De wereldwijde modebranche moet alle zeilen bijzetten om in 2050 klimaatneutraal te kunnen produceren. Dit blijkt uit een onderzoek van KPMG. Hoewel de bedrijven zich bewust zijn van de impact die de productie van kleding heeft op het klimaat, moet de branche nog flinke stappen vooruit zetten om in de eerste helft van de volgende eeuw als eerste industrie volledig klimaatneutraal te produceren.

Basso: “In dat kader hebben ruim veertig toonaangevende modemerken, retailers, leveranciers en andere organisaties in de branche zich vorig jaar verbonden aan de ‘Fashion Industry Charter for Climate Action’. Dat betekent dat zij zich verplichten om in 2050 bij de productie van kleding in de volledige keten geen broeikasgassen meer uit te stoten. De vraag is echter of de bedrijven op koers liggen en bijvoorbeeld bijdragen aan de doelstelling die in Parijs werd afgesproken om de wereldwijde temperatuurstijging te reduceren.”

Beperkt inzicht in CO2-uitstoot productieketen

Uit onderzoek van KPMG onder de organisaties die de ‘Charter’ hebben ondertekend, blijkt dat flinke stappen gezet moeten worden om de doelstelling van 2050 te halen. Zo wordt de uitstoot van broeikasgassen in de toeleveringsketen nog niet breed gerapporteerd.

Basso: “Met de ondertekening van het handvest hebben de organisaties afgesproken dat de CO2-uitstoot in 2030 met 30% moet zijn verminderd. Als uitgangspunt dient de uitstoot in 2015 of later. Op dit moment geeft bijna de helft geen enkel inzicht in de doelstellingen die zij hebben om de uitstoot te reduceren.

Van de bedrijven die wel over hun doelstellingen communiceren, geeft niet meer dan 28% aan hoe zij de vereiste reductie van 30% willen realiseren waarbij het jaar 2015 of later als nulmeting dient. En ook als het gaat om de daadwerkelijke uitstoot, blijven de bedrijven in het algemeen in gebreke. Ruim de helft van de bedrijven rapporteert over de eigen uitstoot en de uitstoot die het gevolg is van bijvoorbeeld de elektriciteit, de verwarming en de koeling die zij inkopen. Maar slechts 15% geeft inzicht in uitstoot die in de productieketen, van grondstof tot eindproduct, wordt veroorzaakt. Gezien het feit dat de keten een substantiële bijdrage levert aan de totale CO2-uitstoot is een gedegen inzicht essentieel.”

Science Based Targets Initiative

Een van de verplichtingen die de organisaties zichzelf hebben opgelegd, is het analyseren en het uitzetten van een aanpak voor een koolstofarme bedrijfsvoering.

Basso: “Het Science Based Targets Initiative (SBTI) vormt hierbij het uitgangspunt. Het SBTI is een wereldwijd initiatief dat erop gericht is om bedrijven een wetenschappelijk onderbouwde bijdrage te laten leveren aan CO2-reductie. Dat betekent dat hun klimaatdoelstellingen erop gericht zijn bij te dragen aan het klimaatakkoord van Parijs, waarin is afgesproken om de opwarming van de aarde tot 2°C te beperken.

Zo’n 30% van de ondertekenaars heeft zich verbonden aan het Science Based Targets Initiative en het gebruik van wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen om te helpen bij de transitie naar een koolstofarme economie. En iets meer dan de helft kent op dit moment goedgekeurde, wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen.

Naast het feit dat het SBTI bedrijven helpt om hun weg te vinden naar een koolstofarme bedrijfsvoering, worden dit soort doelen in toenemende mate gezien als een bron van innovatie. Organisaties gebruiken de wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen in toenemende steeds mee om de bedrijfsvoering aan te passen en overheidsbeleid en wetgeving te beïnvloeden.”

Bewustwording bij de consument

Ook de inspanningen die de bedrijven doen om de consument bewust te maken van duurzame mode kunnen en moeten volgens Basso verder worden opgevoerd.

Basso: “Het is heel belangrijk dat consumenten eenvoudig kunnen beoordelen of producten duurzaam en verantwoord worden gemaakt. Als wij kijken naar de grootste negentig modemerken in de wereld, dan besteedt 60% op de website aandacht aan duurzame mode. En 35% beschikt over een duurzame productlijn.

Een aantal ondertekenaars van het convenant laat ook zien dat zij in hun jaarverslag en via andere kanalen consumenten bewuster willen maken van een duurzame productie van kleding. Van de ondertekenaars beschikt bijna 70% over een duurzaamheidsrapportage, óf in het jaarverslag óf als apart duurzaamheidsverslag. En ruim 90% beschikt over een apart onderdeel over duurzaamheid op de website.

Als de consument een verantwoorde, duurzame keuze moet kunnen maken bij de aanschaf van kleding, moet hij ook over gemakkelijk toegankelijke informatie kunnen beschikken. Informatie die aangeeft hoe producten worden gemaakt, wat de herkomst van het materiaal is en wat de impact op het milieu is aan het eind van de cyclus. Het zou goed zijn als de sector op zoek gaat naar een systeem dat aangeeft hoe een kledingstuk op deze aspecten scoort.”