De schadekosten die fossiele brandstoffen in de luchtvaart tot 2050 veroorzaken zijn hoger dan de kosten die gemaakt moeten worden voor een snelle overstap naar duurzame brandstoffen blijkt uit onderzoek van CE Delft. Een verplichting voor het gebruik van duurzame brandstoffen in de luchtvaart, en een hoge prijs voor CO2 zorgen voor duidelijkheid over de vraag naar duurzame brandstoffen.

Investeringen en opschaling van de productie kunnen daardoor snel toenemen en de prijs van deze brandstoffen zal dalen. Dit is het geval voor een overgang naar biobrandstoffen tot 2032 en met e-brandstoffen vanaf dat jaar. De benodigde CO2-prijs in 2025 is 200 euro per ton. In 2050 is de benodigde CO2-prijs 60-240 euro per ton, afhankelijk van productie en import van e-brandstoffen uit het Midden-Oosten (60 euro) of productie in de EU zelf (240 euro).

Het onderzoek stelt twee manieren voor waarop de CO2-prijs tot stand kan komen:

  1. Via een verhoging van de EU ETS-prijs
  2. Via een kerosine-belasting

Als gevolg van de hoge CO2-prijs stijgen ticketprijzen met 8-34 procent daalt de toekomstige vraag met 6-25 procent (afhankelijk van onder andere het jaar, het traject en de locatie van productie van de e-brandstoffen). Zonder deze maatregelen neemt de CO2-uitstoot van de Europese luchtvaart met 28 procent toe in 2050, vergeleken met 2019.

Dat is de belangrijkste conclusie van het onderzoek Internalising the climate costs of European aviation. In dit onderzoek is berekend hoe duur die overgang tot 2050 zou zijn, welke brandstofmix het meest waarschijnlijk is en welke CO2-prijs nodig is om deze transitie in gang te zetten.

Het onderzoek is verricht door Max van Geuns, onder supervisie van Dr. Søren Bøye Olsen van de Universiteit van Kopenhagen en Dr. Jasper Faber, themaleider Luchtvaart bij CE Delft.