Het Europeese Parlement heeft zijn mandaat aangenomen voor gesprekken met lidstaten over nieuwe regels die gericht zijn op het herstellen van evenwichtige machtsverhoudingen in de agrovoedingsketen. De wijzigingen in de huidige wetgeving inzake het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn gericht op het versterken van de contractuele positie van boeren en zo hun inkomen te stabiliseren. In het mandaat voor gesprekken met de Raad, dat woensdag met 532 stemmen voor, 78 stemmen tegen en 25 onthoudingen werd aangenomen, stelt het Parlement verschillende verbeteringen voor.

Schriftelijke contracten en producentenorganisaties

De Europarlementariërs steunen verplichte schriftelijke contracten voor de levering van landbouwproducten. Ze stellen echter voor dat EU-lidstaten specifieke sectoren op verzoek van een vertegenwoordigende organisatie van die sector van die verplichting kunnen vrijstellen. Het Parlement verlaagt ook de drempelwaarde voor lidstaten die besluiten dat contracten niet verplicht zijn, tot € 4.000 (in plaats van de door de Commissie voorgestelde € 10.000).

Om onnodige concurrentie tussen productiemodellen te voorkomen, verzetten de Europarlementariërs zich tegen de oprichting van biologische producentenorganisaties.

Etikettering en marketing

Europarlementariërs willen meer duidelijkheid over het gebruik van de termen “eerlijk” of “billijk” voor landbouwproducten en willen dat de criteria voor dergelijke etikettering ook de bijdrage van de producten aan de ontwikkeling van plattelandsgemeenschappen en de bevordering van boerenorganisaties omvatten.

De term “korte toeleveringsketen” op etiketten of in reclame mag alleen worden gebruikt voor producten die in de EU worden geproduceerd met een beperkt aantal tussenpersonen tussen de boer en de eindconsument, of die over een korte afstand of in korte tijd worden verwerkt, aldus Europarlementariërs.

Bestrijdingsmiddelen in geïmporteerd voedsel

Europarlementariërs voegen aan de nieuwe regels de voorwaarde toe dat levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong alleen uit derde landen mogen worden geïmporteerd als de residuen van bestrijdingsmiddelen onder de maximaal toegestane limiet liggen voor producten die in de EU worden geproduceerd.

Overheidsaanbestedingen

EU-landen moeten ervoor zorgen dat leveringscontracten die via overheidsaanbestedingen worden gegund, afkomstig zijn van landbouw- en voedselproducten van oorsprong uit de Unie, met name met lokale en seizoensgebonden producten. Producten met geografische aanduidingen van de EU moeten voorrang krijgen.

Striktere definitie van vlees

De Europarlementariërs besloten een nieuwe definitie van vlees in te voeren als “eetbare delen van dieren” en te specificeren dat namen zoals biefstuk, escalope, worst of hamburger uitsluitend gereserveerd moeten worden voor producten die vlees bevatten en producten uit celculturen moeten uitsluiten.

Rapporteur Céline Imart (EVP, FR) zei tijdens een plenair debat: “We willen ervoor zorgen dat boeren een contract hebben met hun eerste koper. We moeten een einde maken aan de precaire zakelijke relaties die er nu zijn. Die zijn maar al te vaak te onevenwichtig. We moeten een eerlijke beloning garanderen voor degenen die ons voeden, rekening houdend met de productiekosten.”

“Het inkomen van boeren is niet alleen een kwestie van statistieken of abstracte cijfers. Het is een kwestie van rechtvaardigheid, waardigheid en soms zelfs overleving. Degenen die ons voedsel produceren, vertegenwoordigen onze identiteit. Dit instrument is het minste wat we hen verschuldigd zijn”, voegde de rapporteur eraan toe.

Reactie PvdD

“Een flauwe poging van de vee-industrie om plantaardige alternatieven op een achterstand te zetten, terwijl die juist beter zijn voor dieren, natuur en ons leefmilieu. Dat zoveel moeite wordt gestoken in dit verbod is bizar en toont het failliet van de vee-industrie aan. “Benamingen als ‘veggie bugers’ zijn algemeen bekend en zullen niemand verwarren.” reageert Europarlementariër Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren).

Hazekamp denkt dat producenten creatief om zullen gaan met het verbod en dat het effect op de verkoop zal meevallen. “Dat van het Europees Parlement alle benamingen en verpakkingen moeten veranderen, jaagt plantaardige producenten wel onnodig op kosten.”

Het verbod op ‘veggie burgers’ is overigens nog niet definitief: het gaat enkel door als ook de EU-lidstaten ermee akkoord gaan.

Bron: Europees Parlement