Hoe functioneert het Nederlandse innovatielandschap in een omgeving die kwetsbaarder is geworden? Nederlandse bedrijven zijn verdeeld over de invloed van deze geopolitieke omstandigheden op hun bedrijfsvoering. Het bedrijfsleven blijkt slechts beperkt bestand tegen uitval van essentiële voorzieningen. Het merendeel van de bedrijven kan binnen een halve dag niet meer functioneren zonder elektriciteit, telecom of andere ICT-diensten. Veel bedrijven hebben wel enkele voorzorgsmaatregelen getroffen, maar de omvang daarvan blijft wel beperkt; organisaties die meer maatregelen nemen, blijken gemiddeld weerbaarder. De Nederlandse Innovatie Monitor is een van de grootste jaarlijkse vragenlijstonderzoeken naar innovatie en ondernemerschap onder Nederlandse bedrijven. De Nederlandse Innovatie Monitor is onder regie van Prof. dr. Henk Volberda uitgevoerd. Hij is als hoogleraar strategie & innovatie verbonden aan de UvA. SEO Economisch onderzoek heeft de Monitor uitgezet. De bevindingen zijn gestoeld op de antwoorden van een gewogen representatieve steekproef van leidinggevenden en bestuurders van Nederlandse bedrijven.
Bedrijven verwachten ook dat hogere defensie-uitgaven zullen leiden tot verdere krapte en verdringing op de arbeidsmarkt, maar zien hierin tegelijkertijd kansen voor innovatie in bestaande en nieuwe markten.
De inspanningen op het gebied van radicale, incrementele en managementinnovatie blijven vooralsnog stabiel. De aandacht voor verduurzaming neemt verder af: nog slechts een derde van de bedrijven heeft ambitieuze klimaatdoelstellingen, tegen bijna twee derde in 2022. Ook de doorsnee klimaatinvesteringen zijn gehalveerd, van 4 naar 2 procent van de omzet.
Sleuteltechnologieën worden nog beperkt toegepast, met uitzondering van cybersecurity en kunstmatige intelligentie, waar organisaties zowel in gebruik als in organisatorische volwassenheid snel vooruitgang boeken.
Hieronder volgen de voornaamste bevindingen van de Nederlandse Innovatie Monitor 2025:
-
- Bedrijven zijn verdeeld over de invloed van de geopolitieke context op hun bedrijfsvoering; Voor het bedrijfsleven als geheel geldt dat 43 procent de geopolitieke context in de brede zin (internationale spanningen, handelsrelaties, internationale afhankelijkheden etc.) als enigszins tot zeer invloedrijk ervaart, terwijl 38 procent aangeeft hier beperkt of geheel geen last van te ondervinden. Henk Volberda stelt dat “bij organisaties die hoofdzakelijk internationaal actief zijn, de invloed duidelijk groter is: 53 procent ervaart geopolitieke factoren als ten minste enigszins van invloed, waarvan 19 procent zelfs van zeer grote invloed en nog eens 11 procent van een grote invloed spreekt”.
- Het Nederlandse bedrijfsleven is kwetsbaar voor uitval van essentiële voorzieningen; Het merendeel van de bedrijven blijkt al binnen een halve dag niet meer te kunnen functioneren zonder elektriciteit, telecom of andere ICT-diensten. Na een week zonder deze voorzieningen kan nog slechts 6 procent van de bedrijven opereren zonder stroom, 10 procent zonder telefonie en internet en 18 procent zonder ICT-diensten. Dit onderstreept volgens Volberda “de grote afhankelijkheid van het Nederlandse bedrijfsleven van deze vitale voorzieningen”. Gevraagd naar hun ‘noodpakket’ met getroffen voorzorgsmaatregelen voor het niet-functioneren van vitale voorzieningen blijkt dat een op de vijf bedrijven (ruim 21 procent) nog niets heeft ondernomen.
- Hogere defensie-uitgaven zorgen voor krapte en verdringing, maar bieden ook kansen; Bedrijven verwachten dat dit vooral voelbaar zal zijn op de arbeidsmarkt, waar een kleiner personeelsaanbod tot verdere krapte kan leiden. Ook voorzien veel ondernemingen een negatief effect op hun eigen R&D-investeringen, mogelijk door verdringingseffecten op de arbeidsmarkt voor onderzoekspersoneel. Maar het biedt volgens Henk Volberda ook kansen: “hogere defensie-uitgaven kunnen de vraag in bestaande markten stimuleren en toegang bieden tot nieuwe markten”.
- De volwassenheid van bedrijven op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) neemt toe; Bedrijven geven aan vooral een inhaalslag te hebben gemaakt in organisatorische en personele capaciteiten die nodig zijn om AI effectief toe te passen. Daarnaast lijkt het beeld van de achterblijvende bedrijfsprestaties te kantelen. Volberda stelt dat “met name jonge, internationaal actieve bedrijven in de ICT-sector en zakelijke en financiële dienstverlening een hoge AI-volwassenheid kennen”.
- De toepassing van veel andere sleuteltechnologieën is vooralsnog beperkt; Momenteel gebruikt ongeveer de helft van de bedrijven cybersecuritytechnologieën en zo’n veertig procent past AI of data science toe. De overige sleuteltechnologieën worden door aanzienlijk minder bedrijven toegepast en bevinden zich vaak nog in de experimentele fase. Toepassingen van sleuteltechnologieën komen voor in vrijwel alle sectoren en regio’s, maar de Monitor laat volgens Volberda duidelijk een aantal regionale clusters zien: “halfgeleidertechnologie, optische systemen en (opto)mechatronica concentreert zich vooral in Noord-Brabant, quantumtechnologie in Zuid-Holland en AI en data science in Noord-Holland”.
- Bedrijven worden steeds minder klimaatambitieus; Het aandeel bedrijven met ambitieuze klimaatdoelstellingen — gedefinieerd als bedrijven die vóór 2030 streven naar een verwaarloosbare ecologische voetafdruk — is dit jaar opnieuw gedaald, van 38 procent naar 35 procent. In de laatste twee jaren groeit ook het aandeel bedrijven dat geen of pas na 2050 een verwaarloosbare voetafdruk ambieert naar 31 procent van de bedrijven. Dit wijst erop dat niet enkel sprake is van verschuiving van klimaatambities met het dichterbij komen van 2030, maar ook met een bredere terugval in klimaatambities. Henk Volberda stelt zorgelijk dat “vooral bedrijven met de grootste ecologische voetafdruk minder ambitieus zijn geworden”.
- Innovatie-inspanningen, bedrijfsprestaties en investeringen vertonen een wisselend beeld; De inspanningen van bedrijven op het gebied van radicale innovatie (nieuwe producten/diensten voor nieuwe markten/klanten) en managementinnovatie (nieuwe vormen van organiseren, leidinggeven en samenwerken) zijn dit jaar licht toegenomen. Daarentegen neemt de incrementele innovatie (verbeterde producten/diensten voor bestaande markten/klanten) verder af, in lijn met de dalende trend van voorgaande jaren. Bedrijven zijn bovendien iets minder positief over hun eigen prestaties. Ook investeringen staan, zo stelt Henk Volberda onder druk: “ vooral op het terrein van verduurzaming en in mindere mate op het gebied van de ontwikkeling van personeel en ICT”.


