Een toenemend aantal bemiddelde mensen investeert hun energie en vaak ook geld in activiteiten die qua terminologie verwarrend zijn, maar die wel degelijk gemeenschappelijke kenmerken hebben. Of het nu venture-filantropie, sociaal ondernemerschap of high engagement philanthropy wordt genoemd, de kern is dat er rendementeisen worden gesteld en dat de sociale investeerders of venture-filantropen zich stevig bemoeien met de manier waarop dat rendement tot stand komt.

Aan het beschikbaar stellen van hun kapitaal, kennis en/of energie voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken verbinden zij voorwaarden. Het rendement dat ze verlangen kan sociaal maatschappelijk rendement zijn, maar in toenemende mate kiezen ondernemers voor een aanpak die daarnaast tot financieel rendement kan leiden. ‘Je kunt van alles doen in deze wereld, maar als je er geen geld mee verdient, weet je zeker dat het ophoudt’, zegt Jan Boone, oprichter van afvalverwerker de VAR. Nu hij zich grotendeels uit het bedrijf heeft teruggetrokken investeert hij in het dichtbevolkte Bangladesh in duurzame oplossingen voor zowel de afval- als de milieuproblematiek. Hij bouwt er met lokale ondernemers een recyclinginstallatie die groenafval gaat composteren en methaangas kan afvangen, dat wordt omgezet in stroom. ‘Ik probeer met mijn ervaring, contacten en middelen iets op te zetten waarvan ik van tevoren weet dat het heel lang gaat duren en dat anderen het daarom niet doen. Het is de bedoeling dat onze aanpak wereldwijd navolging gaat krijgen, want afval is een van de grote problemen van ontwikkelingslanden. Dat lukt alleen als onze methode blijkt te renderen.’

Juist in het leveren van expertise voor het aanpakken van grote maatschappelijke problemen vervullen (oud-)ondernemers in toenemende mate een rol. Allerd Stikker (oud- topman RSV) concentreert zich sinds zestien jaar met zijn Ecological Management Foundation op het wereldwijd toenemende tekort aan drinkwater. ‘Ik investeer mijn energie, geen geld. Ik probeer dingen te vinden die nieuw en anders zijn en die een bijdrage kunnen leveren aan ecologisch verantwoord management. Onderzoekswerk doe ik zelf, dat kost dan niets. Als er projecten uit voortvloeien die wel geld kosten zoek ik samenwerking met partijen die ermee verder kunnen gaan.’ Hij constateert dat er een steeds groter aantal mensen uit het bedrijfsleven is dat zich in wil zetten voor de mondiale problemen. Ze gebruiken daar in de eerste plaats hun kennis en netwerk voor, zoals hij dat zelf ook doet. ‘Inspiratie geven is mijn kracht. Dat is eigenlijk het meest belangrijke wat ik doe. Dat is ook een vorm van geven.’

Venture-filantropie

Venture-filantropie draait voor een groot deel om expertise. Die wordt door de venture- filantropen ter beschikking gesteld aan de non-profitwereld. Daarmee helpen ze bij het versterken van de organisatie, het verbeteren van procedures en andere strategische zaken die de effectiviteit en de schaal waarop wordt geopereerd vergroten. Venture-filantroop Michiel de Haan: ‘Het kenmerk van venture-filantropie is dat het de technieken van het bedrijfsleven toepast op maatschappelijke vraagstukken. De venture-filantropen willen weten waar en hoe hun geld besteed wordt en zullen er met hun ervaring boven op zitten.’

Een praktijkvoorbeeld uit de Verenigde Staten is Venture Philanthropy Partners (VPP), gesticht in 2000, dat langdurige relaties aangaat met goededoelenorganisaties die zich inzetten voor kansarme kinderen op educatief terrein. VPP ondersteunt de partners, zoals ze genoemd worden, met ervaring, managementkennis en contacten. En vaak ook met geld. Het doel is dat de partners daardoor in alle opzichten groeien en hun impact substantieel kunnen vergroten. Hoe succesvoller ze zijn in hun benadering, hoe meer ze anderen zullen inspireren.

De vonk is naar Europa overgesprongen: in 2004 zag de European Venture Philanthropy Association (EVPA) het licht. Deze netwerkorganisatie spant zich in om venture-filantropie in Europa uit te bouwen en de mensen en organisaties die zich met deze geef- of investeringsvorm (willen gaan) bezighouden te ondersteunen, zodat hun inspanningen groter effect zullen hebben.

Lange termijn voor duurzaam effect

Voorlopig ligt het zwaartepunt nog op deze vorm van venture-filantropie. Maar dit lijkt in Nederland te kantelen naar de andere tak van sport van venture-filantropen: het investeren in ondernemingen die leunen op de economische, de sociale en de milieupijler van duurzame ontwikkeling. Die ondernemingen richten ze zelf op, zoals bijvoorbeeld Boone, maar ze helpen ook bestaande bedrijven die voldoen aan de criteria en die de potentie hebben om te groeien. De Haan: ‘Goededoelenorganisaties kunnen projecten voor een aantal jaar financieren en dan is het geld op. Dan moet er een omslag komen naar langetermijnfinanciering, anders kun je nooit iets duurzaams van de grond krijgen. Ideële organisaties moeten uitkijken naar mogelijkheden om geld te genereren. Groei en rendement zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.’

Pionier op dit terrein is de Amerikaanse organisatie Ashoka, opgericht in 1981. Ashoka ondersteunt jaarlijks wereldwijd 150 veelbelovende ‘fellows’ met een grensverleggend idee. De sociale entrepreneurs van Ashoka werken in veel gevallen aan maatschappelijke projecten die zichzelf bedruipen. Een van hen is David Green. Hij nam in India zelf de productie ter hand van ooglenzen voor mensen met staar. Hij slaagde erin de prijs van een nieuwe ooglens, die in de VS 150 dollar kost, terug te brengen tot 8 dollar. Via massale campagnes op het Indiase platteland werden honderd duizenden mensen met een staaroperatie geholpen. Volgens hetzelfde procédé werkt Green nu aan een betaalbaar en breed te verspreiden gehoorapparaat. Hij bedacht de term ‘kapitalisme met compassie’: winst en productie ten dienste van de armen. Winst is geen doel op zich, maar dient om het sociale doel van het bedrijf in stand te houden.

In Nederland vindt deze werkwijze navolging. Onlangs is Sovec opgericht, dat geld, expertise en zijn netwerk investeert in middelgrote ondernemingen in ontwikkelingslanden die het microkrediet zijn ontstegen. Investeringdirecteur Hadewych Cels: ‘Het doel, het bestrijden van armoede door het creëren van duurzame werkgelegenheid, is ideëel en de middelen die wij daarvoor inzetten zijn zakelijk van aard.’ Belangrijke investeringsvoorwaarde voor Sovec, naast groeipotentie en betrokkenheid van een lokale mede-investeerder, is het vliegwieleffect: ook de mensen en sociale structuren rondom de ondernemer van de investering moeten profiteren. Jan Boone ziet dat als een logisch deel van zijn activiteiten in Bangladesh: ‘Natuurlijk zorgen we voor goede voorzieningen voor de mensen die in dit project gaan werken. We investeren ook in een school en in gezondheidszorg.’

Sovec begeleidt de bedrijven in zijn portfolio en zorgt er voor dat de kasstroom op gang komt waarmee ze op termijn op eigen benen kunnen staan. Daarnaast spant Sovec zich in om investeerders te mobiliseren rond ondernemers die sociale en duurzame maatschappelijke waarden integreren in de dagelijkse bedrijfsvoering. Zo wordt aan de geweldige behoefte aan middellangetermijnkapitaal in ontwikkelingslanden tegemoetgekomen.

Venture-filantroop De Haan signaleert dat vermogende mensen op een gestructureerde manier hun geld en kennis willen inzetten. ‘Maar het terrein ligt nog enorm open. Daarom investeer ik op dit moment veel van mijn tijd in het opbouwen van de infrastructuur.’ Via de netwerkorganisaties kunnen ook mensen die niet zelf iets willen starten, maar die wel graag hun geld en expertise voor maatschappelijke doelen beschikbaar willen stellen, betrokken raken.

FEMKE LAGAAIJ EN MARJAN SAX