In Johannesburg was het motto: partnerschap. Bindende afspraken voor overheden zijn ‘uit’. De VN denkt dat het bedrijfsleven voor actie kan zorgen waaraan het tot nu toe heeft ontbroken. De Consumentenbond is daarover niet bij voorbaat negatief. Consumenten hebben meer gewonnen bij Johannesburg dan de milieubeweging. In elk geval is er de toezegging van de VN om duurzame productie en consumptie te ondersteunen met een tienjarig actieplan waarvoor nationale overheden zorg moeten dragen. Maar dan moet dat wel gebeuren. Al in Rio werden doelen gesteld voor duurzame productie- en consumptie. Deelnemende landen hadden afgesproken dat het hun verantwoordelijkheid was te zorgen dat maatschappelijke partijen werkelijk invloed konden uitoefenen op de wijze van productie en de manier waarop bedrijven invulling geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. De overheid kreeg de rol van regisseur en marktmeester. In 1999 zijn de VN-richtlijnen voor consumentenbescherming uitgebreid zodat deze ook het recht op duurzaamheid bevatten.

Tien jaar na Rio hebben de meeste landen hun beloften aan consumenten nog niet omgezet in daden. Niet in het Zuiden, waar gegarandeerde toegang tot voedsel en water een steeds groter probleem wordt, maar ook niet in Europa en de VS, waar consumenten nog steeds nauwelijks kunnen kiezen voor duurzame producten. Enerzijds omdat de duurzame producten niet verkrijgbaar zijn, anderzijds omdat informatie over de relatieve mate van (on)duurzaamheid van de productiewijze van bestaande producten ontbreekt.

Hier ligt natuurlijk ook een rol voor consumentenorganisaties. De Consumentenbond denkt al mee over duurzaam ondernemen en is kritisch waar dit niet het geval is. Maar we vragen ons ook telkens af: wat hebben consumenten aan deze woorden? En kunnen ze er iets mee in de winkel?

We zijn ervan overtuigd dat onze grootste bijdrage is gelegen in het opnemen van aspecten van verantwoord ondernemen in onze tests. Dit vormt de ware prikkel voor bedrijven om duurzaam te produceren, aangezien ze dan hierop kunnen worden afgerekend door hun klanten. Bedrijven die initiatieven nemen, worden beloond en de achterblijvers worden aangespoord hun voorbeeld te volgen. Het blootleggen van maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt gesteund door zowel ondernemers als door maatschappelijke organisaties. Ook onze leden verwachten dat de Consumentenbond zich niet alleen bezighoudt met prijs en kwaliteit, maar ook met de manier waarop producten tot stand komen. Van hen wil 66% dit ook terugzien in onze tests en men is bereid daarvoor meer contributie te betalen. In het afgelopen jaar hebben we drie pilots afgerond, naar vlees, kleding en naar houten vloeren. Deze methodiek willen we uitbreiden naar het merendeel van de testen. We denken dat dat kan. Maar we kunnen het niet alleen.

De afgeronde pilots hebben ook laten zien dat we tot nog toe onvoldoende informatie krijgen van producenten. Zelfs degenen die in Nederland en in wereldverband meepraten en zeggen hoe belangrijk het is dat bedrijven een voortrekkersrol spelen, gaven ons onvoldoende duidelijkheid over hun producten. Onvoldoende om te beoordelen of hun activiteiten werkelijk bijdragen aan duurzaamheid en onvoldoende om consumenten te gidsen in hun keuze. Wat wij nodig hebben is de medewerking van bedrijven om informatie te leveren in een vorm waar consumenten iets aan hebben en op grond waarvan consumentenorganisaties vergelijkend warenonderzoek kunnen doen. Zonder transparantie te bieden aan consumenten, is verantwoord ondernemen een lege dop.

De bestaande initiatieven, zoals het Global Reporting Initiative, dat door veel bedrijven onderschreven wordt, zijn prijzenswaardig, maar deze richten zich op jaarverslaglegging op bedrijfsniveau. Consumenten hebben echter informatie nodig op productniveau. Het gaat dan om etikettering van milieuaspecten en sociale aspecten op producten, waarover ook in de Wereldhandelsorganisatie afspraken moeten worden gemaakt. En om informatie op afroep. Bijvoorbeeld om specifieke vragen te kunnen beantwoorden als onderdeel van een producttest.

Van nationale overheden vragen we met spoed het actieplan voor duurzaam consumeren en produceren invulling te geven. De manier waarop wij in Nederland consumeren, heeft direct invloed op milieu- en leefomstandigheden wereldwijd. Er kan geen vrijblijvendheid zijn. Wij willen dat het door de VN aan consumenten toegekende recht op informatie wettelijk wordt vastgelegd in een ‘Wet Openbaarheid Productie en Ketens’. Deze moet toegang tot informatie garanderen en een gelijk speelveld creëren voor producenten. Hulp van nationale overheden hebben we ook nodig in de vorm van een ombudsman verantwoord ondernemen , die kennis kan nemen van bedrijfsgevoelige informatie.

Als laatste vragen we realisme van alle partijen over in hoeverre de markt een oplossing kan bieden. De Consumentenbond kan een belangrijke bijdrage leveren. Echter, onze onderzoeken hebben laten zien hoeveel tijd en geld gemoeid is met consumententesten op productiewijze. Bedrijven moeten zich dus inspannen om de keteninformatie voor ons toegankelijker te maken. En overheden moeten hun rol als marktmeester en hun beloften aan consumenten wereldwijd waarmaken.

Melanie Peters is beleidsmedewerker Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van de Consumentenbond.