Bouwen met hout is weer in opkomst. Veel bouwbedrijven zijn er mee bezig. Hout is goed industrieel te bewerken en het slaat CO2 op in plaats van dat er CO2 vrij komt bij de productie zoals bij beton. Eén houten woning slaat ongeveer de jaarlijkse CO2 uitstoot op van de CV-ketels van acht huishoudens. Houtbouw is nog wel duurder dan “traditionele bouw”. Door schaalvoordelen en hogere CO2-heffingen op beton en bakstenen wordt hout naar verwachting de komende jaren echter een steeds concurrerender bouwmateriaal en maakt goede kans de ‘elektrische auto van de woningbouw’ te worden. Dit concludeert ING Research in het vandaag gepubliceerde rapport over houtbouw.

Het gebruik van hout als bouwmateriaal is eeuwenoud

Voor de industriële revolutie was hout het belangrijkste bouwmateriaal, ook in Nederland. De afgelopen twee eeuwen is hout echter verdrongen door beton, bakstenen, staal en ook kunststoffen. Deze materialen hebben echter een grote negatieve impact op het milieu. Om dit tegen te gaan overwegen steeds meer bouwbedrijven te gaan bouwen met biobased materialen zoals hout.

“Over bouwen met hout bestaan veel mythes”, aldus Jan van der Doelen, ING Sector Banker “Building & Construction, “brandgevaar en de beschikbaarheid van voldoende productiehout zijn de belangrijkste. Beiden kunnen eenvoudig worden ontkracht.”

Geen CO2 uitstoot maar juist CO2 opname

De beton-, cement- en bakstenenindustrie gebruikt zeer veel energie in het productieproces waardoor veel CO2 wordt uitgestoten. Per euro productiewaarde is het energieverbruik in deze sector ongeveer 10 keer zo hoog als in de houtindustrie. Beton vervangen door hout kan de CO2 uitstoot van de bouwproductie dus drastisch verlagen.

Bouw 20.000 houten woningen compenseert jaarlijkse CO2 uitstoot gasgebruik van Utrecht

Gebruik van hout in plaats van beton verlaagt niet alleen het energieverbruik en daarmee de CO2 uitstoot in het productieproces. Bij de groei van bomen wordt er juist ook CO2 opgeslagen in het hout. Eén houten woning slaat ongeveer de jaarlijkse CO2 uitstoot op van de CV-ketels van acht huishoudens. In een m3 hout zit ruim 750 kg CO2 opgeslagen (afhankelijk van de houtsoort). Voor een houten eengezinswoning is (minimaal) 30 m3 hout nodig. Als er op termijn 20% (zijnde de huidige ambitie van de gemeente Amsterdam) van de geplande 100.000 woningen van hout gebouwd wordt dan compenseert het houtgebruik van deze woningen de jaarlijkse CO2 uitstoot van het gasverbruik van bijna 170.000 huishoudens, zeg maar bijna van de stad Utrecht (181.000 huishoudens).

Hout is veel lichter dan beton

Hout heeft als bijkomend voordeel dat het slechts een vijfde van het gewicht van beton heeft en hoeft in het productieproces niet te drogen. Daardoor is het goedkoper en makkelijk te transporteren en zijn er minder zware funderingen nodig. Doordat hout lichter is kunnen bestaande gebouwen ook eenvoudiger uitgebreid worden met één of enkele verdiepingen (optoppen) waardoor het vloeroppervlakte en rendement van een bestaand gebouw kan toenemen.

Ideaal voor industrieel bouwproces

Om personeelstekorten en oplopende bouwkosten te beperken wordt steeds meer ingezet op industrialisatie van het bouwproces. Door het lage gewicht is hout hiervoor zeer geschikt want grote houten prefab elementen zijn eenvoudiger te transporteren, preciezer te bewerken en eenvoudiger te bevestigen.

Lagere upfront investeringen

Door het lagere gewicht zijn ook minder zware machines nodig waardoor de upfront investeringen voor industrialisatie een stuk lager kunnen zijn dan bij een prefab-fabriek die voornamelijk beton gebruikt als bouwmateriaal.

Bouwen met hout is (nog) wel duurder

Nieuwe investeringen en de kostprijs van hout zorgen er voor dat houtbouw nog wel circa 5 à 10% duurder is dan het gebruik van beton en bakstenen. Er zijn echter veel redenen om aan te nemen dat houtbouw goedkoper kan worden. Als er meer gebouwd gaat worden met hout kan dat zorgen voor schaaleffecten waardoor de prijs per woning daalt. Daarbij komt dat de productie van energie intensieve bouwmaterialen de komende jaren duurder gaat worden door CO2-heffingen die komende jaren verder oplopen. Dit maakt traditionele bouwmaterialen als beton en bakstenen relatief duurder ten opzichte van hout.

“Hout zal in de nabije toekomst een veel belangrijker bouwmateriaal worden dan het nu is”, aldus Jan van der Doelen, ING Sector Banker Building & Construction, “De voordelen er van zijn simpelweg te groot. Er zal echter ook ruimte blijven bestaan voor het gebruik van de voor Nederland traditionele materialen als beton, cement en bakstenen, vanwege de grote vraag naar woningen. De opschaling van houtbouw zal de nodige tijd vergen, maar houten huizen zullen uiteindelijk meer bepalend gaan worden in het straatbeeld van Nederlandse nieuwbouwwijken.”

Hoe nu op deze nieuwe trend in te spelen als bouwbedrijf?

Houtbouw is een trend waar bouwbedrijven de komende jaren rekening mee moet gaan houden. Veel bouwbedrijven hebben echter de afgelopen jaren geïnvesteerd in de industrialisatie van hun bouwproces dat nog voornamelijk op beton en bakstenen is gebaseerd. Om nu om te schakelen naar hout zal voor deze bouwbedrijven leiden tot nieuwe investeringen en “sunk costs” die dan niet meer terugverdiend kunnen worden. Voor bedrijven die nog niet geïnvesteerd hebben in industrialisatie is bouwen met hout zeker een kans. Ze spelen daarbij in op deze nieuwe trend waar de komende jaren meer vraag naar komt. Daarbij speelt in hun voordeel dat industrialisatie van houtbouw, zoals eerder aangemerkt, lagere investeringen vereist doordat hout veel lichter is dan beton. Machines hoeven daardoor minder zwaar te zijn. Deze lagere upfront investering is een voordeel in de volatiele bouwsector. Mocht een fabriek voor houten woningen een keer niet op volle capaciteit kunnen draaien door een lagere vraag dan zijn de vaste kosten ook lager die gedekt moeten worden.