De roep vanuit de samenleving om plasticverbruik te verminderen, wordt steeds luider. Het is dan ook niet vreemd dat de overheid met verschillende grote bedrijven een ‘Plastic Pact’ heeft gesloten om de plasticberg tot 2025 fors terug te dringen. Dit kan door het gebruik van plastic verpakkingen flink terug te schroeven of uit te wijken naar alternatieve verpakkingsmaterialen die eenvoudig gerecycled kunnen worden of niet schadelijk zijn voor het milieu.

Nu de klant steeds nadrukkelijker vraagt naar milieuvriendelijke oplossingen zoals duurzame verpakkingen, is het voor bedrijven zowel economisch als ethisch interessant om met die wens mee te bewegen. Niet in de laatste plaats omdat er in de toekomst mogelijk boetes of andere heffingen moeten worden betaald voor de productie van schadelijke verpakkingen. 

Toch blijkt in de praktijk dat het nog niet zo eenvoudig is om over te stappen. Dit omdat dit enkele grote organisatorisch veranderingen teweegbrengt. Hieronder schets ik drie grote valkuilen en hoe die omzeild kunnen worden. 

1. De organisatie is niet overtuigd

Veel bedrijven hebben een bestaande verpakkingslijn en werken met leveranciers waar ze al jaren mee samenwerken. Het heeft nogal impact om dit proces aan te passen. Om nog maar te zwijgen over kostenopbouw en logistieke kwesties. 

De eerste stap die bedrijven kunnen nemen, is in gesprek gaan over hoe je producten dan anders kunt verpakken. Begin het gesprek niet met een leverancier, maar vraag vooral eerst wat de klant eigenlijk wil. Ga vervolgens het gesprek aan binnen de keten en kijk of er andere manieren zijn om het product bij de eindgebruiker te krijgen. 

Bedrijven moeten eigenlijk iemand aanwijzen, de ‘sustainable guardian’. Dit is iemand die naar het grotere plaatje kijkt. Dat kan gewoon iemand zijn met een bestaande functie, zolang het maar iemand is die verantwoordelijkheid neemt, de juiste mensen aan tafel weet te krijgen en het managementteam weet te overtuigen.

Een verandering ontstaat pas echt als de directeur of het managementteam een ontwikkelde visie omarmt. Dat vergt vaak lef en sterk leiderschap. Niet alles zal namelijk bij voorbaat al omlijnd zijn en kunnen worden doorgerekend. Toch zijn de meest succesvolle bedrijven gestoeld op een sterke visie, juist ook op gebied van duurzaamheid, en de tering naar de nering zetten.

2. Marketing en inkoop praten te weinig

Opvallend is dat marketeers nauwelijks aan tafel zitten bij de inkopers of verpakkingsdeskundigen. Juist marketeers weten wat nieuwe ontwikkelingen zijn in de markt, hoe ze een product moeten verkopen en hoe een verpakking zich onderscheidt om wel op te vallen tussen al die andere producten. Marketeers kunnen een cruciale rol spelen in de keuze voor verduurzaming, mits ze die proactieve rol ook aannemen. 

Het verhaal dat je als organisatie wil uitdragen, moet immers wel geloofwaardig zijn. Als blijkt dat je verhaal niet strookt met de maatregelen die je hebt genomen – en je daarmee feitelijk aan greenwashing doet – zal dit als een boemerang terugkomen. Je imago zal dan juist verslechteren. 

De marketeer kan daarom juist de verpakking aangrijpen om een milieuvriendelijke boodschap te vertellen en moet daarom vroegtijdig bij de transformatie betrokken raken. Hierdoor kan hij of zij zich meer verdiepen in het onderwerp en begrijpen wat het inhoudt als je duurzame verpakkingen in de markt wil zetten. 

3. Beleidsbepalers moeten de juiste technologie kiezen

Wanneer je op zoek gaat naar alternatieven, staat de verpakker ook nog een uitdaging op technologisch gebied. Want welke verpakking werkt nou het beste en welke is nou echt duurzaam? Wanneer je besluit om de plasticverpakkingen van groente en fruit af te halen, dan bederven ze sneller en wordt eten weggegooid. Ook niet bepaald duurzaam. Dus wat is dan wel een efficiënte en duurzaam alternatief? 

De verpakker moet leren alternatieven naast elkaar te zetten en op basis van de impact een keuze te maken. Het is daarbij zinvol om echt objectief advies in te winnen. 

Inkopers en accountmanagers raken nu veelal in de war en dat komt vaak doordat leveranciers het hardste roepen over hun fantastische oplossingen. Denk bijvoorbeeld aan de composteerbare verpakking; veel leveranciers vertellen afnemers dat dit een goed alternatief is, maar in Nederland worden deze verpakkingen helemaal niet afgebroken / gecomposteerd. 

Bedrijven moeten meer wegwijs gemaakt worden en experts in de industrie moeten richtlijnen en handvatten bieden. Alles wat nodig is om stappen te zetten op het gebied van duurzamer verpakken, is het opstellen van een strategie – en daar vervolgens ook niet meer afwijken. 

Willemijn Peeters, directeur Searious Business