UNETO-VNI wil met MVO Nederland samenwerken om meer draagvlak onder hun leden op MVO-gebied te bereiken. Het partnerschap biedt UNETO-VNI een breed netwerk van partijen die ook met maatschappelijk verantwoord ondernemen bezig zijn. Daarnaast kan MVO Nederland de brancheorganisatie inhoudelijk ondersteunen met MVO-kennis en communicatiemiddelen. Zo is er onder andere een minispecial gemaakt over maatschappelijk verantwoord ondernemen in de installatiebranche, die verstuurd is naar alle brancheleden.

Een van de UNETO-VNI-leden, Wim van Dijk (van Installatiebedrijf Klostermann), heeft het initiatief genomen om een werkgroep binnen UNETO-VNI op te richten. Deze werkgroep wil maatschappelijk verantwoord ondernemen verder brengen binnen de installatiebranche. Voor het verkrijgen van het nodige draagvlak onder de leden is de samenwerking met MVO Nederland waardevol.

Willem Lageweg is blij met deze nieuwe partner: ‘Bij UNETO-VNI is het maatschappelijk verantwoord ondernemen vanuit de leden-installatiebedrijven zélf geïnitieerd. Er is zelfs een MVO-Platform. Het initiatief wordt enthousiast gesteund door het bestuur en de voorzitter van de branchevereniging. Daarmee is UNETO-VNI een voorbeeld voor andere brancheorganisaties.’

Voorzitter ir. Marcel Engels van UNETO-VNI benadrukte tijdens de ondertekening dat de vereniging zich al lang sterk maakt voor maatschappelijke thema’s zoals ICT in de zorg, veiligheid en energiebesparing. Volgens hem moet Nederland voor haar energievoorziening minder afhankelijk van het buitenland worden. ‘Ik maak me wél zorgen over het overheidsbeleid, ‘aldus Engels, ‘vooral als we meemaken dat de MEP, een belangrijke regeling voor het subsidiëren van innovatie in duurzame energieopwekking, zomaar op een vrijdagmiddag wordt afgeschaft. En ook over het gemak waarmee over kerncentrales wordt gepraat als dé oplossing voor het probleem. Er zijn heel wat meer oplossingen. Misschien kunnen we samen met MVO Nederland en de andere partners, een nieuwe regering ervan overtuigen dat er met de kennis die er o.a. bij onze leden is, in de gebouwde omgeving nog heel veel kan worden bereikt.’