Ondanks wantrouwen en geslotenheid…
In toenemende mate wordt van ondernemingen verwacht dat zij verantwoordelijkheid aanvaarden voor hun invloed op de samenleving. Dit zogenoemde maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft vooral betrekking op de zorg voor het milieu en het welzijn van mensen.
Hoewel het omgaan met dierproeven een onderwerp is dat binnen het kader van MVO past, wordt die link niet vanzelfsprekend gelegd. Bovendien wordt er, in de gevallen waar wel aandacht is besteed aan een dierproefbeleid, door het bedrijf weinig over gecommuniceerd.
Dat is een gemiste kans, zowel voor de bedrijven als voor tegenstanders van dierproeven. Beide partijen streven immers naar een vermindering van het aantal dierproeven en proefdieren. Toch verschillen zij van mening over de mate van openheid, de mate waarin, en de snelheid waarmee dierproeven kunnen of moeten worden verminderd dan wel vervangen. Er is zelfs sprake van onderling wantrouwen en geslotenheid.

…is er voldoende basis voor een dialoog.
Ondernemingen en belangenorganisaties hebben er baat bij om gezamenlijk op te trekken bij het streven naar vermindering dan wel vervanging van dierproeven. Het MVO biedt hiervoor een goed kader. Dat houdt in dat een bedrijf dat dierproeven onderneemt in dialoog treedt met stakeholders, hen consulteert en informeert, verantwoording aflegt over de gevolgde koers en behaalde resultaten, en zorg draagt voor (onafhankelijk) toezicht. Een vijftal grote ondernemingen die dierproeven uitvoeren (Unilever, TNO, Organon, Procter & Gamble en Solvay) zijn voor deze publicatie geïnterviewd. Er blijken voldoende aanknopingspunten aanwezig die een constructieve dialoog tussen alle partijen over de positie van het dierproefbeleid mogelijk moet maken. Het boek biedt een stappenplan om tot die gewenste dialoog te komen. Voor Proefdiervrij is deze verkenning een eerste stap op weg naar een open dialoog over de positie van proefdieren in het MVO-beleid van ondernemingen.