In 2022 bereikte het circulaire materiaalgebruik in de EU (ook wel circulariteitspercentage genoemd; het aandeel van de gebruikte materiële hulpbronnen dat afkomstig was van gerecyclede afvalstoffen) 11,5%, wat betekent dat 11,5% van de in de EU gebruikte materiële hulpbronnen afkomstig was van gerecyclede afvalstoffen. In 2022 was het circulariteitspercentage het hoogst in Nederland (27,5%), gevolgd door België (22,2%) en Frankrijk (19,3%). Deze informatie is afkomstig uit gegevens over het percentage circulair materiaalgebruik die door Eurostat zijn gepubliceerd.

Vergeleken met 2021 steeg het percentage circulaire materialen met 0,1 procentpunt (pp). Tussen 2010 en 2022 steeg het percentage met 0,8 pp van 10,7% naar 11,5%, maar de hoogste aandelen werden waargenomen in 2018 en 2020: 11,6%.

Het laagste percentage werd geregistreerd in Finland (0,6%), Roemenië (1,4%) en Ierland (1,8%). Verschillen in het circulariteitspercentage tussen EU-landen zijn niet alleen gebaseerd op de hoeveelheid recycling in elk land, maar ook op structurele factoren in de nationale economieën.

In 2022 was het hoogste circulariteitspercentage per hoofdtype materiaal metaalertsen met 23,9% (+0,6 pp vergeleken met 2021), gevolgd door niet-metaalhoudende mineralen met 13,7% (-0,1 pp), biomassa 10,0% (+0,6 pp) en fossiele energiematerialen/dragers met 3,2% (geen verandering).