DHV ontwikkelde de Sustainability ScoreCard, een set concrete handgrepen, en paste die op 21 bedrijven toe, in opdracht van het Nationaal Initiatief voor Duurzame Ontwikkeling. Onder meer DSM, Rabobank, KLM, Dumeco en Van Melle lieten zich doorlichten. Vandaag worden de – geanonimiseerde – resultaten toegelicht op het derde nationaal sustainability congres in Bussum.

Eén conclusie is dat globalisering, met zijn vele fusies en overnames, soms trainerend werkt. Neem Van Melle, de Brabantse zoetwarenmultinational met een uitstekende naam op milieugebied. Van Melle is nu in handen van het Italiaanse Perfetti, dat veel minder ver is. Dat betekent voor Van Melle een pas op de plaats .

Uit het onderzoek blijkt niettemin dat alle 21 bedrijven de basiszaken op orde hebben. De meesten doen méér dan branchegenoten en internationale concurrenten, en zijn volgens Rob van Tilburg van DHV ‘serieus op weg naar duurzaam ondernemen’.

De bedrijven lijken zich bewust van hun invloed. Ze weten ook dat maatschappelijke organisaties kritisch kijken naar de prestaties op gevoelige gebieden. ‘Zo hebben agro-industriële concerns meer invloed dan de individuele boer om duurzame landbouw te bevorderen.’ Wel blijkt kennis over het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen in de eigen processen niet bij alle relevante bedrijven breed bekend.

Voorts komen de activiteiten van verre toeleveranciers in dezelfde productieketen, alsmede vestigingen overzee, niet bij alle deelnemers goed uit de verf, aldus DHV. Dat maakt bedrijven kwetsbaar. Een wantoestand met pakweg kinderarbeid in Birma wordt snel breed uitgemeten in de media. ‘In dat opzicht is nog een hele slag te winnen’, zegt Van Tilburg.

Basis van de meetmethode is dat de bedrijven aan de meest elementaire milieuwet- en regelgeving voldoen. Wie meer doet om de milieubelasting te reduceren – bijvoorbeeld groene productontwikkeling of duurzame energie – scoort daarmee extra punten.

Voor arbeidsomstandigheden is het hetzelfde laken een pak: bedrijven moeten voldoen aan de basisregels van Arbowet en ILO-conferentie. Extra punten vallen te verdienen bij maatregelen voor onder meer inspraak en terugdringing van ziekteverzuim . Ook moeten bedrijven met overzeese vestigingen of met veel toeleveranciers in de productieketen een visie hebben op kwesties als mensenrechten en kinderarbeid.

Volgens DSM gelden de Nederlandse normen voor alle buitenlandse activiteiten. ‘Dat betekent’, aldus DSM, ‘dat we op onze nieuwe kunstharsfabriek in Indonesië nu milieu- en arbotrainingen verzorgen voor onze werknemers. Tegelijk trainen we de buren, die de basisstoffen leveren.’

Maar is duurzaam ondernemen niet vaak een goedkope vorm van window-dressing? Gerard Keijzers, hoogleraar duurzaam ondernemen aan Universiteit Nyenrode, vindt van niet. ‘Wie duurzaam ondernemen nog als een hype ziet, verliest in zakelijk en sociaal opzicht snel terrein. De druk op bedrijven op gebieden als milieu en ethiek is enorm toegenomen.’