Wie vanaf 1 oktober een werk van TBI bezoekt ziet dat er 100% op HVO wordt gedraaid. “In de transitie naar een schone bouwsector is het een belangrijke stap die we willen en kunnen zetten”, zegt Sander Dekker, Manager Strategieontwikkeling bij TBI. HVO zal bovendien niet alleen de energiebron zijn voor het eigen materieel, ook onderaannemers zullen hier steeds meer gebruik van gaan maken.

Door zich te committeren aan de inzet van HVO stimuleert TBI tevens de inzet van de nieuwste generatie machines. “Zoals wij het zien is het een tweetrapsraket. We willen minder brandstof gebruiken, Stage IV en V machines dragen daaraan bij. Vervolgens vullen we de brandstofbehoefte op een schone manier in, met HVO.”

Vraag is echter: wie pakt de rekening voor de duurdere brandstof op? “TBI!”, zegt Sander zonder omwegen. “Wij voelen de verantwoordelijkheid, zien dat er steeds meer kansen zijn om schoner te werken én als derde: we moeten ook schoon gaan werken. Maar onze wil is de belangrijkste drijfveer.” De enige aandeelhouder van het bedrijf is de Stichting TBI. “Winst vloeit terug in de organisatie en zetten we in om het bedrijf economisch gezond te houden, innovatie te bevorderen en maatschappelijke impact te hebben.” Daarnaast ervaart hij dat er steeds meer financiële ruimte is voor duurzaamheid in tenders van bijvoorbeeld Rijkswaterstaat. “Wanneer de emissie wordt beperkt, krijg je een fictieve korting. Een hoge kwaliteitsscore en lage CO2-footprint resulteren in een korting op de inschrijfprijs.”

Maar er is nog een reden waarom TBI de meerkosten (wanneer deze niet door de klant worden betaald) voor haar rekening neemt. “We kunnen en willen de rekening niet doorschuiven naar onderaannemers. Zij moeten namelijk de ruimte krijgen om te investeren in schoon en emissieloos materieel. Dat kan alleen wanneer ze een eerlijke vergoeding voor hun werk ontvangen.”

TBI huurt veel materieel in, maar heeft zelf ook specialistische machines en een behoorlijk aantal generatoren draaien. “Voor het eigen materieel, veelal heistellingen, geldt dat we momenteel kijken of we deze kunnen ombouwen of vervangen door bijvoorbeeld elektrisch aangedreven machines.” En dat geldt ook voor de generatoren, die in 2030 emissieloos moeten zijn. Die plannen krijgen de komende jaren vorm. “Er gaan forse bedragen mee gepaard en zeker bij zwaar materieel heeft de ontwikkeling nog tijd nodig. De inzet van HVO is in de tussentijd een goede oplossing.”

Dit artikel werd eerder gepubliceerd door De Groene Koers, een initiatief van Koninklijke Bouwend Nederland, Cumela, BMWT, Koninklijke VHG en Vereniging MKB INFRA.