Klimaatlabels op voedingsmiddelen zijn een effectieve manier om mensen te laten stoppen met het kiezen van opties die een negatieve invloed hebben op de planeet, zo blijkt uit onderzoek.

Wat is de ware prijs van een hamburger van de supermarkt? 2,- euro? Of 2500 liter water, 1,8 kilo broeikasgassen, negatieve gevolgen voor biodiversiteit, gezondheid en dierenwelzijn én 2,- euro? Wat wij consumeren heeft een enorme invloed op onze omgeving. Maar voor de supermarktbezoeker blijft het grootste deel van die impact verborgen.

En dat is een kwalijke zaak; want uit diverse studies bleek al dat consumenten wel klimaatvriendelijker willen eten, maar gewoon niet weten hoe. Uit dit nieuwe onderzoek komt naar voren dat betrouwbare en transparante keurmerken daarbij kunnen helpen.

Minder vlees is noodzaak

Veeteelt speelt een belangrijke rol in de klimaatverandering en heeft een negatieve invloed op de mondiale stikstofcycli en biodiversiteit. Er zijn aanwijzingen dat de milieueffecten zo groot zijn dat zonder een vermindering van de vleesconsumptie, vooral in hoge-inkomenslanden, de klimaatdoelstellingen niet kunnen worden gehaald en vitale ecosystemen niet in stand gehouden kunnen worden (bron Universiteit Utrecht).

Maar alleen een scherper klimaatbewustzijn creëren bij consumenten is niet genoeg; naast een klimaatlabel is er aanvullende regelgeving nodig. Het welzijn van de dieren verbeter je er bijvoorbeeld niet direct mee. Misschien zorgt het ervoor dat er minder kip gegeten wordt, maar de kippen zitten nog steeds in hetzelfde kleine hok.

Eerste stappen zijn al gezet

Een massale verandering weg van vlees en in de richting van plantaardige eiwitten en vleesvervangers is nodig. Hier kan een betrouwbaar klimaatlabel wel een belangrijke rol in gaan spelen.

En de eerste stappen zijn al gezet: Denemarken en Frankrijk overwegen al om hun eigen klimaatlabels voor consumenten te creëren. En de Europese Unie streeft ernaar om tegen 2024 met een ontwerp voor een breder ecologisch label te komen.