De grootste Europese financiële dienstverleners ondernemen proactieve stappen om de vertegenwoordiging van vrouwen te vergroten en hun duurzaamheidsexpertise in de raad van bestuur te verbeteren, beide prioriteitsgebieden voor beleggers. Dit blijkt uit de meest recente EY European Financial Services Boardroom Monitor, die het profiel, de ervaring, de opleiding en de vaardigheden van bestuurders in de MSCI European Financials Index in kaart brengt.

Diversiteit in geslacht en leeftijd neemt toe in Europese raden van bestuur financiële diensten

Vierenveertig procent van de Europese beleggers in financiële diensten verklaart dat genderdiversiteit in de bestuurskamer hun beslissing om te investeren in een financiële dienstverlener aanzienlijk beïnvloedt, vergeleken met slechts 16% die zegt dat het hun beslissing helemaal niet beïnvloedt.

Uit gegevens van de EY Boardroom Monitor blijkt dat Europese financiële dienstverleners inspelen op de verwachtingen van beleggers: 50% van de bestuursbenoemingen in het afgelopen jaar was vrouwelijk. Het jaar daarvoor was 58% van de bestuurders man en 42% vrouw.

Alle onderzochte Europese financiële dienstverleners hebben een vrouwelijke vertegenwoordiging in de raad van bestuur en de huidige verdeling van de bestuursleden over alle bedrijven is 58% man en 42% vrouw. Dit is een stijging van vijf procentpunten in het aandeel vrouwelijke bestuursleden ten opzichte van juni 2022, toen de verdeling 63% mannen en 37% vrouwen bedroeg.

De gemiddelde leeftijd van vrouwelijke bestuurders is 54 maanden, tegen 55 maanden in het verslag van juni; de gemiddelde leeftijd van mannen is 66 maanden, tegen 65 maanden in juni. De gemiddelde leeftijd van vrouwelijke bestuurders is 57 jaar, iets jonger dan hun mannelijke tegenhangers, die gemiddeld 60 jaar oud zijn.

Uit de EY Boardroom Monitor blijkt ook duidelijk dat vrouwen minder vaak in een C-suite functie hebben gewerkt. Terwijl 62% van de mannelijke bestuursleden bij financiële ondernemingen die worden gevolgd een C-suite functie bekleedt of heeft bekleed, is dit cijfer slechts 51% bij de huidige vrouwelijke bestuursleden. Uit het recente, door EY ondersteunde Female FTSE Board Report 2022 van Cranfield University – dat een momentopname biedt – bleek eveneens dat vrouwelijke bestuursleden weinig ervaring hebben in de C-suite. Van alle vrouwelijke bestuursleden in de FTSE 100 bekleedt slechts 17% momenteel een uitvoerende functie. Slechts 2% van de vrouwelijke bestuursleden van bedrijven die in de EY Boardroom Monitor worden gevolgd, heeft momenteel een C-suite functie.

De genderdiversiteit is het grootst in de raden van bestuur van banken en verzekeringsmaatschappijen, waar 43% van de bestuursleden vrouw is en 57% man. De genderdiversiteit is het laagst bij raden van bestuur van vermogensbeheerders, waar de man-vrouwverhouding 40% vrouw en 60% man is, hoewel dit nog steeds binnen het toepassingsgebied valt van de komende Europese regelgeving inzake genderdiversiteit (juni 2026).

Een minderheid van de financiële dienstverleners heeft stappen ondernomen om de leeftijdsdiversiteit te verbeteren, zij het vanuit een laag uitgangspunt. Slechts 10% van de gecontroleerde bedrijven heeft bestuursleden onder de 40 jaar, tegenover 8% in juni 2022, en een vijfde (20%) van de bestuursleden onder de 40 is het afgelopen jaar benoemd.

Omar Ali, EY EMEIA Financial Services Managing Partner, merkt op: “In heel Europa nemen raden van bestuur en bedrijfsdirecties duidelijke stappen om de diversiteit via een reeks maatregelen te vergroten. Het bereiken van een beter genderevenwicht en ervoor zorgen dat de bestuurskamers een afspiegeling zijn van de diversiteit van de klanten en samenlevingen die zij bedienen is een werk in uitvoering, maar leiders in de hele financiële sector sturen aan op verandering. Vooruitstrevende bedrijven anticiperen op de regelgeving en beschouwen diversiteit als een strategische prioriteit, in het besef dat meer diverse visies, achtergronden en ervaringen een rol spelen bij het identificeren van en reageren op risico’s, en uiteindelijk leiden tot effectievere raden van bestuur. De 2022 deelnemers aan de EY European Financial Services Chairs’ Interview Series hebben duidelijk gemaakt dat proactieve stappen om de genderdiversiteit in de raden van bestuur te vergroten, bovenaan hun strategieën voor bestuursbenoemingen staan. De voorzitters van Europese financiële dienstverleners geven niet alleen voorrang aan een grotere vertegenwoordiging van vrouwen in de raden van bestuur, maar ook aan culturele diversiteit, relevante bedrijfsspecifieke kwalificaties en internationale ervaring.”

Wim Mijs, Chief Executive Officer van de European Banking Federation (EBF), voegt hieraan toe: “Banken kunnen tastbare voordelen halen uit een grotere diversiteit in hun personeelsbestand, management en financieringsactiviteiten; de EBF zal een belangrijke rol blijven spelen om meer Europese banken te helpen hun diversiteitsreizen aan te vangen en vooruit te helpen.”

Trend van versnelling in de benoeming van bestuursleden met expertise op het gebied van duurzaamheid

Meer dan de helft (51%) van de beleggers is van mening dat bestuurservaring op het gebied van duurzaamheid een ‘significante’ invloed heeft op de aantrekkelijkheid van een onderneming als belegging, waarbij 22% aangeeft dat het een ‘zeer significante’ invloed heeft op de beleggingscase van een onderneming.

De EY Boardroom Monitor bevestigt dat iets minder dan een derde (32%) van de ondernemingen momenteel bestuurders heeft met professionele ervaring of expertise op het gebied van duurzaamheid. Dit is echter een aanzienlijke stijging sinds de eerste EY Boardroom Monitor in juni 2022, toen slechts 19% van de gecontroleerde raden van bestuur duurzaamheidsexpertise vermeldde.

Europese financiële dienstverleners voeren hun inspanningen op om in alle sectoren bestuursleden met deze deskundigheid te benoemen, maar ondanks de vooruitgang blijven vermogensbeheerders en verzekeraars achter bij de banksector.

Drieënveertig procent van de bankdirecties (tegenover 34% in juni) bestaat uit personen met een duurzaamheidsachtergrond, tegenover 32% van de vermogensbeheerders (tegenover 11% in juni) en slechts 17% van de verzekeraars (tegenover 4% in juni). De cijfers laten echter duidelijke en sterke vooruitgang zien in alle sectoren.

Uit een analyse van EY blijkt dat 65% van de bestuurders met duurzaamheidservaring in de afgelopen drie jaar in hun functie is benoemd, tegenover 45% in juni. Het gemiddelde mandaat van alle bestuurders met duurzaamheidservaring is 31 maanden, tegenover 49 maanden in juni, terwijl het gemiddelde voor alle bestuurders 61 maanden bedraagt, tegenover 59 maanden in juni.

Uit de analyse van EY blijkt ook dat 46% van de bestuurders met ervaring op het gebied van duurzaamheid het afgelopen jaar is benoemd. Van alle bestuursleden is 13% het afgelopen jaar benoemd, waarvan 15% met expertise op het gebied van duurzaamheid.

Omar Ali merkt op: “In de afgelopen zes maanden hebben we een grote toename gezien van het aantal bestuurders met duurzaamheidservaring dat in raden van bestuur van financiële dienstverleners is benoemd, zij het vanuit een lage basis. Klimaatverandering is zowel een systeemrisico als een belangrijke kans voor de financiële dienstverlening, en we verwachten dat de raden van bestuur deze expertise in dit versnelde tempo zullen blijven opbouwen. Zonder financiële diensten is het onmogelijk om de netto nul te bereiken – een belangrijke boodschap van COP27. Vanuit het oogpunt van governance en risicobeheer, om de overgang te beheren en essentiële investeringen aan te trekken, wordt een diepgaand inzicht in de materialiteit van klimaatrisico’s en -kansen door investeerders gezien als een concurrentievoordeel. Hoewel de meeste bedrijven al zeer technische, gespecialiseerde duurzaamheidsteams in hun structuur hebben, hebben ze ook de juiste expertise op bestuursniveau nodig om de vooruitgang te boeken die ze willen boeken met de groene agenda. Als bedrijven het recente tempo van de benoeming van leden van de raad van bestuur met duurzaamheidsargumenten aanhouden en de talentpijplijn blijven ontwikkelen en uitbreiden, zal de Europese financiële sector zijn positie als leidende kracht op weg naar netto nul versterken. Naarmate meer bedrijven deze benoemingen doen, zal de concurrentie om het beste talent toenemen.”

Ervaring met duurzaamheid komt het meest voor bij vrouwelijke bestuursleden en gaat vaker gepaard met hogere opleidingskwalificaties

Volgens de EY Boardroom Monitor hebben vrouwelijke bestuurders van financiële instellingen veel vaker professionele ervaring op het gebied van duurzaamheid dan hun mannelijke tegenhangers. Terwijl de huidige genderverdeling in de bestuurskamers van financiële instellingen 58% man en 42% vrouw is, is 72% van de bestuurders met ervaring in duurzaamheid vrouw.

Bestuursleden met ervaring in duurzaamheid zijn ook vaker in het bezit van een hoge opleiding. Zo is 19% van de bestuursleden met duurzaamheidservaring gepromoveerd, tegenover slechts 11% van alle bestuursleden van Europese financiële dienstverleners.

Terwijl 18% van de bestuursleden van alle gecontroleerde Europese financiële dienstverleners een MBA heeft, stijgt dit tot 26% van de bestuursleden met duurzaamheidservaring. Er is geen significant verschil wat betreft het geslacht of de leeftijd van bestuursleden met een hogere opleiding.

Omar Ali concludeert: “De bestuurssamenstelling is fundamenteel aan het veranderen, en bedrijven bouwen hun duurzaamheidsexpertise uit en vergroten de vrouwelijke vertegenwoordiging. Voorzitters die deelnamen aan de EY Financial Services Chairs’ Interview Series vertelden ons dat de beste bestuursleden diegenen zijn die op lange termijn kunnen denken, bestand zijn tegen kortetermijntrends en opkomen voor hun overtuigingen. Zij zoeken naar een combinatie van brede ervaring en specialistische expertise om zich optimaal te positioneren om te anticiperen op risico’s en veranderingen. De raden van bestuur moeten klaar zijn voor de toekomst en berekend zijn op structurele verschuivingen op lange termijn. Dit vereist dat bestuursleden het evenwicht tussen traditionele en nieuwe vaardigheden weten te vinden in een raad van bestuur met beperkte ruimte, wat momenteel een bijzondere uitdaging is omdat bedrijven in een versterkt geopolitiek en economisch klimaat opereren.”