Overstappen naar een circulaire economie, waarbij elektronische apparaten langer meegaan en beter reparabel zijn, betekent ook aandacht voor de gevolgen van deze transitie elders in de wereld. Óók voor de verwerking van elektronisch afval in West Afrika.

Een dagelijks tafereel. Schepen die de havens van Accra en Lagos binnenlopen, met containers vol afgedankte elektronische spullen. Onze oude TV’s, koelkasten en airco’s worden daar verkocht, gerepareerd of gerecycled door duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Voor hen een belangrijke bron van inkomsten. Kwalitatief goede apparaten krijgen er een tweede leven. Tegelijk vindt de verwerking onder gevaarlijke omstandigheden plaats met negatieve gevolgen voor de gezondheid en het milieu.

Omslag naar circulaire economie: de wereld van afgedankte elektronica

Deze week is Nederland gastheer van het World Circular Economy Forum + Climate. De Nederlandse regering wil in dertig jaar de omslag maken naar een volledig circulaire economie, waarin we maximaal efficiënt omgaan met schaarse grondstoffen. Zo minimaliseren we de druk van grondstoffengebruik op het milieu. Die inzet past bij SDG 12, één van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. SDG 12 gaat over een duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen, maar ook over beperking van afvalproductie via preventie, vermindering, recycling en hergebruik.

Bij het Planbureau voor de Leefomgeving brengen we in kaart hoe ver Nederland is met de omslag naar een circulaire economie. Onlangs publiceerden we onze eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage. Daarin gaan we in op het Nederlandse grondstoffengebruik. Veel milieuproblemen zijn terug te voeren op een verspillende omgang met grondstoffen, die veelal uit het buitenland komen. Belangrijke vraag: wat zijn de gevolgen van de omslag naar een circulaire economie voor lage-en middeninkomenslanden waarmee we handel drijven?

Om daar meer inzicht in te krijgen, heeft het PBL zich, in samenwerking met UNU/UNITAR SCYCLE, verdiept in de handel in tweedehands elektronica en elektronisch afval. Wat als Nederland overschakelt op gesloten kringlopen, met veel meer hergebruik en recycling van elektronica in eigen land? Worden er dan nog tweedehands spullen uitgevoerd en zo nee, wat betekent dat dan bijvoorbeeld voor mensen die nu baat hebben bij die handelsstromen? Die vragen staan ook op de agenda van het aankomende World Circular Economy Forum.

Positieve en negatieve gevolgen in West Afrika

Uit ons onderzoek bleek dat van de 366 kiloton in Nederland afgedankte elektronica in 2018 31 kiloton geëxporteerd werd voor hergebruik, 19 kiloton was legale afvalexport (veelal naar landen binnen de EU) en 12-20 kiloton illegale afvalexport. Deze figuur geeft dat goed weer. Een groot deel van de export voor hergebruik en van illegaal afval komt in West Afrika terecht. Omdat elektronica veel gevaarlijke en giftige stoffen bevatten en minder dan 1% van het elektronisch afval in West Afrika op een duurzame manier wordt verwerkt, gaat die verwerking gepaard met schade aan het milieu en de gezondheid van mensen.

Is de export naar West Afrika alleen een verhaal van kommer en kwel? Nee. Nogal wat elektronische apparaten krijgen een ‘tweede leven’. Ze zijn tegen redelijke prijzen beschikbaar voor de lokale bevolking. Ook zorgt de handel in tweedehands apparaten en afval voor banen. Denk aan het verzamelen, repareren en ontmantelen van het materiaal.

Op weg naar een circulaire elektronicamarkt

Er zijn verschillende manieren denkbaar om de elektronicamarkt meer circulair te maken. We kunnen ze indelen in drie categorieën, waarbij we de productcyclus (‘loop’) als uitgangspunt nemen:

  • ‘narrowing loops’: inzetten op minder of andere consumptie van elektronica, waardoor de behoefte aan materiaal vermindert en er uiteindelijk minder afval geproduceerd wordt;
  • ‘slowing loops’: verlengen van de levensduur van elektronica, zodat meer apparaten een tweede leven krijgen, in de EU of daarbuiten;
  • ‘closing loops’: ervoor zorgen dat zoveel mogelijk afval op een verantwoorde wijze verwerkt en eventueel hergebruikt wordt.

Elk van deze strategieën heeft echter ook gevolgen voor mensen in West Afrika. Focussen we op het minder consumeren of (langer) houden van elektronica in de EU, dan komen er minder goede tweedehands spullen op de markt in landen als Ghana en Nigeria. Met mogelijk negatieve gevolgen voor banen in reparatie en renovatie en voor toegang van consumenten tot betaalbare spullen van goede kwaliteit. De circulaire economie heeft soms zijn prijs.

Dat we in internationale productieketens voor ingewikkelde keuzes staan, is niet nieuw. Al jaren is er in Nederland aandacht voor eerlijk loon, betere arbeidsomstandigheden en milieu in lage- en middeninkomenslanden. Willen we een circulaire economie realiseren, dan voegen we een extra laag toe aan de complexiteit van internationale handel. Óók bij het realiseren van duurzaam, efficiënt grondstoffenbeheer en het verminderen van afvalproductie lopen we aan tegen ongelijkheid en afhankelijkheid in de wereld.

Samenwerken met West Afrika

Nederland is geen eiland. Onze economie circulair maken betekent óók circulariteit bevorderen in internationale ketens. SDG 12 kunnen we alleen bereiken als Europese en West-Afrikaanse politieke en economische spelers in de elektronicaketen de handen ineen slaan.

Er zijn strategieën denkbaar waarbij vanuit West-Afrika op verantwoorde wijze wordt bijgedragen aan reparatie en levensduurverlenging of zelfs aan goede verwerking van elektronisch afval. Uitgangspunt is dat handel in tweedehands elektronica belangrijk is voor inkomen en toegang tot elektronica voor mensen in West Afrika. Voorzorgsmaatregelen zijn essentieel, zoals investeringen in veilige en milieuvriendelijke verwerking van afval, goede controle, effectieve handhaving van bestaande regelgeving en verdere beperkingen op de export van waardeloos en gevaarlijk materiaal. Het is belangrijk om de informele sector te betrekken bij deze omslag om werkgelegenheid te behouden en problemen niet te verschuiven.

Het betrekken van West Afrika bij de omslag naar een circulaire economie draagt zo niet alleen bij aan het behalen van SDG 12 (minder materiaalverlies en minder vervuiling), maar bijvoorbeeld ook aan het halen van SDG 8 (waardig werk en economische groei), doordat banen in reparatie en afvalverwerking worden behouden en werkomstandigheden zelfs verbeteren.

Hester Brink en Paul Lucas, onderzoekers bij het Planbureau voor de Leefomgeving

Deze blog is gebaseerd op Hester Brink, Paul Lucas, Cornelis Peter Baldé en Ruediger Kuehr (UNU/UNITAR SCYCLE) Potential effects of Dutch circular economy strategies on low- and middle-income countries: the case of electrical and electronic equipment (gepubliceerd 19 februari 2021)