Om de klimaatdoelstellingen te behalen zal ons productie- en consumptiepatroon moeten veranderen. Dat betekent dat we sommige dingen moeten laten, maar ook dat onze gebruiksvoorwerpen duurzamer worden geproduceerd en er, na het einde van de levensduur, zo min mogelijk de verbrandingsoven ingaat.

Tegenwoordig gaan er stemmen op om meer in te zetten op betere recycle-methoden dan in het proberen alle gebruiksvoorwerpen opnieuw te ontwerpen met het oog op hergebruik van materialen. Dit is onder andere gebaseerd op het gegeven dat materialen vaak een relatief kleine bijdrage leveren aan de totale kosten van een product – slechts 4 à 5 procent.

Dit is een misvatting en zorgt voor een beperking van de mogelijkheden waarop wij producten duurzamer kunnen produceren. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten. We moeten ervoor waken om dit vraagstuk niet louter vanuit economisch oogpunt te benaderen.

Het is van cruciaal belang om te begrijpen dat de financiële waarde van een materiaal niet altijd overeenkomt met de mate van milieu-impact. Sommige materialen, zoals plastic, zijn goedkoop, maar hebben ernstige negatieve milieueffecten mits niet goed verwerkt na gebruik. Hetzelfde geldt voor veel metalen, afkomstig van vervuilende mijnbouw.

We moeten niet uit het oog verliezen dat het gaat om materialen die schaars zijn en, hetzij door de winning dan wel door de productie of na het gebruik ervan, een impact op het klimaat hebben. Het verminderen van materiaalgebruik en efficiënter omgaan met grondstoffen zijn essentieel gegeven de beperkte beschikbaarheid van hulpbronnen en de noodzaak om klimaatverandering te keren.

Natuurlijk zijn ook innovatieve initiatieven om materialen van elkaar te kunnen scheiden en daarmee recycling te verbeteren meer dan welkom. Maar laten we op meerdere paarden tegelijkertijd wedden. We hebben in het verleden vaak ervaren hoe gevaarlijk het is als je afhankelijk bent van één grondstof of technologie – zie hoe moeilijk de energietransitie van de grond komt.

Hierom is het belangrijk dat een productontwerp niet alleen rekening houdt met materiaalkosten, maar ook met levensduur, recycling en hergebruik van materialen. Laat het zo gemakkelijk mogelijk te ontleden zijn, zodat het eenvoudiger te repareren en/of opnieuw te gebruiken is.

Bovendien kunnen investeringen in een productontwerp met minder componenten en productiestappen zich vertalen in efficiëntere productieprocessen. Dit kan leiden tot minder gebruik van energie, water en arbeid. Dit vertaalt zich niet noodzakelijkerwijs in financiële opbrengsten, maar wel in duurzaamheidswinsten. Door hier helder over te communiceren kan ook een bijdrage worden geleverd aan bewuster consumentengedrag.

Steven van Dalen, senior manager Boer & Croon