Mijn artikel over Shell en Milieudefensie heeft veel reacties uitgelokt. Ik licht er enkele uit. Een juridische, die stelt dat de rechter de taak heeft om normatieve uitspraken te doen over de toekomst, i.c. het klimaat, en een activistische, die stelt dat Shell al lang geleden had moeten stoppen met olie en gas te produceren, en dat ik in mijn rol dat had kunnen bewerkstelligen.

Urgenda heeft de rechtszaak gewonnen omdat de overheid zich niet hield aan vastgelegde afspraken, en dus juridisch in het ongelijk werd gesteld. Rechts Nederland vertroebelt deze logica door er een politieke uitspraak van te maken, en dus verschijnen er teksten in partijprogramma’s die deze vorm van rechtspraak wil verbieden, ofwel een directe inbreuk op de rechtsorde, ofwel Hongarije en Polen aan de Hofvijver.

Dat reactionaire effect wordt door Milieudefensie in de hand gewerkt, want deze zaak is niet juridisch doch normatief, moreel en activistisch, wat uitstekend is als politiek drukmiddel, ook als debat, maar niet voor de rechtbank.

1993 heb ik voor de VPRO, prime time, 500.000 kijkers, Shell opgeroepen om náást olie + gas vooral een duurzaam energiebedrijf te worden. Dat veroorzaakte veel commotie, maar we bleven in gesprek, zoals het hoort.

Wat mij hindert is de hypocrisie. Ik zag in al deze groene decennia mijn actievrienden met hart en ziel aan de slag, en in de zomer als backpackers wekenlang op reis rond de wereld, niet per boot en niet zwemmend. De adviesraad van Greenpeace vergaderde in Tunis, met 200 deelnemers uit de hele wereld, en een dubbele footprint in vergelijking tot een vergadering in Amsterdam. Ik was erbij.

Dat je op korte termijn olie en gas kunt vervangen door hernieuwbare energie is een illusie. Waterstof is geen nieuwe bron, daarvoor heb je eerst stroom nodig in enorme hoeveelheden, en die komt niet van zonnepanelen in een mistig koud landje. Voor miljoenen elektrische vehikels, windturbines en batterijen heb je allerlei grondstoffen nodig die heel spoedig op zijn. Maak eens een rekensom: bij 3% groei van de bevolking en haar materiële behoeften verdubbelt zich de stroomvraag, de grondstoffenvraag, de ruimtevraag in 23 jaar, bij 4% en 5% is dat dus al binnen een decennium.

Het moralistische imperatief eist dat die groei groen moet en zal zijn, maar fysische, chemische en ecologische wetmatigheden staan dat niet toe.

Activisten denken dat een veroordeling van Shell het bedrijfsleven zal aanzetten tot een versnelde ommezwaai naar meer groen. Het omgekeerde is echter het geval, niet omdat daar de slechteriken aan de macht zijn, maar omdat men dit als chantage ervaart en bovendien weinig andere keuzes heeft. Omschakeling op elektrificering is zo’n keus, als je ook bereid bent om de nadelen ervan niet te willen zien. Is er genoeg koper? Nee, nog voor 10 jaar. Dan is het op. Is er genoeg fosfaat? Nee. Genoeg ijzererts? Veel minder dan de klassieke geologie denkt.

Je investeert je niet uit de crisis of naar de schone toekomst als je niet begrijpt dat de aarde op is. Nederland is ook op. De politiek heeft geen antwoorden. Dat advocaat Roger Cox een held is onderschrijf ik. Het zou de goede zaak dienen als hij de conclusie zou delen dat je de enorme technische en kapitaalmacht van Shell nodig hebt om deze grote uitdaging het hoofd te bieden.

Wouter van Dieren.