Economische tegenwind dreigt de opkomst van MVO te ondermijnen. Het moment is aangebroken om de koplopers te steunen en een standaard te formuleren waaraan alle ondernemingen zich moeten houden. Dat schept eerlijke concurrentieverhoudingen. Nu de code-Tabaksblat er ligt is het tijd dat er ook een wettelijk verankerde code komt voor maatschappelijk verantwoord ondernemen . Behalve Shell hebben ook Rabobank,Unilever en TPG Post afgelopen jaren stappen gezet op MVO.

Door de slechte economische situatie lijken ondernemingen hun aandacht weer te verleggen. Die verminderde aandacht voor MVO komt soms uit eigen beweging, zoals bij Ahold. Soms is sprake van druk van beleggers, zoals bij Shell. In sommige gevallen vindt de strijd tussen beleggers en MVO ook in de top van de onderneming zelf plaats, waarbij een deel van de top maatschappelijk verantwoord ondernemen wel ziet zitten en anderen niet. Er is een behoefte aan een gelijk speelveld, waarin bedrijven niet onder het minimum aan MVO-verplichtingen heen zakken. Daar draagt een landelijke MVO-code met minimumnormen à la Tabaksblat aan bij.

Consumenten zijn cruciaal als het gaat om de daad bij het woord te voegen. Bijna iedereen vindt dat niemand mag profiteren van goedkope producten die ten koste gaan van het milieu of dierenwelzijn, of welke via uitbuiting of zelfs slavernij tot stand zijn gekomen. De keuze wordt gemakkelijker als je weet wat er achter een product zit; een ‘pas toe of leg uit’-principe maakt duidelijk welke bedrijven goed scoren en welke niet. Dan kunnen consumenten vergelijken en werkelijk verantwoorde keuzes maken.

De Raad voor Jaarverslaggeving heeft een handleiding opgesteld over hoe bedrijven verslag kunnen doen over economische, milieu- en sociale aspecten van het ondernemen. In Nederland zijn multinationals al gebonden aan minimumuitgangspunten en richtlijnen van de Oeso. De Oeso-richtlijnen komen pas in beeld als bij het Nationaal Contactpunt een klacht wordt ingediend. De publicitaire effecten van zo’n klacht zijn aanzienlijk, zelfs als die klacht achteraf onterecht blijkt te zijn.

Een MVO-code moet breed worden gedragen. Het is wenselijk dat bedrijven en maatschappelijke organisaties bij de opstelling worden betrokken. Zo’n code moet ruimte bieden voor die verscheidenheid. Bedrijven houden zich aan de richtlijnen van de code of leggen uit waarom ze dat niet doen of niet kunnen. PvdA en Groen Links roepen op tot instelling van een commissie van ondernemingen en maatschappelijke organisaties om een MVO-code te ontwikkelen.

Kris Douma, Bert Koenders zijn beiden Tweede-Kamerleden voor de PvdA en Kees Vendrik is Tweede-Kamerlid voor Groen Links.