Verder pleiten de organisaties in hun brief voor een periodiek verslag van bedrijven over hun maatschappelijke inzet in het buitenland, gebaseerd op genoemde gedragscode. De code moet ook van toepassing zijn op productie die is ‘uitbesteed’, bijvoorbeeld aan ‘onderaannemers’ in ontwikkelingslanden. In combinatie met de verslaglegging zouden bedrijven moeten worden verplicht tot een vorm van onafhankelijke controle op de realisering van de vier fundamentele arbeidsnormen: het respecteren van het recht op organisatie en collectieve onderhandeling, geen kinderarbeid, geen gedwongen arbeid en gelijke behandeling van alle werknemers.
Deze voorstellen rond verslaglegging en verantwoording worden mede gedaan tegen de achtergrond van een initiatief-wetsontwerp dat momenteel door de PvdA en Groen Links wordt voorbereid.

Onlangs zijn door de regeringen van de 29 lidstaten van de OESO, waaronder Nederland, samen met de regeringen van Argentinië, Brazilië, Chili en Slowakije nieuwe Richtlijnen voor multinationale ondernemingen aangenomen. Een Nationaal Contactpunt (NCP) moet uitvoering van de Richtlijnen bevorderen. De brief van de twaalf organisaties pleit voor een actief Nationaal Contactpunt. Zij zijn van mening dat het NCP moet worden aangevuld met een ‘informatie- en beleidscentrum voor maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Dit centrum moet niet alleen voorlichting geven aan o.m. bedrijven, consumenten en organisaties in Nederland en ontwikkelingslanden, maar ook een actieve rol spelen bij het bevorderen van verantwoord ondernemen door onderzoek, proefprojecten en het ondersteunen van keurmerken en gedragscodes.

(*)
Amnesty International, Fair Trade Organisatie, Humanistisch Overleg Mensenrechten, Landelijke India Werkgroep, Landelijke Vereniging van Wereldwinkels, Max Havelaar, Novib, Pax Christi Nederland, Schone Kleren Overleg, SOMO, Unicef Nederland en de Zuid-Noord Federatie.