Met de Europese verkiezingen in het vooruitzicht, wordt het uitkijken waar de ambities van de Europese Unie de komende legislatuur zullen liggen. Op een moment dat de klimaatverandering urgent is, is het verminderen van de CO2-uitstoot van cruciaal belang, vooral voor bedrijven waarvan de acties een aanzienlijke impact hebben.
De broeikasgasemissies, gekoppeld aan hun activiteiten, worden onderverdeeld in 3 scopes: scope 1 voor de directe broeikasgasemissies die door het bedrijf worden geproduceerd, scope 2 omvat de indirecte emissies die zijn gekoppeld aan energie en scope 3 betreft de overige indirecte emissies. Deze indirecte emissies, die maar al te vaak onderschat worden, zijn volgens Ademe , het Franse agentschap voor omgeving en energiebeheer verantwoordelijk voor bijna 75% van de CO2-voetafdruk van een bedrijf. Sinds 1 januari 2023 is het verplicht voor bedrijven met meer dan 500 werknemers om een CO2-audit uit te voeren die scope 3 omvat. En tegen de achtergrond van toenemende wettelijke eisen – de Overeenkomst van Parijs, de Grenelle II-wet en de CSRD vanaf 2025 – zijn een effectieve beoordeling en een effectief beheer van scope 3 van cruciaal belang voor een alomvattende CO2-voetafdruk, een impactvol beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en bedrijfsprestaties.
Scope 3 omvat alle indirecte emissies van de activiteiten van een bedrijf, zoals die van leveranciers, klanten en de toeleveringsketen. De uitdaging om deze te verminderen is daarom complex, omdat ze moeilijk te meten, te controleren en te ontwarren zijn tussen de verschillende belanghebbenden. Organisaties moeten daarom nauw samenwerken met hun hele ecosysteem om deze emissies te identificeren, kwantificeren en verminderen.
Belanghebbenden voorlichten en bewust maken
De betrokkenheid van belanghebbenden is essentieel om bedrijven aan te moedigen ambitieuze maatregelen te nemen om hun Scope 3-emissies te verminderen.
Wat leveranciers betreft, moet de kwestie systematisch worden aangepakt, waarbij prioriteit wordt gegeven aan het identificeren van de belangrijkste leveranciers die bijdragen aan de koolstofvoetafdruk van het bedrijf, zonder de kleinere spelers te verwaarlozen. Alleen een holistische benadering van Maatschappelijk Verantwoordelijk Ondernemen zal een succesvolle overgang en het behalen van de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs mogelijk maken.
De volgende stap is om hen erbij te betrekken, bijvoorbeeld door leveranciers te verbinden aan een programma/audit gericht op het beoordelen van hun CO2-voetafdruk, het identificeren van knelpunten en manieren om deze te verminderen. Het is ook mogelijk om een aantal van hun CO2-reductieprojecten te financieren, met name die projecten die betrekking hebben op de productie en de selectie van materialen.
Voor consumenten is het dan weer belangrijk om hen te helpen producten te kiezen met een lage impact op het milieu, door hen de grootst mogelijke transparantie te bieden. Bijvoorbeeld door de koolstofvoetafdruk van hun aankopen te communiceren of door leveringen in groepen aan te bieden.
Een doorslaggevend punt – vooral voor bedrijven die producten verkopen – is het aanbieden van alternatieven uit de circulaire economie met bijvoorbeeld een tweedehandsassortiment. De meeste koolstofemissies zijn namelijk afkomstig van de materialen die worden gebruikt in de ontwerpfase: tot 80-90% in sommige toeleveringsketens. Kan het product worden hergebruikt zoals het is? Kan het worden opgeknapt? Dit zijn de belangrijkste vragen om te stellen en alleen als deze twee opties niet werken, kan recycling worden overwogen.
Verder gaan met koolstofbeprijzing
Naast het verhogen van het bewustzijn onder belanghebbenden, zou het integreren van koolstofbeprijzing in alle projecten een manier zijn om de overgang te versnellen. Vandaag de dag hebben grondstoffen, arbeid, eindproducten… allemaal een vastgestelde prijs. En al deze stadia hebben ook een koolstofimpact waarop systematisch een prijs zou moeten worden toegepast. Sommige bedrijven gebruiken dit prijsmechanisme al vrijwillig in hun financiële besluitvorming en zijn perfect winstgevend. Nationale en Europese overheidsinstanties moeten hier een beslissende rol spelen om deze aanpak wijdverspreid te maken en zo een echte impact teweeg te brengen.
In deze veeleisende context moeten we de milieu-uitdaging zien als een complexe vergelijking waarbij alle variabelen in onze waardeketen betrokken zijn. Om die uitdaging aan te pakken moeten de handen en elkaar geslagen. Er is zeker een belangrijke rol weggelegd voor de regelgever, en ik kijk dus uit naar wat er de volgende legislatuur op het Europese niveau zal worden gerealiseerd. Maar industrie moet ook durven om alle kansen die experts en nieuwe technologieën zoals AI bieden te grijpen met beide handen.
Nisrene Haddad, CSR-directeur van de Manutan Groep