Op 14 december jl. hebben de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie een voorlopig politiek akkoord bereikt in de triloog over een Europese richtlijn voor gepaste zorgvuldigheid, de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Deze richtlijn verplicht grote bedrijven gepaste zorgvuldigheid toe te passen in hun waardeketen om zo risico’s voor mens en milieu te identificeren, te voorkomen en aan te pakken. Toen dit akkoord op 28 februari jl. werd voorgelegd aan de EU lidstaten (in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper)) bleek hiervoor niet voldoende draagvlak. Na aanpassing van de tekst door het Belgisch Voorzitterschap stemde Coreper op 15 maart jl. alsnog in met doorgeleiding van de tekst naar het Europees Parlement. Met een brief informeert demissioniar minister Geoffrey van Leeuwen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) de Kamer over dit akkoord, hoe het zich verhoudt tot de Nederlandse inzet, en wat de vervolgstappen zijn voordat deze Europese richtlijn in werking kan treden en gestart kan worden met de nationale implementatie ervan.

“Ik benadruk graag dat het kabinet de totstandkoming van Europese wetgeving als een belangrijke mijlpaal in het beleid voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) ziet. Europese regels voor multinationale bedrijven zorgen voor een gelijk speelveld met andere bedrijven in de EU en een grotere impact bij het Europees en mondiaal bevorderen van mensenrechten en milieubescherming. Met de totstandkoming van de CSDDD wordt een belangrijk ontbrekend puzzelstuk in de beleidsmix voor IMVO-beleid gelegd. Dat beleid bestaat al jaren uit grotendeels vrijwillige maatregelen, waaronder bevordering van sectorale samenwerking en ondersteuning van bedrijven via het IMVO-steunpunt. Meerdere onderzoeken en SER-adviezen hebben uitgewezen dat voor effectieve gedragsverandering verplichtende maatregelen een essentieel onderdeel van de beleidsmix zijn. Er is breed maatschappelijk draagvlak in Nederland voor deze Europese wetgeving, zowel onder vertegenwoordigers van het bedrijfsleven als van het maatschappelijk middenveld. Het kabinet is tevreden dat deze ambitie met het politieke akkoord dichterbij is gekomen. Met totstandkoming van Europese regelgeving wordt ook een lappendeken van nationaal divergerende regels voor gepaste zorgvuldigheid voorkomen. De CSDDD draagt bij aan harmonisatie van de regelgeving op Europees niveau, wat in het belang is van het Nederlandse bedrijfsleven.

Tegelijkertijd realiseert het kabinet zich dat adequate ondersteuning van het bedrijfsleven van belang blijft. Dit geldt ook voor bedrijven die indirect te maken krijgen met de CSDDD, bijvoorbeeld als leverancier van grotere bedrijven. Flankerende maatregelen, zoals bevordering van sectorale samenwerking voor gepaste zorgvuldigheid, eerder genoemd IMVO-steunpunt en de betrokkenheid van bedrijven en andere partners maken daarom een belangrijk onderdeel uit van de implementatiefase.”

“Er zijn uitkomsten in het voorlopig politiek akkoord die verder gaan dan de Nederlandse inzet. Die betreffen onder meer de door het Europees Parlement gewenste maatregelen die de procedurele drempels voor toegang tot de civiele rechter verlagen. Het gaat bijvoorbeeld om de mogelijkheid voor een individueel gedupeerde om een vakbond te machtigen om voor de gedupeerde op te treden in een civiele procedure. Deze maatregelen behoorden niet tot de Nederlandse inzet, maar omdat het ging om mogelijkheden die onder Nederlands recht al bestonden leidden deze maatregelen inhoudelijk niet tot bezwaren. Het had daarnaast de voorkeur van Nederland om de verjaring van civiele vorderingen tot schadevergoeding geheel over te laten aan het nationale recht, maar daarvoor was onvoldoende draagvlak. Het voorstel dat nu op het punt van civiele aansprakelijkheid voorligt, laat veel ruimte aan het nationale recht en is daarmee aanvaardbaar.”

Vervolgstappen

Nu er een aangepast akkoord is vastgesteld door Coreper, zal nog een aantal stappen doorlopen moeten worden om de Europese richtlijn daadwerkelijk aan te nemen. Op basis van bovenstaande appreciatie heeft Nederland in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers bij de EU ingestemd met het doorgeleiden van de tekst aan het Europees Parlement. Nu ook de leidende commissie van het Europees Parlement op 19 maart jl. met brede steun heeft ingestemd met de tekst volgen juridische controles en vertalingen. Daarna volgt de formele stemming in de plenaire zitting van het Europees Parlement, en vervolgens bekrachtiging in de Raad. Naar verwachting zullen deze stemmingen in april plaatsvinden. Het kabinet is voornemens in de Raad in te stemmen met de richtlijn. Pas na doorlopen van deze stappen is de tekst finaal en zal de richtlijn vastgesteld en gepubliceerd worden in het EU Publicatieblad. Naar verwachting gebeurt dit in het tweede kwartaal van 2024. Na inwerkingtreding hebben lidstaten twee jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.

Hoewel de definitieve implementatie van het wetsvoorstel waarschijnlijk een taak zal zijn voor het volgende kabinet, zal het huidige kabinet de voorbereidingen ter hand nemen om tijdige en effectieve implementatie mogelijk te maken. Zo lopen er gesprekken met de beoogd toezichthouder (de Autoriteit Consument en Markt) die met het oog op het implementatietraject een Uitvoerbaarheids- en Handhaafbaarheidstoets (UHT) zal uitvoeren. Ook zullen de verwachte effecten van de CSDDD zo goed mogelijk in kaart worden gebracht aan de hand van verschillende kwaliteitstoetsen.