Met creativiteit samenwerken aan duurzame ontwikkeling in Afrika

Dames en heren,

Onlangs werd de voorpagina van een Nederlandse krant gevuld door een artikel met de volgende kop: “Levensverwachting Andorra – Swaziland: 83 – 29.

Het artikel maakte duidelijk hoe schrijnend de verschillen zijn tussen een van de rijkste West-Europese landen en een van de armste landen van Afrika.

Andorra heeft 80.000 inwoners. Swaziland 80.000 wezen.

De kindersterfte is in Andorra het laagst van de wereld. In Swaziland het hoogst.

Andorra is een toeristisch paradijs voor mensen met een brede beurs.

In Swaziland is een struggle for life gaande. Nu nog meer dan ooit. Volgens het Wereldvoedselprogramma heeft bijna de helft van de bevolking voedselhulp nodig omdat door droogte en de hoge temperaturen de oogst bijna volledig is mislukt.

Afrika is een continent met vele en grote problemen. Problemen die om oplossingen schreeuwen. Ik ben daarom blij dat de TU Delft heeft besloten dit lustrumsymposium in het teken te stellen van oplossingen voor Afrika. Duurzame oplossingen, want alleen die hebben toekomst.

De TU Delft bestaat dit jaar 165 jaar. Daarmee wil ik u heel hartelijk feliciteren. Op deze universiteit bruist het van de dynamiek en creativiteit. U wilt excelleren. En met succes. Ik denk aan het team van de Nuna4 die voor de vierde keer op rij in Australië de World Solar Challenge wist te winnen. Maar ik denk bijvoorbeeld ook aan Sanne Kistemaker die met haar communicatiemiddel voor ouderen ‘Piece of Family’ de Design for All Award van de Nederlandse Designprijzen 2007 in de wacht heeft gesleept. Beide prestaties van Delftse studenten zijn een felicitatie waard.

Dames en heren,

In mijn bijdrage vandaag zal ik allereerst iets zeggen over de afwegingen die een rol spelen bij duurzame ontwikkeling. Daarna wil ik ingaan op het belang van creativiteit en samenwerking bij het oplossen van duurzame vraagstukken. Tot slot zal ik mijn blik richten op de ontwikkeling en toekomst van Afrika.

Duurzaam versus niet-duurzaam

Maar eerst iets over het feit dat duurzaam en niet-duurzaam vaak niet ver van elkaar verwijderd zijn. Een voorbeeld.

In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw had Nederland een intensieve ontwikkelingsrelatie met Indonesië. Op het platteland van West-Java bouwden Delftse ingenieurs verschillende typen waterzuiveringsinstallaties. Bij nader inzien functioneerden deze installaties niet goed. Wat bleek?

Het aluminiumsulfaat dat nodig is voor de zuivering bracht op de lokale markt veel geld op. Dus in plaats van het geleverde spul in de zuivering te gebruiken, verkocht de lokale operator het aan de inwoners van het dorp.

It’s the economy stupid.

De installatie was ook niet 24 uur per dag in bedrijf. Geen enkele procesoperator wilde in de nachtelijke uren aanwezig zijn, want ’s nachts komen de boze geesten.

It’s the people stupid.

Tenslotte werkten de pompen die nodig waren om het water uit de rivier naar de zuivering te pompen niet. De ingenieurs hadden onvoldoende rekening gehouden met het gegeven dat de natuurlijke hoeveelheid slib in de rivier varieert als gevolg van de hevige regenval.

It’s the planet stupid.

Duurzame oplossingen komen niet vanzelf tot stand. Oplossingen die op papier duurzaam lijken, kunnen – onbedoeld – in de praktijk niet-duurzame gevolgen hebben.

Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, is het van belang op voorhand een drietal vragen na te lopen:

Welke waarden zijn voor mij belangrijk? Welke gevolgen heeft mijn handelen voor people, planet en profit? Welke gevolgen heeft mijn handelen op de langere termijn?

Wat betreft de eerste vraag over waarden en idealen denk ik dat wij het snel eens zijn over welke waarden ons dierbaar zijn en beschermd dienen te worden. Welke waarden met andere woorden duurzaam zijn. Vrijheid, democratie en rechtvaardigheid. Gelijke kansen voor iedereen, ongeacht sexe, geloof en geaardheid. Oog hebben voor je medemens – dichtbij huis en in andere delen van de wereld, want ieder mens telt. Respectvol omgaan met mens, dier en milieu. Maar ik denk ook aan het creëren van een veilige, schone en mooie leefomgeving waar welvaart en welzijn hand in hand gaan en waar solidariteit en eigen verantwoordelijkheid in balans zijn.

De volgende afweging die naast het toetsen aan kernwaarden dient te worden gemaakt, gaat om het vormen van een beeld van alle aspecten van duurzaamheid. Wat zijn de economische en sociale gevolgen van mijn handelen? Wat betekent het voor het natuurlijke evenwicht op aarde? Treffend en actueel in dit kader is de discussie over biobrandstof. Biobrandstof leek zo’n goed alternatief om onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Het leek zo’n goed middel in onze strijd tegen de uitstoot van broeikasgassen.

Maar nu blijkt dat het kweken van de grondstoffen voor biobrandstoffen ten koste gaat van het oerwoud.

Maar nu blijkt dat de teelt van gewassen voor biobrandstof enorm veel water kost.

Maar nu blijkt dat de energiezekerheid ten koste gaat van voedselzekerheid van de lokale bevolking.

Een directeur van voedingsmiddelenconcern Unilever zegt het treffend: “Onze industrie wil er niet verantwoordelijk voor zijn dat voedsel uit ontwikkelingslanden verbrand wordt in onze SUV’s.”

De beoordeling over het duurzaamheidgehalte van de eerste generatie biobrandstoffen lijkt kortom negatief uit te vallen.

Deze constatering brengt mij bij de laatste vraag die dient te worden meegewogen voordat een oplossing het stempel ‘duurzaam’ kan krijgen: zijn de gevolgen van mijn handelen op langere termijn te overzien? Hoe toekomstbestendig is de gekozen maatregel? Dit aspect speelt prominent bij de afwegingen die wij in Nederland moeten maken bij ons waterbeheer. De zeespiegel stijgt, dijkverzwaringen zijn nodig. Maar hoe ver kijken we vooruit? 20 jaar? 50 jaar? 100 jaar? Dit is een wezenlijke vraag, want aan iedere beslissing hangt vanzelfsprekend een ander prijskaartje.

Voor duurzaamheid is creativiteit en samenspel nodig

Toch gaat het bij duurzame ontwikkeling om meer dan het maken van een kosten-batenanalyse en het nagaan wat de gevolgen van een bepaalde oplossing kunnen zijn. Dit brengt me bij het tweede deel van mijn verhaal.

Duurzame ontwikkeling is geen kwestie van vaste formules en blauwdrukken. De zoektocht naar duurzame oplossingen zit vol open vragen. Bij de beantwoording daarvan zullen we telkens de juiste balans moeten zien te vinden.

Duurzame ontwikkeling is geen statisch, maar een dynamisch begrip. Waar het nu op aankomt is – en dat is mijn centrale boodschap – alle bronnen van creativiteit aanboren. De alarmklokken over de mondiale milieuproblemen luiden zo luid en schril dat sommigen geneigd zijn met hun handen voor hun oren stil in een hoekje te gaan zitten. Maar wat we nu meer dan ooit nodig hebben is dat iedereen massaal in beweging komt.

Ik ben er van overtuigd dat we wereldwijd deze uitdagingen aankunnen. Er is genoeg creativiteit. Er is genoeg inventiviteit. Er is genoeg gedrevenheid.

Ook hier aan deze universiteit zie ik dat. Zojuist sprak ik nog met een aantal studenten die zich via de stichting ‘Students 4 Sustainability’ inzetten voor de verspreiding van duurzame techniek in Afrika. Een kleinschalig maar uiterst waardevol initiatief.

Ook het Nederlandse kabinet heeft grote ambities om niet alleen in Nederland, maar ook in andere delen van de wereld duurzaamheid dichterbij te brengen.

Maar duurzame ontwikkeling kan niet door de overheid alleen gerealiseerd worden. In de kern gaat duurzaamheid over verbinden.

Het gaat om het verbinden van sectoren. Dus geen aparte economische, ecologische en sociale agenda, maar één agenda.

Het gaat om het verbinden van heden en toekomst. Ons huidige doen en laten moet een betere toekomst voor mens en milieu ondersteunen.

Het gaat om het verbinden van grote idealen met kleine praktische oplossingen.

Om dit te bereiken hebben we iedereen nodig. De samenwerking tussen overheid en de diverse maatschappelijke spelers moet versterkt worden. Alleen als bestuurders, politici, wetenschappers, ondernemers en burgers de krachten bundelen, kunnen we samen een duurzaamheidsbeweging in gang zetten die de noodklokken het zwijgen oplegt.

Een mooie illustratie waar goed samenspel tussen diverse partners toe kan leiden, is het project ‘Biogas for Better Life: An African Initiative’.

Energie speelt een sleutelrol bij de sociaal-economische ontwikkeling van ontwikkelingslanden. Het spreekt vanzelf dat we zoveel mogelijk op zoek moeten naar duurzame oplossingen. Biogas for Better Life is een veelbelovende stap in de goede richting.

Een groot aantal Afrikaanse landen heeft samen met lokale organisaties, internationale ngo’s en diverse donorlanden, waaronder Nederland, afspraken gemaakt over een uitgebreid biogasprogramma voor Afrika. Dit initiatief moet op termijn 20 miljoen Afrikaanse huishoudens van duurzame energie gaan voorzien.

Huishoudens met tenminste twee koeien of zeven varkens kunnen baat hebben bij een eenvoudige biogasinstallatie. Deze installatie levert dan voldoende gas voor een kooktoestel en een lamp. Een ongekende vooruitgang.

Vrouwen en meisjes hoeven geen uren meer te besteden aan het sprokkelen van brandhout en de lucht in de huizen waar wordt gekookt wordt niet langer vervuild. Winst voor de leefomstandigheden van de mensen.

Ontbossing wordt teruggedrongen door de lagere behoefte aan hout. De uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd. Omdat het restproduct uit de biogasinstallatie een waardevolle meststof is, blijft de bodemkwaliteit op peil en stijgt de agrarische productie met 25%. Winst voor het milieu.

Het in gebruik nemen van biogasinstallaties heeft een positief effect op de werkgelegenheid, met name op het platteland. Naar verwachting komen er op termijn tenminste 50.000 nieuwe banen bij. Winst kortom voor de economie.

Winst voor de lokale economie is er ook bij het NICE-project waar onder meer de Nederlandse bedrijven Essent en Econcern bij betrokken zijn. NICE biedt mensen in ontwikkelingslanden op een duurzame wijze diverse digitale services aan. In Gambia zijn al twee centra die je zou kunnen omschrijven als internetcafés die draaien op zonne- energie. In deze cafés kunnen mensen niet alleen draadloos internetten, maar ook allerlei opleidingen volgen met behulp van de computer en internet. De jeugd van Gambia wordt zo goed toegerust op de arbeidsmarkt. Samenwerking met diverse ngo’s maakt het project nog sterker. Het Christian Children Fund stelt beurzen beschikbaar voor getalenteerde studenten en het Rode Kruis geeft in de internetcafés voorlichting over aids, malaria en tbc.

Focus op Afrika

Zowel Biogas for Better Life, als het NICE-project zijn mooie voorbeelden van het op een duurzame manier verbeteren van het leven van miljoenen Afrikanen door middel van samenwerking. In het derde en laatste deel van mijn verhaal zal ik de focus richten op Afrika.

Afrika is een prachtig continent. Uit eigen ervaring weet ik hoe adembenemend de natuurlijke diversiteit er is en hoe hartverwarmend positief de mensen er in het leven staan. Sommige Afrikaanse landen is het gelukt zich aan de neerwaartse spiraal van armoede te ontworstelen en aan te haken bij de wereldeconomie. Anderen daarentegen kampen met grote sociale en economische problemen als gevolg van conflicten, armoede en aids. Deze landen plukken onvoldoende de vruchten van de globalisering. Aan de andere kant importeren ze wel de nadelige gevolgen van de klimaatverandering.

Sterker nog, ze dreigen ook het slachtoffer te worden van onze Westerse honger voor energie. We zijn in de wereld meer dan ooit op elkaar aangewezen en van elkaar afhankelijk. Duurzaamheid in bijvoorbeeld Nederland kan alleen bestaan als ook Afrika duurzaam ontwikkeld wordt.

Ik ben blij dat steeds meer overheden, organisaties, ondernemers en onderwijsinstellingen deze boodschap verstaan en hun eigen steentje bijdragen.

Zo heeft het Nederlandse bedrijf Heineken al sinds jaar en dag een bierbrouwerij in Rwanda. Het bedrijf heeft een eigen aids- programma voor medewerkers en familieleden. Daarnaast levert het bedrijf een belangrijke impuls aan de lokale economie van Rwanda: Heineken is de grootste belastingbetaler in het land. Ook heeft de bierbrouwer jarenlang methaangas onttrokken aan het Kivumeer, waarmee het twee Megawatt genereerde. Heineken combineert people, planet en profit op een ondernemende, maar duurzame wijze.

Dames en heren,

Ik gaf al aan dat het voor ontwikkeling in een land cruciaal is dat de mensen de beschikking hebben over bij voorkeur duurzame energie. Een andere belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling – voor leven zelfs – is toegang tot veilig drinkwater. Dit is niet voor niets één van de acht Millennium Ontwikkelingsdoelen. Ga maar na: de waterproblemen in Afrika kosten jaarlijks 5% van het Bruto Nationaal Product.

In een recent VN-rapport valt te lezen dat de toegang tot schoon drinkwater afneemt. In 2025 hebben ongeveer 1,8 miljard mensen gebrek aan drinkwater. Het drinken van verontreinigd water blijft daarmee de komende decennia de belangrijkste veroorzaker van slechte gezondheid en sterfte, aldus de Verenigde Naties.

Dit zijn uiterst verontrustende berichten. Het Millennium Ontwikkelingsdoel op dit terrein is ver buiten bereik. Daar kan verandering in komen als we het recht op water gaan beschouwen als een mensenrecht. Water is van levensbelang. De toegang tot veilig drinkwater is daarmee een mensenrecht. Wat mij betreft erkennen we dit zo snel mogelijk.

Natuurlijk lossen we hiermee de wereldwijde waterproblematiek niet op. Was het maar waar. Maar de erkenning van water als mensenrecht kan wel veel positiefs in beweging zetten.

Ondertussen moeten we blijven zoeken naar praktische oplossingen. En die komen er gelukkig ook steeds meer. De LifeStraw is daar een prachtig voorbeeld van. Dit rietje verandert op een simpele en snelle manier vuil water in veilig drinkwater. Een fantastische Deense uitvinding met een Delfts randje door de betrokkenheid van een studente van deze universiteit bij de ontwikkeling van het product.

De LifeStraw is een duurzame oplossing bij uitstek.

Dames en heren,

Ik kom tot een afronding. “Challenge the future” is het motto van deze universiteit. Ook voor u ligt er een grote uitdaging. Om de komende twee dagen al uw creativiteit aan te boren. Om stevig te debatteren, om samen te werken en ook om verbindingen te leggen. Verbindingen die kunnen leiden tot duurzame oplossingen voor een betere toekomst voor Afrika.

Ik wens u een vruchtbaar symposium toe.

Dank voor uw aandacht.