Gekoppeld aan de publicatie van het Responsible Care-rapport 1999, ontving de heer Deetman eveneens het eerste exemplaar van de ‘Handleiding Milieuthemakentallen voor de chemische industrie’. De VNCI introduceerde met deze Handleiding een innovatieve methodiek, waarmee chemische bedrijven de milieueffecten van de stoffen die ze emitteren, op een uniforme manier zichtbaar kunnen maken. Daardoor valt eenvoudig vast te stellen wat de chemische industrie bijdraagt aan verzuring of klimaatverandering, en hoe deze bijdrage vermindert.
De methodiek is door de VNCI-werkgroep Milieuthemakentallen ontwikkeld, in nauwe samenwerking met het Centrum voor Energiebesparing en Schone Technologie (Delft), het Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer (RIZA).

De VNCI evalueert jaarlijks de vorderingen van de chemische industrie op het gebied van de emissiereductie. In 1999 zijn de doelstellingen voor 2000 voor de uitstoot naar de lucht voor de meeste stoffen van het milieuconvenant bereikt. Voor een aantal van deze stoffen is al aan de richtinggevende emissiereductie voor 2010 voldaan. Voor bijna alle stoffen die zich verspreiden naar water, zijn eveneens de doelstellingen voor 2000 al bereikt. Voor de meeste stoffen is zelfs al aan de richtinggevende emissiereductie voor 2010 voldaan.

5% van de totale NOx-emissie die bijdraagt aan verzuring in Nederland, komt van de chemische industrie. In 1999 heeft de sector de doelstelling uit het milieuconvenant voor 2000 al gerealiseerd. Het wegverkeer zorgt voor 64% van de totale uitstoot NOx. Toch is de overheid van plan om de maatregelen voor kleinere sectorale NOx-vervuilers, zoals de chemische industrie, te verscherpen. Voor realisatie van eventueel verdergaande NOx-reducties, wordt gedacht aan gebruikmaking van kostenverevening – een vorm van handel in emissierechten. Het voordeel van dit instrument is dat daar geïnvesteerd wordt, waar de milieueffecten het grootst zijn, tegen de laagst mogelijke kosten.

Ook op energiegebied ligt de chemische industrie voor op de overeengekomen afspraken. In 1999 realiseerde zij 22,6% energie-efficiencyverbetering ten opzichte van 1989. Het doel genoemd in het energieconvenant was 20% in 2000. Dit betekent een besparing van 94 petajoule/jaar door de genomen maatregelen. Vertaald naar de CO2-emissie (kooldioxide) is dit een vermeden uitstoot van 5,35 miljoen ton/jaar.

De VNCI is actief betrokken geweest bij de totstandkoming van het convenant over energie-efficiency benchmarking. Via een internationale vergelijking wordt de energie-intensieve industrie op haar energieprestaties vergeleken met de wereldtop. Vervolgens is zij gehouden om uiterlijk in 2012 tot die top te behoren en daar te blijven. In 1999 werd het convenant mede door de VNCI ondertekend.

De Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) publiceert jaarlijks een Responsible Care-rapport, waarin op eigen initiatief verantwoording wordt afgelegd over de milieu-, veiligheid- en gezondheidsprestaties van de sector. Responsible Care is een wereldwijd programma van de chemische industrie. Het betekent dat de sector zich permanent inspant voor het verbeteren van de prestaties op gebied van milieu, veiligheid, gezondheid en de communicatie daarover.