Economie en natuur zijn nauw met elkaar verweven, want zonder planten, dieren en schone lucht komt de economie tot stilstand. Alleen al om die reden zouden ecologische waarden in alle bouw- en ontwikkelingsprojecten mee moeten wegen, stelt Mark Bode, strategisch adviseur en partner bij Rebel. “Dat gebeurt nu niet, en dat leidt tot verkeerde beslissingen, terwijl we steeds beter in staat zijn om de economische impact van veel natuurwaarden uit te rekenen.”

Volgens de WNF Living Planet Index 2020 is de schade immens als we niets doen aan de ecologische achteruitgang. De komende decennia zou die schade wereldwijd kunnen uitmonden in maar liefst 479 miljard dollar per jaar. Terwijl investeren om die achteruitgang te voorkomen loont: het rapport schat dat de cumulatieve baten tot 2050 op zo’n 230 miljard dollar uitkomen.

“De boodschap is duidelijk: natuur is geen bijzaak maar moet integraal onderdeel vormen van ieder project, bij infrastructuur, energie, bedrijventerreinen, wonen en recreatie.”

Alleen de negatieve impact beperken is onvoldoende, alle ingrepen moeten “netto-groen” zijn om de ecologische achteruitgang een halt toe te roepen. Dit laat zich verrassend goed combineren met een goede businesscase als de waarde van groen maar zichtbaar wordt gemaakt, stelt Bode. Rebel wil daarvoor de middelen aandragen, met calculaties voor de economische impact van natuur, plant en dier. Bode: “Over planten, flora, kunnen we al best veel zeggen, maar naar fauna is nog veel meer onderzoek nodig.”

Lancering van Natureconomy

Om de boodschap te onderstrepen, lanceert Rebel vandaag het project Natureconomy, in een samenwerking met de Rotterdamse kunstenaar Isaac Monté. Grote kunstwerken, een combinatie van jager en prooi, zoals de vleermuis en de mot, worden op locaties in Rotterdam tentoongesteld om de discussie over de economische impact van dieren op gang te krijgen. De werken illustreren bovendien de natuurlijke balans. Bode: “Haal je één dier weg uit de hele keten, dan breidt de ecologische en economische schade zich uit als een inktvlek. Minder motten betekent minder vleermuizen.”

“We kunnen niet eindeloos shoppen in flora en fauna. Als er te veel soorten ‘uitverkocht’ raken breekt de ketting van het ecologisch en daarmee het economisch systeem.”

De economische impact van dieren

We kunnen een prijs op dieren en planten plakken, een prijs die tot op heden veel te weinig onderdeel is geweest van economische afwegingen. Er moet nog veel onderzoek gebeuren, maar vingeroefeningen wijzen op een economische waarde van 30 miljard dollar per jaar voor alleen al de bij. Maar ook de vleermuis is een belangrijke spil in het ecologische systeem. Circa 500 soorten planten en bomen zijn afhankelijk van de bestuiving door vleermuizen.

Bode: “We willen dieren natuurlijk niet reduceren tot economische objecten. Planten en dieren hebben los van de economie intrinsieke waarde en bestaansrecht. En laten we wel wezen, ze hebben niet alleen een impact op de economie; zonder natuur zal de mensheid niet overleven. Dit project illustreert echter wel duidelijk dat we in economische modellen en analyses anders moeten gaan rekenen, bij de aanleg van wegen, bij bouwprojecten, in feite overal waar we een spade in de grond steken.”