Nederlanders zijn eerder bereid hun vliegreizen op te geven dan het eten van vlees, het kopen van nieuwe kleding, het bezit van een eigen auto of het gebruik van videostreamingdiensten. 42% geeft aan dat het opgeven van vliegreizen het makkelijkst is, terwijl 40% het opgeven van de eigen auto het moeilijkst vindt. Dit zijn enkele uitkomsten van de tweede serie resultaten van de Klimaatenquête 2020-2021 die vandaag door de Europese Investeringsbank (EIB) is gepubliceerd. De EIB is de kredietverlenende instelling van de Europese Unie en wereldwijd de grootste multilaterale kredietverlener voor klimaatactie. In totaal zegt slechts 9% van de Nederlanders radicale veranderingen aan te brengen in zijn levensstijl om de bijdrage aan klimaatverandering te verminderen; dit is tien procentpunt lager dan het Europees gemiddelde (19%). Jongeren van 15-29 jaar (77%) zijn het meest bereid inspanningen te leveren om klimaatverandering tegen te gaan.

Toekomstige reisplannen worden zowel door de pandemie als door bezorgdheid over het klimaat bepaald

Na het opheffen van de reisbeperkingen vanwege COVID-19 zal 22% geen vliegreizen maken vanwege bezorgdheid over klimaatverandering. 30% is van plan de vakantie door te brengen in Nederland of in een nabij gelegen land om de koolstofuitstoot zo laag mogelijk te houden. 36% van de Nederlandse respondenten geeft aan weer net zo veel te gaan vliegen zoals vóór de pandemie; dit is vijf procent hoger dan het Europees gemiddelde.

Wat betreft de relatie tussen COVID-19 en het openbaar vervoer: 66% van de Nederlanders is op dit moment minder geneigd om het openbaar vervoer te gebruiken vanwege gezondheidsrisico’s.

De meeste Nederlandse respondenten (58%) geven aan zich meer zorgen te maken over het oplopen van COVID-19 dan over de gevolgen van klimaatverandering op lange termijn. Dit percentage loopt op tot 61% onder Nederlanders van 65 jaar of ouder en is slechts iets lager, 53%, onder jongeren van 15-29 jaar.

Alternate text

Een mondiale vergelijking: verschillen tussen Europese, Amerikaanse en Chinese burgers

Ongeacht in welk land zij wonen, geven respondenten aan dat zij het opgeven van vliegreizen om klimaatverandering tegen te gaan, het makkelijkst vinden (40% van de Europese, 38% van de Amerikaanse en 43% van de Chinese respondenten).

Ook als het gaat om zorgen over de eigen gezondheid zien we dat de woonplaats niet uitmaakt: 75% van de Amerikanen, 71% van de Chinezen en 67% van de Europeanen geven aan op dit moment minder geneigd te zijn het openbaar vervoer te gebruiken vanwege de gezondheidsrisico’s van COVID-19.

Hoewel de meeste respondenten aangeven dat zij zich meer zorgen maken over het oplopen van COVID-19 dan over klimaatverandering (79% van de Chinezen, 67% van de Amerikanen en 58% van de Europeanen), geloven mensen nog steeds dat hun keuzes en acties kunnen bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering: 69% van de Nederlanders is deze mening toegedaan, drie procent lager dan het Europees gemiddelde en het Amerikaans gemiddelde (beide 72%), en 15 procent lager dan het gemiddelde in China (84%). Het aantal respondenten dat deze vraag positief beantwoordt, is ten opzichte van 2019 overal toegenomen, met een toename van drie procent in de EU, zeven procent in de VS en 12 procent in China.

Vergeleken met oudere respondenten in Europa en in de VS gelooft een groter percentage jongere respondenten dat hun gedrag een verschil kan maken in de strijd tegen klimaatverandering; in China is deze kloof niet waargenomen. Uit de enquête blijkt dat in de EU 77% van de jongeren van 15-29 jaar gelooft dat hun gedrag een verschil kan maken; onder respondenten van 65 jaar of ouder is dit 64%. In de VS bedragen deze percentages 75% voor jongeren van 15-29 jaar en 56% voor respondenten van 65 jaar of ouder.

Ambroise Fayolle, vicepresident van de Europese Investeringsbank: “De periode na COVID-19 biedt ons de kans een spectaculaire stap te zetten in de transitie naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie. Met een groen herstel kunnen we de sterke vermindering van broeikasgassen die we uiterlijk 2030 moeten realiseren, sneller bereiken. Burgers in de hele wereld zijn zich ervan bewust dat hun individuele gedrag een verschil kan maken. Als klimaatbank van de EU is het de rol van de EIB om deze groene transitie te versnellen door projecten te financieren die gericht zijn op groene energie, duurzame mobiliteitsoplossingen en innovaties waardoor burgers hun gewoonten kunnen veranderen om klimaatverandering tegen te gaan.”