De NIMA Wereldmarketeers zijn op zoek naar bedrijven en jonge teams om deel te nemen aan de Marketing Impact Challenge 2021. Niet als excuusproject voor een ‘beetje verduurzaming’ maar om te bewijzen dat het kán: Ondernemen, winst maken, geld verdienen en tegelijk een bijdrage leveren aan een betere wereld.

Een van de klassieke missers in marketing is te denken dat ‘jongeren’ een doelgroep zijn die op zichzelf een marketingsegment vormen. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen gemeenschappelijke kenmerken hebben waar je iets mee kunt: Om te beginnen zijn jongeren eeeeh…. jong. Veel nieuwkomers in het marketingvak doen dat zonder héél veel ervaring, maar dat heeft weer als voordeel dat ze ook nog niet het cynisme en achterdocht hebben dat er bij niet-jongeren met de jaren insluipt. De ‘been there, seen that’-houding van de latere generaties heeft zo z’n beperkingen natuurlijk. Veel jongeren hebben nog een lang leven voor zich en dus ook iets om zich druk over te maken dat vooral de toekomst aangaat. Het is niet zonder reden dat klimaatdemonstraties druk worden bevolkt door scholieren en studenten.

Jongeren hebben nog de drive

Voor de marketeers die zich inzetten voor een betere, mooiere, meer duurzame en rechtvaardiger wereld vormen jonge vakgenoten dan ook een aantrekkelijke doelgroep om zich op te richten. Jonge mensen in het vak hebben nog de drive, de verontwaardiging, de ongeremde creativiteit en het geloof om er vol voor te gaan. En de combinatie van marketing – dat draait om het uitwisselen van waarde – en corporate social responsibility is een prachtige: mensen in beweging krijgen met de kennis die je daarover hebt, gekoppeld aan de wens van veel jongeren iets wezenlijks bij te dragen aan een betere wereld – via het werk dat je doet.

Dat was in het kort ook de reden waarom de Wereldmarketeers van NIMA twee jaar geleden met het idee kwamen om een Impact Marketing Challenge te lanceren met een even simpel als briljant concept: Laat een team jonge marketeers uit één organisatie eens werken aan duurzame proposities, die passen bij de bestaande business en de doelstellingen van een bedrijf. Geen softe toestanden, maar gewoon gezonde, mogelijk winstgevende product-marktcombinaties waar het bedrijf beter van wordt, de beoogde consument én de maatschappij als geheel. Alles volgens het marketingboekje, met kritische feedback, goede onderbouwing met data, gebouwd op het fundament van hun eigen bedrijf.

De Challenge is een wedstrijd, opleiding en workshop in één, die een doorgemeten businessplan oplevert. De specialisten van de Wereldmarketeers helpen de teams met begeleiding, coaching en opleiding. De deelnemende bedrijven/teams leveren uren, een klein budget en commitment. De output van de teams wordt voorgelegd aan senior bestuurders van hun eigen organisatie, zonder de belemmering van alle hiërarchische lagen die vaak een barrière vormen tussen de jonkies en de eindbazen. Het is een intensief maar zeer effectief concept, dat twee jaar geleden ook een indrukwekkende winnaar opleverde: Team Aegon dat een idee uitwerkte om een bijdrage te leveren aan de problemen waarmee starters op de woningmarkt te maken krijgen sinds hen wettelijk is voorgeschreven dat huizenkopers niet méér mogen lenen dan de taxatiewaarde van hun huis.

De Wereldmarketeers van NIMA zijn momenteel op zoek naar nieuwe deelnemers aan de Impact Challenge die voor het voorjaar van 2021 op de planning staat. Dat kan door je als bedrijf op te geven en een team jongeren te laten deelnemen, het kan ook door je als jonge marketeer aan te melden, zodat ze je kunnen helpen om je werkgever over te halen om deel te nemen. In beide gevallen: hier lees je er meer over en vind je contactgegevens

Pieter van Os is Programma Manager Internationaal bij CIRCO en gespecialiseerd in het naar de markt brengen van innovatieve, duurzame en circulaire concepten. Hij was als NIMA Wereldmarketeer betrokken bij de eerste Impact Challenge. Hij merkt in zijn dagelijks werk dat veel bedrijven wel duurzame ambities hebben, maar een uitdaging zien om die met hun core business te verbinden en na de eerste stappen ook echt dóór te zetten, waardoor ze blijven hangen in de periferie van goede bedoelingen. Uitdaging is om duurzaamheid echt te verankeren met de core business en het verdienvermogen van bedrijven.

Pieter van Os: “Dan heb je een CEO die wel duurzaam wil zijn maar de day-to-day business van het bedrijf verhindert gewoon dat het doorzet, waardoor je een ‘beetje groen’ wordt”. Dat is ook reden om juist op deze wijze met jonge marketeers aan de slag te gaan, legt hij uit: “Je hebt de innerlijke kracht van drivers nodig. Jonge mensen hebben die zo’n drive hébben. Juist hen zou je een kans willen geven om aan de de slag te gaan zonder te worden gehinderd door die day-to-day business. De KPI’s van veel organisaties zijn gewoon niet op duurzaamheid gericht. Wij bieden met de challenge de coaching om duurzame proposities te ontwikkelen en concreet te maken. Door die naar de markt te brengen profiteert het bedrijf en profiteert de maatschappij.”

Een eerste stap zetten op basis van intuïtie speelt daarbij een veel grotere rol dan je in een overgeanalyseerd vak zou verwachten, zo legt Van Os uit. De challenge laat mensen ‘gewoon’ op basis van parate kennis proposities ontwikkelen waarbij deelnemers een eerst stap zetten door workshops te volgen en ideeën te testen. Vervolgens kunnen ze op zoek naar de onderbouwing, “Maar we geven ook veel ruimte aan het intuïtieve gevoel dat je erbij hebt en proberen te voorkomen dat alles wordt doodgeanalyseerd. Daarbij proberen we te kijken hoe álle stakeholders van een organisatie bewegen en nemen daarbij ook stakeholders mee die juist niet zo vaak worden meegenomen. De natuur kan óók een stakeholder zijn, of de maatschappij. Vervolgens brengen we deze mensen en hun ideeën in contact met het hoger management, waardoor draagvlak kan ontstaan.”

Creativiteit en realiteitszin

Een van de grote leerpunten die werd meegenomen uit de eerste editie in 2019, was dat er weliswaar een wedstrijdelement in de challenge zit, maar er tussen de deelnemers onderling soms prachtige solidariteit en verbondenheid ontstaat. Van Os: “Ze zitten weliswaar in een contest met elkaar, maar het sparren onderling tussen mensen met een heel andere achtergrond wordt ook heel waardevol gevonden. Dat laatste vind ik zelf in ieder geval mooi. Het versterkt de creativiteit, maar het brengt ook realiteitszin.”

Belangrijk uitgangspunt voor de deelnemers is dat ideeën inplementeerbaar moeten zijn en dat zet sommige al te wilde ideeën wel weer terug op aarde. Binnen de bedrijven zelf ontstaat ook een soort saamhorigheid tussen de teamleden en door de link met het hoger management wordt dat ook nog een versterkt. “De challenge is heel multidimensionaal, zowel het programma als de trainingen. Het is een deep dive in de materie. We gaan dat wel iets gedoseerder brengen dan bij de eerste editie, want soms loopt het een beetje over. Als het goed gaat is er sprake van meervoudige waardecreatie. De winnaar van de eerste eitie, Aegon, was een prachtig voorbeeld van hoe dat werkt. Het team bedacht een service voor mensen die jong zijn en zich zorgen maken over de aankoop van hun eerste koophuis, een jaar of tien later. Voor Aegon betekent zo’n concrete uitwerking niet alleen dat het een mooie dienst kan bieden, maar ook een manier om klanten te binden die anders misschien waren verdwenen naar de periferie. En het levert tenslotte óók nog een bijdrage aan een maatschappelijke uitdaging.”

Ideaal tijdsgewricht

Het tijdsgewricht lijkt ideaal voor duurzaamheidsproposities. Door de coronacrisis hebben gesprekken over verduurzaming en purpose een flinke boost gekregen. Vraag is dan wel hoe lang zulke ideeën en opvattingen standhouden als de economie en maatschappij weer ongeremd los kunnen. Van Os beschouwt de panmdemie en de gevolgen ervan als een wake up call voor het systeem dat we hebben opgezet. “Ik zie het als een uiting van het feit dat we tegen grenzen aan lopen, maar het is natuurlijk de vraag of het breed gedragen gevoel standhoudt. Enerzijds zijn we nu uit op groen herstel en een groen beleid, anderzijds probeert de overheid het BNP hoog te houden zodat de hersteltijd wordt verkort. Dat kunnen tegengestelde bewegingen opleveren, maar ik denk tegelijk ook dat er een aantal bedrijven is dat duurzaamheid nu echt naar de core van de business tilt.” Van Os werkt zelf voor een organisatie die een circulair designprogramma biedt. “De verschillen zijn voor ons heel groot. Een aantal van de bedrijven met wie we spreken vraagt zich oprecht af of ze over zes weken nog wel bestaan. Anderen maken van deze gelegenheid gebruik om hun bestaande structuren kritisch tegen het licht te houden.”

Van Os wil marketeers – jong of oud – nadrukkelijk op het hart drukken om zelf stappen te ondernemen: “Vaak zit er gewoon een prima businesscase achter een duurzame propositie. Onderzoek dat en wees niet te snel tevreden. Pas was ik bij een bouwbeurs – Building Holland 2021. Daar krijg je voorbeelden te zien van innovaties die weliswaar biodegradable zijn, maar als je dan vraagt wat ze ermee verdienen, hoor je dat het eigenlijk niet uit kan. Zo werkt het dus nooit. Je moet heel anders gaan denken om verduurzaming een succes te maken: verdien je er geld mee? Maar we kunnen best goed gebruik maken van inzichten uit deze crisis. Veel weerstanden zijn weggenomen.”

Van Os noemt opvattingen over bijvoorbeeld vliegen, of vervoer in het algemeen. “Mensen ervaren nu de benefits van maatregelen waar ze eerst tegen waren. Ze beschikken over veel veranderweerstand, maar van sommige oplossingen zien we nu de voor- én de nadelen. Of covid een grote winst gaat opleveren weet ik niet. Een paradigmashift gaat niet zo snel, maar het komt soms aan op doen.”

Luuk Ros, Manager Content & Business NIMA en Hoofdredacteur Marketingfacts 

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Marketingfacts