Fraude, vriendjespolitiek en exorbitante beloningen hebben het vertrouwen in de Nederlandse topbestuurders ernstig geschonden. Reden genoeg voor de ondernemers om, samen met minister Zalm, de commissie-Tabaksblat opdracht te geven de bestaande code voor ondernemingsbestuur aan te scherpen en transparant te maken voor uitvoering in de praktijk.

Biedt dit lijvige rapport een helder en overtuigend antwoord op de vraag of ondernemingen nu beter bestuurd zullen worden?

Voor degenen die zich verdiepen in de vele gedetailleerde bepalingen misschien wel. Maar wie zijn dat? Afgaand op de reacties die in deze krant zijn verschenen, zijn dat vooral de ‘insiders’: bedrijfsjuristen, -accountants, -economen, enzovoort. Hun vertrouwen in het ondernemingsbestuur hoeft niet gewonnen te worden, want zij maken er zelf deel van uit. Zij spreken de taal van de commissie en geven veelal constructief commentaar op (delen uit) de voorgestelde code.

Maar wat heeft het rapport de medewerkers, de (kleine) aandeelhouders, de klanten en andere stakeholders die met elkaar de reputatie van een onderneming bepalen te bieden? Voor hen is het rapport een weinig toegankelijke (een inhoudsopgave ontbreekt), moeilijk leesbare (met veel jargon) brei van informatie, waarin de grote lijn (er is ook geen samenvatting) lastig is te ontdekken.

Is dat erg, vraagt u zich misschien af? Ja, dat is erg, omdat deze manier van communiceren, haaks staat op de doelstelling van de commissie om bestuurders een handreiking te bieden voor het herstel van het geschonden vertrouwen. Het lijkt namelijk nu alsof de ondernemers zich willen verschuilen achter een muur van gewichtige bepalingen, in plaats van dat zij gehoor geven aan de vraag uit de samenleving naar meer openheid en dialoog. Het rapport ademt de sfeer van een besloten bobo-cultuur uit, terwijl het juist beoogt deze te doorbreken!

Hoe kan voorkomen worden dat de inspanningen van de commissie om een wezenlijke bijdrage te leveren aan herstel van het vertrouwen in ondernemers en de economie, ondermijnd worden door een publieke opinie van onbegrip en wantrouwen? Hieronder suggesties voor verantwoorde communicatie:

1. Breng in kaart waar welke (voor)oordelen leven over het Nederlandse ondernemingsbestuur. Voor een beter begrip van de goede bedoelingen en bepalingen van de code, is het nodig om te weten hoe de verschillende stakeholders nu tegen de bestuurders aankijken. Hoe kijken de eigen medewerkers aan tegen het management van hun bedrijf? Hebben zij vertrouwen in het bestuur? Stralen zij dit uit? Hoe groot de invloed van de mening van de medewerkers kan zijn op de reputatie van de onderneming en haar management hebben we kunnen zien bij de NS.

2. Leg in heldere taal uit waarom er een (nieuwe) gedragscode voor goed bestuur nodig is, wat het maatschappelijk belang hiervan is en wat dit voor een individu kan betekenen. In gewoon Nederlands toelichten waarom ondernemers met elkaar spelregels hebben opgesteld voor het goed besturen van bedrijven en wat ‘u’ en ‘ik’ daaraan hebben.

3. Geef een samenvatting van de voorgestelde code en illustreer deze met aansprekende, actuele voorbeelden. Weinig mensen zullen de volledige gedragscode (willen) lezen. Ook de bestuurders voor wie de code bedoeld is, zullen dat niet allemaal doen. Het is daarom belangrijk dat de kern van de code beknopt wordt samengevat en wordt toegelicht. Zodat er ook een brede discussie over goed bestuur gevoerd kan worden. De pers heeft dat al voor een deel gedaan, maar het zou goed zijn wanneer de commissie zelf aangeeft wat voor hen de belangrijkste, meest ingrijpende onderdelen van de code zijn.

4. Laat de ondernemers zelf vertellen wat de code voor hen betekent en hoe zij deze in praktijk brengen. Wanneer de topbestuurders zelf aan hun aandeelhouders, medewerkers, klanten en andere belanghebbenden aangeven wat goed bestuur voor hen inhoudt en wat een code daaraan bij kan dragen, komen ze tegemoet aan de veranderende eisen die aan moderne ondernemers worden gesteld. De eisen komen meer en meer overeen met de eisen die aan publieke bestuurders worden gesteld.

Goed bestuur verandert mee met de ontwikkelingen in de samenleving. De afspraken over wat goed bestuur is, dienen steeds getoetst te worden in de praktijk. De ontwikkeling van een corporate governance-code is daarom onlosmakelijk verbonden aan de ontwikkeling van verantwoord ondernemen . Daar hoort de ontwikkeling van richtlijnen voor goede verslaglegging bij.

Goed bestuur is een zaak van de ondernemers. Zij moeten zich verantwoordelijk voelen voor klanten, medewerkers, aandeelhouders en omgeving van de onderneming en meer nog dan vroeger, bewijzen dat ze die verantwoordelijk aankunnen. Door te luisteren naar en te reageren op de vragen in de samenleving. Corporate governance heeft uitleg nodig. Een goede bestuurder geeft die uitleg zelf. Persoonlijk en overtuigend. Alleen op die manier kan het vertrouwen teruggewonnen worden.

Femke Zwaal is partner van Nieuwe Maan Communicatie Adviesgroep.