Het begrip wordt te pas en te onpas gebruikt. Maar wat is duurzaamheid eigenlijk? Scholtens: ‘In economische termen is het je productiecapaciteit in stand houden. Maar het gaat veel verder. Bij duurzaam beleggen en financieren, houd je ook rekening met het ecosysteem en met sociale aspecten.’ Bijvoorbeeld ABN AMRO, één van de initiatiefnemers van het internationaal duurzaam financieren. Deze bank kwam in de jaren negentig negatief in het nieuws door een mijnbouwproject in Papoea Nieuw Guinea. Het project leverde veel waterverontreiniging op, waardoor onder andere de volksgezondheid in het gedrang kwam.

Equator principes

Na zwaar protest van actiegroepen begon ABN AMRO met het opstellen van richtlijnen voor haar eigen financieringsbeleid. Mede hierdoor ontstonden de ‘Equator Principes’, vrijwillige afspraken over de sociale en milieuverantwoordelijkheden bij financiering van projecten in ontwikkelingslanden. Sociaal en milieutechnisch worden alle projecten in drie klassen ingedeeld. Aan de twee meest risicovolle gaat tegenwoordig in ieder geval een Milieu Effect Rapportage vooraf. Inmiddels zijn 35 internationale financiële instellingen overstag. Samen zijn zij goed voor meer dan viervijfde van de internationale projectfinanciering in ontwikkelingslanden.

Probleem opgelost? Allerminst. ‘De Equator Principes beslaan maar een heel klein stukje van het spectrum. De meeste financiering is géén projectfinanciering en vindt niet plaats in ontwikkelingslanden. Als ABN AMRO dezelfde voorwaarden zou stellen bij investeringen in de VS, dan zouden de Amerikanen daar absoluut niet blij mee zijn.’ Bovendien zijn de regels nauwelijks te handhaven. Als bank heb je over partners in de keten, bijvoorbeeld aannemers en onderaannemers, nauwelijks iets te zeggen. ‘De mogelijkheid voor financiële instellingen om hun spierballen te laten zien bij de rechter op zaken als milieu of arbeidsomstandigheden is beperkt’, zegt Scholtens. ‘Als een bank bijvoorbeeld merkt dat er bij één van de door haar gefinancierde projecten kinderarbeid wordt verricht, dan kun je als bank die aannemer daar wel op aanspreken, maar je hebt weinig mogelijkheden het ook te veranderen. Zover reikt je contract als financier niet.’

Wereldvrede

Eigenlijk zou de hele keten op één lijn moeten komen. Richtlijnen dus voor financiële instellingen, maar ook uitvoerders, aannemers en betrokken organisaties in de hele wereld. Scholtens maakt zich geen illusies. Deze opgave valt in de categorie ‘nergens honger en altijd wereldvrede’. ‘Toch kunnen we een grote stap in de goede richting zetten’, zegt hij. ‘De overheid moet het voor financiële instellingen mogelijk maken om de regels ook te handhaven.’ Niet met het zoveelste keurmerk of een duurzaamheidpolitie die controleert, maar met wetgeving waarin duurzaamheid verankerd ligt. Wetgeving waarop de financiële instellingen een beroep kunnen doen, als een van de andere betrokkenen over de schreef gaat. Een soort Habitat-richtlijn, maar dan voor duurzaam ondernemen.

Curriculum Vitae

Bert Scholtens is bijzonder hoogleraar Duurzaamheid en financiële instellingen. Hij studeerde tot 1985 economie aan de RUG en ging daarna als analyticus het bedrijfsleven in. In 1989 keerde Scholtens terug in de academische wereld, als universitair docent en onderzoeker aan de UvA. In 1994 promoveerde hij op een onderzoek naar internationale kredietverlening en financiering. Sinds 1999 werkt Scholtens aan de RUG bij de vakgroep Financiering, Belegging en Accounting. Zijn onderzoek spitst zich onder andere toe op duurzaamheid van bedrijven en financiële instellingen. Hierover publiceerde hij in het afgelopen decennium ook veelvuldig in de vakpers.