Toespraak staatssecretaris Dijksma bij bijeenkomst Dierenwelzijn in de kleding- en textielsector op 25 juni 2015 te Den Haag.

– het gesproken woord geldt-

Dames en heren, welkom!

Ik ben blij dat u hier bent, op deze bijeenkomst over dierenwelzijn in de non-food sector, en in het bijzonder de kleding- en textielsector. Het laat zien dat de sector zijn verantwoordelijkheid voor dit onderwerp wil nemen.

Het laat ook zien dat de sector stappen neemt in een richting die ik graag zie: op weg naar verduurzaming, naar maatschappelijk verantwoord ondernemen. In 2013 heeft u een Plan van Aanpak opgesteld voor Verduurzaming van de textiel- en kledingsector. In nauw contact met mijn collega-minister Ploumen. Hierin staat hoe u bepaalde problemen in de sector aanpakt, zoals kinderarbeid, arbeidsomstandigheden en milieu. Ik heb begrepen dat dierenwelzijn ook wordt opgenomen in het plan. Goed om te horen! Respectvolle omgang met dieren hoort bij maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Dierenwelzijn in de kleding- en textielsector staat hoog op de politieke agenda. Nederlanders hangen erg aan dierenwelzijn. Ik ben geen uitzondering. Als staatssecretaris werk ik daarom hard aan verbetering. Op diverse terreinen. Zo wil ik bijvoorbeeld in Europa voor elkaar krijgen dat varkens niet langer gecastreerd worden, dat hun staarten niet worden gecoupeerd. Of dat bij pluimvee de snavels worden geknipt.

Dierenwelzijn in uw sector gaat veel verder dan alleen de discussie over bont. Het gaat ook om andere dierlijke producten, ik denk aan angorawol, varkenshaar, merinowol, dons, leer en zijde.

Producten die tot ons komen door het houden van dieren. En dan kunnen wij niet meer om de ethische vraag heen of het rechtvaardig is om dieren te gebruiken voor kleding ter versiering van onszelf. Zeker niet omdat voor deze producten alternatieven bestaan.

Het is absoluut onwenselijk dat dieren honger, dorst, angst en pijn ervaren. Dieren zijn levende wezens, die een zorgvuldige behandeling verdienen en hun soorteigen gedrag moeten kunnen uitoefenen. We hebben allemaal op televisie de beelden kunnen zien van het levend plukken van angorakonijnen in China. En die van wasbeerhonden die op wrede wijze worden gedood en soms levend worden gevild. Deze praktijken zijn onacceptabel en in strijd met de mondiale uitgangspunten voor de omgang met dieren van de Wereldorganisatie voor Diergezondheid. Ze zijn bovendien in strijd met Europese dierenwelzijnsregels. Het is aan ons om rekening te houden met het welzijn en de integriteit van dieren.

De meeste mensen in Nederland willen dat er in Nederland geen bont meer wordt geproduceerd. Zij vinden dat bont een niet-noodzakelijk, luxe product is waarvoor alternatieven bestaan. Wasbeerhondenbont en angorawol uit China staan nu ook op de politieke agenda. Dat zijn dierlijke producten die Nederland niet zelf maakt. Maar die wel zijn verwerkt in kleding en textiel op de Nederlandse markt.

De Tweede Kamer heeft inmiddels gevraagd om een importverbod voor deze producten. Ik heb de Kamer gemeld dat een importverbod lastig is en zeer waarschijnlijk niet haalbaar door de complexe internationale handelsverdragen en overeenkomsten.

Maar er zijn wel alternatieven. En dan kijk ik naar u. U kunt als ondernemers kiezen voor het wel of niet bijdragen aan de instandhouding van dierenmishandeling. Ik hoop van harte dat u uw verantwoordelijkheid neemt. Bijvoorbeeld door verantwoorde keuzes te maken in uw inkoopbeleid. Concreet zie ik twee opties:

o U verkoopt geen kleding en textiel met angorawol of wasbeerhondenbont. Daarmee laat u zien achter de wens van de maatschappij te staan.

Of:

o U zorgt ervoor dat op de Nederlandse markt alleen kleding en textiel met dierlijke producten komen, waarvan het welzijn van de dieren in het productieproces is gegarandeerd.

Ik snap dat dit geen eenvoudige opdracht is. Uw ketens zitten complex in elkaar en kennen vele partijen. Maar ik ga ervan uit dat u zich daar niet bij neerlegt. U wilt immers weten wat u verkoopt. En consumenten willen weten wat zij kopen. Zij kiezen bewust, en steeds vaker voor duurzaamheid.

Ik zie goede kansen voor winkeliers om de consument daarin tegemoet te komen. Zij kunnen transparanter zijn over de dierlijke producten in hun artikelen. Welke diersoort betreft het? Waar zijn de producten van afkomstig – jacht of houderij? Onder welke omstandigheden zijn de dieren gehouden en gedood?

Dames en heren,

Hier ligt wat mij betreft een serieuze opgave. Er zijn al tracerings- en borgingssystemen die inzicht en regie geven op de keten. De Responsible down standard van het outdoor-merk The North Face is zo’n systeem op het gebied van dons. Daar wordt vandaag ook meer over verteld. Ik verwacht dat er ook voor andere dierlijke producten zulke systemen worden ontwikkeld. Ten bate van transparantie, ten bate van dierenwelzijn.

Misschien denkt u nu `de verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn ligt toch bij de houder van een dier?’. Dat ben ik met u eens. Primair moeten landen als bijvoorbeeld China zelf zorgen voor regels rond dierenwelzijn. Maar dat ontslaat u niet van uw verantwoordelijkheid. U maakt onderdeel uit van de keten. U wordt in Nederland door het publiek en de politiek aangesproken. Belangrijker, u kunt als inkoper invloed uitoefenen.

De rijksoverheid wil u daarbij helpen. Want invloed vraagt ook om afspraken op Europees niveau. Ik heb tijdens de Landbouwraad in maart de EU-lidstaten en de Europese Commissie opgeroepen zich ervoor in te zetten dat de kleding- en textielsector in Europa tracerings- en borgingssystemen gaat ontwikkelen, met onafhankelijke certificering van dierlijke producten. En dat de sector deze ook doorvoert. Verschillende lidstaten hebben al aangegeven mijn oproep te steunen.

Beste mensen,

Ik hoop dat deze bijeenkomst u motiveert om met volle kracht aan de slag te gaan met dierenwelzijn. Ik zou u willen adviseren om hierover ook in gesprek te gaan met maatschappelijk betrokken organisaties als Stichting Bont voor Dieren en Stichting Viervoeters. Zij hebben veel kennis over dierenwelzijn en zijn door hun internationale contacten goed op de hoogte van wat er speelt in diverse landen.

Vanuit de overheid zijn we natuurlijk ook bereid om met u mee te denken. We hebben immers een gezamenlijk doel: een respectvolle omgang met dieren, ook in de non-food sector.

U kunt rekenen op mijn inzet. Ik reken op u!