In het verleden is een aantal, vooral de zintuiglijk waarneembare, milieuproblemen beheersbaar gemaakt. Veel meer problemen zijn echter nog onopgelost. Bovendien bestaat de kans dat steeds nieuwe milieugevaren de kop zullen opsteken, bijvoorbeeld als bijeffect van nieuwe technologieën. Kenmerk van veel van deze problemen is dat de schade onherstelbaar is wanneer die zich voordoet. Dan kan de klimaatverandering niet meer ongedaan worden gemaakt of kunnen de uitgestorven soorten niet meer terugkomen. Het nationale milieubeleid staat dus meer dan voorheen voor de opgave om -voor de fout uit te leren’. Dit vraagt om doordacht overheidshandelen voordat de nadelige effecten zich daadwerkelijk, voor het grote publiek zichtbaar, manifesteren. Deze opgave stelt hoge eisen aan de maatschappelijke legitimatie van milieubeleid, terwijl het gevoel van maatschappelijke urgentie van milieuproblemen steeds verder afneemt. Deze kwetsbaarheid in het huidige en komende milieubeleid wordt nog onvoldoende onderkend.

Voor de vorming van nieuw milieubeleid zijn volgens de raad kennisontwikkeling, maatschappelijke inbedding van die kennis, en een goede schakeling tussen het nationale en internationale – vooral Europese – niveau van belang. Ten aanzien van het eerste punt dient de inbreng van wetenschappelijk hoogwaardige, onafhankelijke kennis over de nieuwe generatie milieuproblemen te worden vergroot. In de tweede plaats is een vertaling van die abstracte milieukennis naar de belevingswereld van de burgers noodzakelijk.

Europese dimensie

In de derde plaats is van groot belang dat de Nederlandse inbreng in het internationale besluitvormingsproces adequaat geschiedt. Daar schort het nog wel aan. Zo worden in Europa richtlijnen aanvaard zonder dat in Nederland een goed beeld bestaat van de consequenties die dat heeft. De nitraatrichtlijn is daarvan een pijnlijk voorbeeld: de mestproblematiek van de boeren is volstrekt niet overzien toen de richtlijn tot stand kwam. De -scharnierfunctie’ tussen nationaal en internationaal beleid moet daarom worden versterkt.