Familiebedrijven en vermogende families zijn van oudsher vaak inherent maatschappelijk betrokken. Daarmee omarmden ze eigenlijk al de principes die nu zijn terug te vinden in de zogeheten ESG-factoren (environmental, social, governance). Maar die voorsprong kan ook een remmend effect hebben, stellen Wineke Haagsma en Niels Govers van PwC. ‘De huidige generatiewisseling kan daarom voor familiebedrijven het juiste moment zijn om hun ESG-beleid verder te professionaliseren en te communiceren.’

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

‘Familiebedrijven functioneren vaak al van oudsher volgens principes die we onder ESG scharen’, vertelt Niels Govers, die vanuit PwC dagelijks familiebedrijven en vermogende families adviseert. ‘Deze bedrijven kunnen al meerdere generaties groeien door onder andere te ondernemen vanuit een sterke betrokkenheid bij de lokale of regionale gemeenschap. Zeker als het gaat om de S van “social” zien we bij deze bedrijven veel maatschappelijk verantwoord ondernemen avant la lettre.’

ESG-thema’s integraal onderdeel bedrijfsstrategie

Gezien die geschiedenis vermoeden de PwC’ers dat voor familieondernemingen nu nogal eens de wet van de remmende voorsprong geldt. ‘We zien dat corporates grote stappen zetten’, vertelt Haagsma. ‘Duurzaamheid met alle relevante ESG-aspecten wordt een integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie. Dat is ook hoognodig, want in 2030 moeten we volgens het Parijs-akkoord de opwarming van de aarde beperkt hebben tot anderhalve graad Celsius om onomkeerbare klimaatproblemen te voorkomen. Daar zullen alle bedrijven aan moeten bijdragen. Voor familiebedrijven is de sprint naar 2030 een uitstekende aanleiding om hun van oorsprong al maatschappelijk verantwoorde manier van werken verder te professionaliseren, te formaliseren en te communiceren.’

ESG in de coulisse

Govers ziet dat de cultuur binnen familiebedrijven soms leidt tot behoedzaamheid in de communicatie: ‘Er gebeurt veel moois, maar men houdt de ESG-initiatieven liever in de coulisse dan het verwijt te riskeren dat ze aan windowdressing of greenwashing doen. Iets gelijks zagen we ook in de uitkomsten van de Global Family Business Survey 2021. 88 procent van de Nederlandse familiebedrijven ontplooit een of andere vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zestig procent zet duurzaamheid centraal in alles wat het doet. Maar slechts 45 procent heeft een ontwikkelde en gecommuniceerde duurzaamheidsstrategie.’

Transparant over ESG-factoren

De druk om te professionaliseren en te communiceren is echter groot, vervolgt Haagsma: ‘Wet- en regelgeving dwingt steeds meer. Denk bijvoorbeeld aan de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) die in 2023 van kracht wordt, met aangescherpte Europese regels voor het rapporteren van niet-financiële informatie. We zien dat financiers, waaronder PE-huizen, in toenemende mate duurzaamheid meenemen in hun beoordeling. Bedrijven die zich committeren aan CO2-reductie willen ook reductieplannen zien bij de ketenpartners in de supplychain. En in alle sectoren zien we dat klanten en medewerkers, vooral van de jongere generatie, naar ESG-factoren vragen. Zij verwachten dat bedrijven hier transparant over zijn.’

Generatiewissel biedt kansen

Juist met de overgang naar een nieuwe generatie kunnen veel familiebedrijven de versnelling vinden naar een professioneel ESG-beleid, denkt Haagsma: ‘Je ziet hier en daar al een verschuiving onder invloed van de jongeren. We zien bijvoorbeeld dat familiebedrijven impactinvesteringen doen naast het traditionele geven. Er worden zelf goede doelen opgericht. Niels vertelde al eens over de fiscale en juridische vragen die daarbij komen kijken. En bedrijven die eerder caritas invulden met donaties aan klassieke ngo’s, gaan nu vaker de samenwerking aan met sociale ondernemers, waarin ze bijdragen met kennis en kunde. PwC Nederland kiest al tien jaar zelf ook voor zulke samenwerking met social enterprises.’

Materialiteitsanalyse en familiestatuut

Wat kunnen familiebedrijven praktisch doen om het ESG-beleid te professionaliseren? Haagsma: ‘De sustainable development goals van de Verenigde Naties (SDG’s) bieden concrete doelen voor ESG-thema’s. Het is belangrijk om vast te stellen welke SDG’s voor de organisatie de meeste materialiteit hebben, onder meer door een stakeholderdialoog met de voornaamste belanghebbenden. Als de focus-SDG’s helder zijn, moeten die vertaald worden naar de organisatie: met welke concrete maatregelen en doelstellingen gaat het werken aan de E, de S en de G? Waar kunnen het bedrijf en de familie positief bijdragen en waar kunnen ze negatieve impact verkleinen?’ Ter inspiratie verwijst Haagsma naar hoe PwC de SDG’s voor de eigen organisatie oppakt.

SDG’s passend bij de familiewaarden

Govers wijst ook op het familiestatuut, waarin wat hem betreft de SDG’s een plaats verdienen. ‘Zeker als de jongste generatie aan tafel komt, kies dan met elkaar wat de belangrijkste duurzaamheidsdoelen zijn – passend bij de familiewaarden en de materialiteit voor de onderneming. Gebruik ze vervolgens als richtlijn voor investeringen van geld en kennis, voor de ondernemingsstrategie, het aannamebeleid, etcetera. Voor vermogende families kunnen de SDG’s als richtsnoer dienen bij het assetmanagement.’

Waardecreatie op lange termijn

Tot besluit kijkt Govers vooruit naar het jaar 2030, als formeel eindpunt van de huidige SDG’s. ‘Dat jaartal geeft de juiste urgentie om actie te creëren voor de belangrijkste onderwerpen op aarde. Maar wie naar de SDG’s kijkt, ziet ook dat ze na 2030 de noodzakelijke aandacht verdienen om voor iedereen een duurzame toekomst mogelijk te maken. Die focus op een duurzame toekomst sluit heel goed aan bij de waardecreatie op de lange termijn die speciaal familiebedrijven zo sterk voor ogen houden.’