Al bijna 27 jaar beloont het Belgisch Instituut van Bedrijfsrevisoren (IBR-IRE) de beste inspanningen op het gebied van duurzaamheidsrapportage in België met het initiatief “Belgian Awards for Sustainability Reports (BAS)”. De winnaars van dit jaar zijn:
- Orac: Beste Eerste Duurzaamheidsrapport;
- Recticel: Beste Duurzaamheidsrapport in de categorie ‘Organisaties binnen het toepassingsgebied van de Wet op de Maatschappelijke Verslaggeving’;
- Lamifil: Beste Duurzaamheidsrapport in de categorie ‘Grote Organisaties buiten het toepassingsgebied van de Wet op de Maatschappelijke Verslaggeving’;
- Bematrix: Beste Duurzaamheidsrapport in de categorie ‘KMO’s en Andere Organisaties’
- VPK: Meest Leesbare en Meest Toegankelijke Duurzaamheidsrapport (verkozen door het publiek).
In totaal hebben 74 organisaties – een nieuw recordaantal! – hun rapporten ingediend voor de wedstrijd en de prijsuitreiking van vandaag werd gevolgd door zo’n 300 geïnteresseerden.
Dit jaar werden de deelnemende organisaties verdeeld in drie categorieën op basis van criteria die verband houden met de geleidelijke invoering van de Richtlijn Maatschappelijke Verslaggeving (MVO).
- De eerste categorie bestond uit 28 organisaties die onder de Wet op de Maatschappelijke Ontwikkeling (MVO) 2024 vielen (MVO-organisaties).
- De tweede categorie omvatte 36 grote organisaties die in 2024 niet onder de Wet op de Maatschappelijke Ontwikkeling (MVO) vielen en die aan twee van de volgende drie criteria voldeden: 250 werknemers, een balanstotaal van € 25 miljoen en een netto-omzet van € 50 miljoen. Deze categorie omvat ook beursgenoteerde organisaties en organisaties van openbaar belang (OOB’s) die niet onder de Wet op de Maatschappelijke Ontwikkeling (MVO) vallen.
- De derde categorie omvatte 10 mkb-bedrijven en andere organisaties (entiteiten met minder dan 250 werknemers en organisaties zoals niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), non-profitorganisaties, federaties en onderwijs- of openbare instellingen).
De BAS, oorspronkelijk een milieuprijs, werd de enige prijs voor duurzaamheidsverslaggeving. De editie van 2025 is bijzonder relevant omdat deze plaatsvindt in een context van regelgevingstransitie, met de omzetting van de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) in Belgisch recht eind 2024, en Omnibusvoorstellen die het publieke domein in 2025 hebben gedomineerd en dat blijven doen. In deze context heeft het IBR/IRE de organisatie van het BAS aangepast door de samenstelling van de jury te wijzigen, die nu bestaat uit leden die volledig onafhankelijk zijn van het IBR/IRE-beroep, en door de evaluatiecriteria die de juryleden gebruiken aan te passen, geïnspireerd op de nieuwste ESRS-rapportagemethodologie.
De criteria zijn ontwikkeld om de toegevoegde waarde van het BAS voor deelnemende organisaties aan te tonen. De criteria richten zich op impact en prestaties, maar zijn nog steeds gebaseerd op de algemene doelstelling om best practices te stimuleren in een open en transparante rapportage over de impact, risico’s en kansen (IRO’s) van een organisatie. Op basis hiervan zijn twee sets criteria opgesteld, één voor de CSRD-organisaties en één voor de niet-CSRD-organisaties.
Alle aan de jury voorgelegde rapporten werden vooraf gescreend door leden van het IBR/IRE (op basis van het prestatiegedeelte van de criteria). Dit resulteerde in een shortlist van duurzaamheidsrapporten (per categorie) die door de juryleden werden beoordeeld.
De jury van het BAS bestaat uit vertegenwoordigers van overheidsinstanties, de academische wereld en de economie. De juryleden, inclusief de voorzitter, zijn allen onafhankelijk van het IBR/IRE-vakgebied. In de afgelopen jaren zijn winnaars van eerdere edities uitgenodigd om deel te nemen aan de jury van de volgende editie, aangezien zij in het jaar na hun overwinning geen rapport mogen indienen.
Trends in duurzaamheidsrapportage in België
Materialiteitsbeoordeling: Focus op wat belangrijk is
De duurzaamheidsrapporten binnen het MVO-kader laten een sterke adoptie zien van het concept van dubbele materialiteit (DM), waarbij veel organisaties duidelijke DM-matrices presenteren als de voorkeursaanpak voor 2024. De meeste rapporten tonen een robuuste mapping van geïdentificeerde impacts, risico’s en kansen (IRO’s) naar ESRS-onderwerpen, KPI’s en doelstellingen, waardoor de traceerbaarheid van materialiteit naar metrieken wordt gewaarborgd. Hoewel de transparantie over de methodologie is verbeterd, is er meer duidelijkheid nodig over het koppelen van DM-resultaten aan due diligence-processen en het verzoenen van de perspectieven van stakeholders. Sectorspecifieke onderwerpen kwamen uitgebreid aan bod en investeringsgroepen stonden voor unieke uitdagingen bij het beoordelen van de materialiteit van diverse holdings. Sommige rapporten boden opmerkelijke goede praktijken op dit gebied.
Waardeketen in kaart brengen: van scope naar inhoud
Belgische bedrijven die onder de Wet MVO vallen, hebben een meer systematische en uitgebreide aanpak gehanteerd bij het in kaart brengen van hun waardeketens. De juryleden merkten op dat er inspanningen zijn geleverd om ‘hotspots’ met een grote impact te identificeren, zoals specifieke leverancierslanden, kritieke grondstoffen en uitbestede processen. Veel organisaties gebruiken vragenlijsten voor leveranciers, aangevuld met wetenschappelijke studies en audits, om gegevens uit de waardeketen te verzamelen, met name over broeikasgasemissies en sociale risico’s voor werknemers in de waardeketen.
Due diligence: van principes naar praktijk
Due diligence-processen – die betrekking hebben op mensenrechten en milieueffecten – worden steeds meer geformaliseerd. Rapporten tonen gestructureerde benaderingen voor risicoscreening, verbeterplanning en monitoring. De jury merkte echter op dat de meeste openbaarmakingen gebaseerd blijven op principes, met frequente verwijzingen naar internationale kaders zoals de OESO-richtlijnen en ILO-verdragen.
Strategische integratie van duurzaamheid: van identificatie tot strategie & governance
Een opmerkelijke vooruitgang is de geleidelijke integratie van de materiële IRO’s in de algehele strategie van de rapporterende organisaties. Het integreren van de materiële duurzaamheidsthema’s en de manier waarop deze worden beheerd, in de algehele strategie en het bedrijfsmodel, helpt stakeholders de prioriteiten van de organisatie te begrijpen en de duurzaamheid van bedrijfsmodellen te beoordelen. De juryleden waardeerden de expliciete betrokkenheid van besturen en/of duurzaamheidscommissies, waarbij duurzaamheidsdoelen steeds meer gekoppeld worden aan managementverantwoordelijkheden.
Kwantitatieve statistieken: verder dan minimumvereisten
Organisaties boeken vooruitgang in het rapporteren van kwantitatieve statistieken, met name voor hun eigen activiteiten. Kwantitatieve meting vergemakkelijkt reflectie op materiële onderwerpen en of organisaties op de goede weg zijn om hun ambities te verwezenlijken (“meten is weten”). De jury benadrukte het feit dat veel van de deelnemende organisaties entiteitsspecifieke indicatoren hebben geïntroduceerd. Deze op maat gemaakte meetmethoden weerspiegelen vaak sectorspecifieke nuances en bieden rijkere inzichten in de prestaties.
Externe assurance: een belangrijk kenmerk voor geloofwaardigheid
De verplichting om duurzaamheidsinformatie te laten controleren blijft een hoeksteen voor het verbeteren van de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid ervan. Het CSRD en de Belgische wetgever beschouwen wettelijke auditors als de natuurlijke en vertrouwde professionals die deze assurance uitvoeren.
Voor bedrijven die onder het CSRD vallen, is externe assurance verplicht. Voor andere biedt vrijwillige assurance een strategisch voordeel: het helpt te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen in de regelgeving en te voldoen aan de stijgende verwachtingen van investeerders, financiële instellingen en zakenpartners.
Leesbaarheid en toegankelijkheid: hoekstenen voor impactvolle rapportage
Om impactvolle rapportages te creëren, moedigt de jury organisaties aan om te focussen op een aantrekkelijk visueel ontwerp met minder dichte content per pagina en eenvoudige navigatie via duidelijke links en een gestructureerde lay-out. Een goede balans tussen de technische inhoud en het verhaal zorgt er bovendien voor dat de lezer gedurende het hele rapport nog meer geboeid blijft.
Beste eerste duurzaamheidsrapport: Orac
Dit jaar hebben 11 deelnemende organisaties hun allereerste duurzaamheidsrapport naar de BAS gestuurd. De jury selecteerde het duurzaamheidsrapport van Orac als het beste eerste duurzaamheidsrapport.
De jury waardeert verschillende elementen in het rapport van Orac. Het eerste duurzaamheidsrapport van Orac zet een maatstaf voor nieuwkomers en combineert transparantie, SMART-doelstellingen en een rapportageaanpak geïnspireerd op de Europese normen voor duurzaamheidsrapportage (ESRS), ondanks dat het niet onderworpen is aan de MVO-wetgeving. De jury prees de integratie van de waardeketen, het in kaart brengen van stakeholders en de gestructureerde due diligence.
Beste duurzaamheidsrapporten
In de categorie Organisaties die onder de MVO-wetgeving vallen: Recticel
Recticel onderscheidt zich met een duurzaamheidsrapport dat zowel creatief als technisch robuust is. Het combineert een innovatieve visuele presentatie met solide kwantitatieve gegevens, een diepgaande dubbele materialiteitsanalyse met meer dan 120 stakeholders en een voorbeeldig due diligence-proces in lijn met internationale normen.
In de categorie Grote organisaties die niet onder de Wet op de Maatschappelijke Ontwikkelingsdoelen (MVO) vallen: Lamifil
Lamifil onderscheidt zich door een duidelijk en goed gestructureerd duurzaamheidsverslag dat gemakkelijk te lezen is en een volwassen communicatiestijl hanteert. Het verslag getuigt van een sterke betrokkenheid van stakeholders, een expliciete integratie van governance en due diligence in de bedrijfsvoering en een transparante aanpak die de geloofwaardigheid en het vertrouwen versterkt.
In de categorie KMO’s en andere organisaties: Bematrix
Bematrix zet de toon met zijn eerste duurzaamheidsverslag. Het combineert hoge ambities met een duidelijk strategisch verhaal en een goed gestructureerde KPI-tabel, volledig afgestemd op de VSME (Vrijwillige Rapportagestandaard voor KMO’s). Bovendien maakt de creatieve en kleurrijke visuele vormgeving het verslag aantrekkelijk en toegankelijk voor een breed publiek.
Meest leesbare en meest toegankelijke duurzaamheidsverslag: VPK
De jury heeft twee organisaties geselecteerd die deelnemen aan de wedstrijd voor deze Award: Vandemoortele en VPK. Uit deze twee genomineerden koos het publiek uiteindelijk VPK als winnaar.
Volgens de jury valt het rapport van VPK op en wordt het consequent geprezen om:
- Een heldere, logische structuur met eenvoudige navigatie.
- Het gebruik van visuele elementen (grafieken, tabellen, infographics) ter bevordering van het begrip.
- Toegankelijke taal, waardoor de rapporten geschikt zijn voor zowel experts als niet-specialisten.
- Een boeiend verhaal dat duurzaamheid koppelt aan strategie.
- Een evenwicht tussen technische details en leesbaarheid.


