Sociale ondernemingen hebben grote kritiek op de Participatiewet, die ervoor moet zorgen dat meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werk vinden. Dat blijkt uit een steekproef van Stichting DOEN onder de 160 sociale ondernemingen die Stichting DOEN steunt. Deze ondernemingen zouden veel meer mensen kunnen opnemen en ontwikkelen als er barrières worden weggenomen. Nederland kent ruim 2.000 sociale ondernemingen. Van de respondenten (sociale ondernemingen) is 82 procent het oneens met de stelling ‘Het aanvraagproces om als sociale coöperatie via de gemeente een (nieuwe) werkplek te realiseren verloopt soepel’.

De Participatiewet is in 2016 ingevoerd met als doel een eenduidig beleid te creëren voor de verschillende groepen mensen met een arbeidsbeperking. Dat lijkt te zijn mislukt. Veel gemeenten blijken de wet in praktijk niet goed uit te kunnen voeren. Het overgrote deel van de 37 sociaal ondernemers, die meededen aan de steekproef, uitgevoerd door Kien onderzoek, geeft dan ook aan geen uniformiteit in de aanpak van gemeenten te ontdekken. Ruim zeven op de tien is het oneens met de stelling ’tussen verschillende gemeenten wordt de Participatiewet op eenzelfde manier uitgevoerd’. Een ondernemer licht toe: “De gemeenten hanteren een zeer eigen interpretatie van de participatiewet. Er wordt gestuurd op kostenbesparing en de mate van de benodigde begeleiding wordt zwaar onderschat.” Mark Hillen, directeur van Social Enterprise NL, zegt daarover: “Er zijn nog heel veel mensen die onder de juiste omstandigheden graag zouden meedoen, maar het is voor ondernemers en voor deze mensen gewoon te moeilijk gemaakt”.

Geen goede match

Voor de Participatiewet maakten de verschillende doelgroepen ieder aanspraak op een andere wet. De komst van de Participatiewet betekende dat klassieke uitkeringsgerechtigden, arbeidsgehandicapten met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen en jonggehandicapten onder één loket vallen. Gemeenten lijken veel moeite te hebben met hun rol als intermediair richting sociale ondernemingen. Zo geeft 76 procent van de respondenten aan het oneens te zijn met de stelling ‘Gemeenten kunnen een goede match maken tussen een persoon en het soort werk dat hij/zij kan doen’. Een respondent licht toe: “De gemeente heeft ons totaal niet geholpen met het werven van mensen Ze hebben ons geen geschikte kandidaten gestuurd en ons juist  tegengewerkt.”

Meer invloed

Uit de steekproef komt verder naar voren dat sociale ondernemingen graag eerder en meer betrokken willen zijn bij het wervingsproces van kandidaten. Maar liefst 84 procent is van mening dat sociale organisaties beter dan gemeenten weten hoe de doelgroep, die onder de Participatiewet valt, eruit ziet. “Ik denk dat er per gemeente een apart contactpersoon moet komen die het belang van sociale ondernemingen onder haar of zijn hoede heeft”, reageert een ondernemer. Deze uitkomst strookt met de visie van Social Enterprise NL zoals uiteengezet in het whitepaper Naar een arbeidsmarkt die werkt voor iedereen. Andere respondenten wijzen op de complexe rol van de gemeenten, wiens taak het is werk te bieden via de Participatiewet en ook te besluiten over uitkeringen. Mark Hillen: “Er is een flinke machtsrelatie. Hoe open en eerlijk durf je als gemeente te zijn als je ook een uitkering ontvangt?”

Stichting DOEN niet verrast

Reineke Schermer, programmamanager van Stichting DOEN, is niet echt verrast door de uitkomsten van de steekproef. “DOEN steunt ongeveer 160 sociale ondernemingen en krijgt regelmatig signalen dat ondernemers die te maken hebben met de Participatiewet knelpunten ondervinden. Wij vinden het belangrijk dat sociale ondernemingen goed kunnen draaien en groeien, zodat zij door het maatwerk dat zij kunnen leveren als geen ander in staat zijn om ervoor te zorgen dat mensen die lang aan de zijlijn staan weer mee kunnen doen. Via deze steekproef krijgen we een beter beeld: waar lopen de sociale ondernemers tegenaan in de praktijk. We zien dat de samenwerking bij de ene gemeente beter gaat dan bij andere gemeente. Dit zou verder onderzocht kunnen worden, zodat de werkwijze van gemeenten die wél goed functioneren, kunnen worden overgenomen.