbaaheid kunnen zich registreren bij de Code.

Josephine de Zwaan – voormalig advocaat, bestuursvoorzitter Stichting Code Sociale Ondernemingen en vervult verschillende board-functies bij o.a. ROMInWest, Avans University, Buma/Stemra en Fairphone; en

Pjotr Anthoni – bestuurslid Stichting Code Sociale Ondernemingen, werkzaam als fiscaal jurist bij het PwC Knowledge Centre, promovendus bij Tilburg University en vervult verschillende andere stichting bestuursfuncties.

Deze bijdrage is op eigen titel.